Risotto is bij ons een waar paard van Troje: het is verbazingwekkend om te zien wat je er allemaal in kan stoppen en het gaat toch schoon op. Prei bijvoorbeeld. In zijn pure vorm zou ik de reactie aan tafel willen omschrijven als ‘lauw’, maar in een romige risotto met kaas wordt er geschreeuwd om meer. Dus waarom moeilijk doen, als het ook makkelijk kan? De hoeveelheid prei hieronder is behoorlijk voor 300 gram rijst, maar het werd getolereerd. Voor moeilijkere, kleine eters onder ons, kan er misschien beter iets minder prei worden gebruikt.
Kip met dragon en spek
De kip laat zich gemakkelijk omschrijven: ik sneed kipfilets in de lengte in 3 lange stukken en wentelde deze door een bosje fijngehakte, verse dragon. Daarna wikkelde ik ze in lange plakken ontbijtspek en ik bakte ze in olijfolie op matig vuur bruin. Doordat de kip in smalle stukken wordt gesneden is het gaar als het spek knapperig en bruin is.
verse dragon
Risotto met prei en geitenkaas
Gebaseerd op een recept uit de Allerhande 3/2012
3 a 4 personen
olijfolie
2 flinke preien (400-500 gram schoongemaakt)
300 gr risottorijst
120 ml witte, droge wijn
1 el gedroogde tijm
1 liter hete tuinkruidenbouillon
150 tot 200 gr zachte geitenkaas, in stukjes
Snijd de prei in de lengte doormidden, was ze schoon, en snijd ze dan nog eens in de lngte door, zodat je daarna kwart-ringetjes prei kan snijden.
Bak de prei in wat olie in een kleine 10 minuten zacht. ·
Draai het vuur hoger en doe de rijst in de pan. Laat de rijst even meebakken zodat het door en door heet wordt. Giet de wijn erbij en schep door. Voeg ook de tijm toe.
Zodra de wijn bijna is opgenomen, een scheut bouillon toevoegen.
Blijf bouillon met scheutjes toevoegen zodra de vorige scheut is opgenomen en blijf vooral roeren! Veel roeren maakt de risotto romig. Dit duurt bij elkaar 18 tot 20 minuten en de rijst is dan al dente: zacht, maar nog wel stevig. Waarschijnlijk is niet alle bouillon nodig.
Goede risotto blijft op het bord niet liggen waar het is neergelegd: het vloeit uit. Het mag geen vaste klont zijn, maar het is ook geen pap. Wel is het vrij nat. Er mag aan het einde van de kooktijd dus nog flink wat vocht in de pan zitten. Hoeveel? Tja, dat is toch een kwestie van uitproberen. In ieder geval zal het toevoegen van de kaas helpen bij het romige karakter van de rijst. Voeg de geitenkaas toe, roer door, draai het vuur uit en laat de rijst nog even staan. Een Italiaan zal op dit moment ook een klont boter toevoegen, maar ik laat het zelf altijd achterwege voor doordeweekse maaltijden. Ik doe al genoeg om dik te worden en ik mis het niet echt.
Nu moet de risotto precies goed van consistentie zijn: romig en “lopend”. Direct serveren; risotto kan je niet bewaren of opwarmen.
Oordeel van het smaakpanel: rijst op, kip op. Ja, vooral die kip natuurlijk. Maar toch.
Herkenbaar! Ik zet tegenwoordig bijna wekelijks een 'witte' risotto op tafel omdat er dan in elk geval weer wat groenten mee naar binnen gaan. Venkel en bleekselderij zijn daarin ook goed te verstoppen!
BeantwoordenVerwijderenLia