Het zurige van de bessen past erg goed bij de zoete broodjes, maar als het moet kan je dit ook maken met ander fruit, bijvoorbeeld (kleiner gesneden) kersen, frambozen of kruisbessen. In Duitsland koop je ook kruisbessen in pot, dat zijn meestal kleinere bessen en die zouden hier ook uitstekend bij passen.
Ik heb het trouwens altijd over aalbessen en ik heb dit eens opgezocht. Het blijkt dat aalbessen zowel rood als wit kunnen zijn. Vandaar dat de naam rode bessen in dit geval beter is. Afgezien van de kleur schijnt er trouwens geen verschil te zijn tussen rood en wit. Weet ik dat ook weer…
Duitse broodjes met aalbessen (Johannisbeer Streuseltaler)
12 stuks
voor het gistdeeg:
220 ml melk
80 gr suiker
7 gram gedroogde gist (1 zakje)
500 gr bloem
80 gr zachte roomboter
1 ei
1 tl zout
voor de kruimellaag:
100 gr koude roomboter
100 gr suiker
1 zakje vanillesuiker
150 gr bloem
voor het kwarklaagje:
250 gr kwark
30 gr suiker
1 zakje vanillesuiker of een scheutje vanille-extract
1 ei
tenslotte nodig:
ongeveer 250 gr aalbessen (rode bessen), gewassen en afgerist
Voor het gistdeeg kneed je alles samen tot een soepel deeg en laat dit 30 minuten afgedekt op een warme plek rijzen. Verdeel het dan in twee gelijke stukken, en verdeel die ook weer in tweeën. Verdeel daarna elk stuk in drieën: nu heb je 12 gelijke stukken voor je liggen. Vorm er bolletjes van en leg ze op bakpapier op twee grote bakplaten. Zes per plaat dus, zodat ze nog de ruimte hebben om te rijzen. Druk de bolletjes met behulp van wat bloem plat. Zet ze dan warm en afgedekt weg tot ze mooi gerezen zijn. Ik zet ze in een heel lauwe oven (even twee minuten aanzetten en dan weer uit. Het moet echt maar net ietsjes verwarmd zijn!) gedurende zeker 40 minuten.
Ondertussen maak je het kruimeldeeg. Doe daarvoor de ingrediënten in een kom en snijd de boter er met twee messen doorheen. Wanneer de boter tot kleine stukjes is gesneden, kneed je het heel vlug tot een rommelig kruimeldeeg. Niet langer kneden dan nodig is; daar wordt het taai van. Je kunt het ook in de keukenmachine mengen, maar het is niet erg veel, dus je hebt het ook zo met de hand gemaakt. Zet dit in de koelkast weg.
Maak dan ook nog het kwarkmengsel door alles door elkaar te mengen.
Verhit de oven tot 160 graden hetelucht (hetelucht omdat je twee platen in de oven zet. Zonder hetelucht bak je op 180 graden, maar dan plaat voor plaat).
Verdeel de kwark over het deeg; ongeveer een eetlepel per broodje. Verdeel de bessen erover en tenslotte ook de kruimels. Laat daarbij een rand van 1 cm aan de buitenkant vrij (zoals je op de foto’s hieronder ziet is dat nog een hele kunst!)
Bak de broodjes gaar in 20 tot 25 minuten. Niet veel langer, want dan bakken ze te droog.
Laat ze afkoelen en bestuif ze eventueel met poedersuiker of een glazuur als je dat wil.
Nb. Ik hield wat kruimels en kwark over: ik heb de kwark in een schaaltje gedaan, met een paar verdwaalde bessen erin en de kruimels erop. Die heb ik later ook gewoon gebakken in de oven tot het stevig was. En dat was zo lekker dat ik dat nog eens opnieuw zal maken als toetje! :)
27 oktober 2020
Duitse broodjes met aalbessen (Johannisbeer Streuseltaler)
20 oktober 2020
Risotto met bladspinazie, tuinbonen en oregano
Tuinbonen met oregano is een fijne combinatie die ervoor zorgt dat die eeuwige risotto met spinazie toch weer heel anders smaakt. Een gedeelte van de groente gaat door de rijst; de rest eet je er gewoon naast.
Een extraatje erbij is ook altijd fijn: ik eet er knapperige
kaaskoekjes en half gedroogde tomaatjes (uit het tapasvak in de supermarkt) bij.
Die koekjes zijn heel simpel hoor: je doet wat hoopjes geraspte (Goudse of Parmezaanse)
kaas in een koekenpan. Gewoon een dun laagje in de pan leggen, in de vorm van
een koekje, zonder extra olie. Die bak je op middelhoog vuur en dan wacht je tot
je de ‘koek’ kunt oppakken; dan draai je hem dus om en bak je de andere kant
ook nog even. Niet te donker bakken, want dan wordt het bitter. Als ze uit de pan
komen zijn ze nog zacht, dus je kunt ze eventueel oprollen (met vuurvaste
vingers) of buigen, maar dat hoeft natuurlijk niet. Op een bord af laten koelen
en serveren bij de risotto.
Risotto met bladspinazie, tuinbonen en oregano
recept van Eerst Koken voor 2 grote en 2 a 3 kleine
mensen
olijfolie om te bakken
1 grote ui, fijn gesnipperd
1 grote teen knoflook, gesnipperd
400 gr risottorijst
150 ml witte wijn of droge sherry
1300 ml hete bouillon naar keuze (kip-, groente- of
tuinkruidenbouillon)
100 gr Parmezaan (maar een (vegetarische) Goudse kan ook),
vers geraspt
450 gr bladspinazie (vers of uit de vriezer, in
het laatste geval ontdooid en uitgelekt – liever geen gehakte spinazie uit de
vriezer, dan wordt het zo’n groene soep…)
1 opgehoopte tl oregano
450 gr tuinbonen (diepvries)
Voor erbij: kaaskoekjes als boven / half gedroogde
tomaatjes (of gebakken, verse kerstomaatjes?)
Verhit de olijfolie in een (kook)pan en fruit de ui
ongeveer 10 minuten op het laagste vuur zonder het laten kleuren. Bak de
knoflook in de laatste minuut mee. Voeg de rijst daarna toe, schep het goed
door en laat het in twee minuten heet worden. Giet de wijn of sherry erbij en
schep door. Zodra de wijn bijna is opgenomen, een scheut hete bouillon
toevoegen. Blijf de bouillon met scheutjes toevoegen aan de risotto zodra de
vorige scheut is opgenomen. Veel roeren maakt de risotto romig. Dit duurt in
totaal 18 tot 20 minuten en de rijst is dan al dente: zacht, maar nog wel
stevig. Mogelijk is niet alle bouillon nodig. Zorg er uiteindelijk voor dat de
risotto mooi vochtig en ‘lopend’ is. Voeg pas helemaal aan het einde de kaas toe.
Ondertussen bak je de tuinbonen in een grote hapjespan gaar
in wat olie. Breng op smaak met zout. Doe dan de spinazie erbij en laat slinken.
Voeg tenslotte de oregano toe. Schep de helft van dit mengsel door de risotto.
De andere helft eet je erbij.
Serveren met kaaskoekjes en tomaatjes. Of gewoon wat
extra geraspte kaas.
13 oktober 2020
Pasta met pompoen-tomatensaus en spruitjes
Pompoen kan saai zijn. Meneer Eerst Koken vindt pompoen
zelfs erg ‘overrated’. Maar dit eet hij wel. Dit is geen saaie pompoensaus; dit
is een hartige en iets zoete, volle saus, waarin de pompoen gepureerd wordt met
zongedroogde tomaten, knoflook en tomatensaus. Met als ‘geheim’ ingredient een
snuf kaneel. Samen met de sambal haalt dat de saus helemaal op en krijg je die aparte, hartige smaak.
Nu eens een keer met volkoren-spaghetti voor een stevig
herfstmaaltje. De spruitjes passen er heel goed bij. Je kunt ze gewoon koken of
bakken. Je zou ze zelfs kunnen roosteren in de oven.
Pasta met pompoen-tomatensaus en spruitjes
recept voor 2 grote en 2 a 3 kleine mensen
voor de saus:
500 gr geschilde flespompoen, in blokjes
1 grote ui, gesnipperd
100 gr zongedroogde tomaten (uit een pot, op olie), fijn
gesneden
2 a 3 tenen knoflook, gesnipperd
250 ml gezeefde tomaten (passata)
1 blokje tuinkruidenbouillon, verkruimeld
250 ml kookroom (light kan ook)
½ tl kaneel (niet meer!)
1 opgehoopte tl oregano
chilivlokjes of een likje sambal oelek naar smaak
1 el balsamicoazijn
verder nodig:
350 tot 400 gr (volkoren)spaghetti (desnoods heb je genoeg saus voor zo'n 500 gr pasta)
(vegetarische) geraspte kaas voor erbij
700 gr spruitjes, gekookt of gebakken
Doe de pompoenblokjes en de uisnippers in wat olie in een
hapjespan en stoof dit gaar, met een deksel erop en eventueel met een scheutje water
erbij. Het is klaar als de pompoen zacht is en waarschijnlijk een beetje
gebakken. Dat zou vrij vlug moeten gaan.
Doe dan de zongedroogde tomaten erbij, samen met de
knoflook, gezeefde tomaten, kookroom, bouillonblokje, kaneel en een kopje water
om de groente enigszins onder te zetten. Laat dit zo’n 15 minuten pruttelen zonder deksel.
Als het te dik wordt moet je er nog wat water bij doen.
Pureer de saus dan met een staafmixer (of in een blender)
tot een gladde saus. Roer daarna pas de oregano en azijn erdoor en breng op
smaak met zout waar nodig.
Ondertussen ook de pasta gaar koken, de spruitjes
bereiden naar keuze, en tenslotte serveren met geraspte kaas.