Kerriesoep met partjes gekookt ei

Ik kwam deze soep op een ander blog tegen, waar het tijdens de carnaval een vaste plek op hun tafel schijnt te hebben. En het is inderdaad een goede soep om te eten voor/tijdens/na het slempen en hossen (met deze twee woorden doe ik als Nederlander van boven de rivieren waarschijnlijk geen recht aan het fenomeen carnaval, dat uiteraard veel meer omvangt dan mijn bondige samenvatting, maar alle andere kwaliteiten ervan zijn mij nu even ontschoten. Dus bij deze: sorry!). Maar ook voor wie iets minder slempt en host is het een lekker verwarmend soepje. Echt iets voor als de zomer een beetje tegenvalt, want het is verder wel een lichte maaltijd. Troostrijk, lekker warm, kruidig, en de room en eieren verzachten het heerlijk.

Als bron noemt men een (verder onbenoemd) ‘oud kookboek’, en dat kan wel kloppen. In al mijn oude kookboeken van vooral begin 20^e eeuw staan dit soort simpele kerriesoepen. Het doet me ook wel wat denken aan de even ouderwetse Londonderrysoep, wat doorgaans ook een kerriesoep is, maar waarvan het recept beslist niet in Londonderry (een stad in Noord-Ierland) is bedacht. De naam raakte in zwang in Amerika rond 1915, toen het opeens hip werd om Iers te zijn. Ierse benamingen werden lukraak toegepast op allerlei producten en recepten, hoewel enig verband volledig ontbrak. Overigens kom je het recept (met kerrie, champignons en kalfsbouillon) nog maar zelden tegen en dat is jammer, want ook een simpele spin-off als hieronder mag heus wel eens worden herhaald.

Kerriesoep met gekookte eieren

recept voor ruim 2 liter soep

gebaseerd op een recept van Ministerie van Eten en Drinken

2 sjalotjes (of een gewone ui) (100 gr), gesnipperd

3 teentjes knoflook, gesnipperd

50 gram roomboter

2 afgestreken eetlepels kerrie

optioneel: wat chilivlokken, verse rode peper of wat sambal oelek

40 gram bloem

2 liter bouillon (tuinkruiden- of groentebouillon, of een vleesbouillon)

50 gram witte rijst

100 tot 200 ml (light) kookroom of eventueel slagroom (ik vond 200 ml erg lekker)

hardgekookte eieren, gepeld en in partjes gesneden (bv per bord 1,5 tot 2 eieren)

optioneel: een beetje peterselie, fijngehakt, vooral voor de kleur eigenlijk

Bak de sjalotjes en de knoflook in de boter zachtjes gaar op laag vuur. Voeg de kerrie toe, maar gebruik maar eerst 1,5 eetlepel. Tenslotte is elk kerriemengsel anders en er zijn milde en hetere varianten verkrijgbaar. Je kunt altijd later verder op smaak brengen met meer kerrie.

Voeg eventueel de rode peper of chilivlokken toe en daarna ook de bloem. Laat de bloem even garen. Ik hoop nu wel dat je niet zuinig bent geweest met de boter, want die heb je nu dus nodig voor de roux (de sausbasis welke je maakt met bloem en boter, om de soep te binden).

Voeg dan een scheut bouillon toe en roer dit er goed door, tot de massa bindt. Voeg nog meer bouillon toe, meng het erdoor en ga hiermee door tot je een dun gebonden soep hebt. Tenslotte voeg je de rest van de bouillon toe.

Doe dan ook de rijst en room erbij en laat de soep nu nog 15 minuten (onder af en toe roeren) zachtjes koken. Mijn kerriemengsel bleek pittiger dan verwacht en ik verzachtte het effect met meer room. Maar eerlijk gezegd beviel het mij erg goed en ik zou nu standaard 200 ml toevoegen.

Serveer de soep met wat peterselie en partjes ei.

Kerrie-bloemkoolpuree met uienbhaji’s, spinazie en gebakken ei

Toen ik laatst voor het werk in New York was en ’s avonds in een restaurant zat, koos ik als hoofdgerecht voor de ‘curried cauliflower steak’ – een gebakken plak bloemkool. Gewoon om te zien wat een restaurant ermee zou doen. Het concept was een jaar of drie geleden enorm hip en volgens mij neemt de populariteit van stoere en kloeke bloemkoolgerechten nog niet af. Bij mij zeker niet. De steak was trouwens bedroevend saai. Dat doe ik zelf beter. Nee, ik schep niet op. Deze steak was echt te braaf voor woorden en ik had spijt, want de rest van de tafel zat van watertandend lekkere borden met eten te smikkelen.

Enfin, kerrie en bloemkool blijven mijn warme belangstelling houden. Vandaar dat jullie nu weer zo’n culinaire poging krijgen voorgeschoteld. Iets meer werk, dus het is meer iets voor het weekend:

De bloemkoolpuree wordt gegeten met wat gewokte spinazie, knapperige Indiase bhaji’s van ui, een gebakken ei en een zoetzure 'dressing' van (onder andere) appelsap, limoen, ui en rozijnen.

Kerrie-bloemkoolpuree met uienbhaji’s, spinazie en gebakken ei

recept voor 2 grote en 2 a 3 kleine mensen

gebaseerd op een recept van het Good Food magazine, januari 2017

voor de dressing

150 gr ui, gesnipperd

1 el olie om te bakken

75 gr (gele) rozijnen

50 gr kappertjes

200 ml appelsap

1 grote of 2 kleine limoenen, geraspte schil + sap

Handje gehakte, verse koriander

1 tl suiker

Snuf zout

Fruit de ui in de olie tot het zacht is. Het hoeft niet bruin te worden. Meng het daarna met de rest van de ingrediënten in een kom en laat het minimaal 2 uur staan.

Voor de bhaji’s (een stuk of 10)

125 g kikkererwtenmeel (wordt ook ‘gram’ genoemd. Je koopt het bij de toko) – maar ik gebruik de helft van het kikkererwtenmeel en de helft gewone tarwebloem, omdat ik kikkererwtenmeel wat bitter vind

1 ei (M of L)

125 ml water

ongeveer 200 gr schoongemaakte rode of gele ui, in dunne, halve ringen

1/2 gesnipperde rode chili, of een likje sambal oelek

klein handje gehakte koriander

1 tl komijnzaadjes

½ tl kurkuma

½ tl zout

Frituurolie om te bakken

Klop van het kikkererwtenmeel, ei en water een beslag. Voeg de rest van de ingrediënten toe en laat het 30 minuten rusten.

Voor de bloemkoolpuree:

1,5 tl milde kerriepoeder

900 gr bloemkool in roosjes

500 ml (light) kookroom - nou ja, hoe vetter, hoe lekkerder, maar dat is soms ook bezwaarlijk en een goede light kookroom (Lidl!) volstaat ook, en in het magerste geval gebruik je volle melk

zout naar smaak

Doe de bloemkool in een kookpan met de kookroom en kerrie. Voeg wat zout toe en kook de bloemkool afgedekt en op laag vuur helemaal gaar. Pureer de groente met staafmixer of blender tot een lobbige puree. Je kunt deze later weer opwarmen of nu kort warm houden in de pan.

Verder nodig:

600 gr verse spinazie

1 gebakken ei per persoon

beetje olie om te bakken

eventueel wat extra koriander

Een half uur voor het serveren verhit je een frituurpan voor de bhaji’s. Om handen vrij te houden kan je die eerst bakken en warm houden in een lauwe oven van 150 graden. Je bakt ze door steeds met een vork een hoopje uien uit het beslag te halen en dat in de olie te scheppen. Je zult aan het einde sowieso beslag over houden – het is vooral de bedoeling dat de uien bedekt zijn met een laagje beslag en de kom gaat dus niet leeg. Bak de uienbhaji’s in enkele minuten gaar en bruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier en houd ze warm.

Laat de spinazie slinken door deze te bakken in een beetje olie.

Bak de eieren gaar in wat olie.

Verwarm de bloemkoolpuree weer.

Serveer de puree met daarop een schep spinazie, een bhaji en een royale lepel van de saus. Verdeel er eventueel nog wat koriander over als je dat nog had liggen.

Twee hamburgers (vegetarisch voor wie dat wil)

Bij het lezen van een vegetarische hamburgertest op een ander blog besloot ik om het nog eens te proberen bij de Lidl. En jazeker, het klopt – de vega hamburger is inderdaad bijzonder goed! Ik heb hem nu al regelmatig gehaald. Met de rest van die test was ik het trouwens ook roerend eens.  

Ik maakte onlangs twee nieuwe hamburgers, welke eigenlijk haast geen recepten zijn. Ik ga ze gewoon omschrijven en dan zoeken jullie het verder zelf maar uit hoor. Ze bevielen hier wel erg goed:

Hamburger met champignons, ketjap en gruyere:

Snijd een grote bak champignons in plakjes en bak deze bruin in wat olie (niet alleen gaar dus, maar zet even door en bak ze daadwerkelijk bruin. Daar moet wel eerst het water voor verdampen, daarna zal het gaan bakken). Doe er tenslotte een klein scheutje ketjap manis bij en roer dat erdoor. Laat er wat plakjes gruyere op smelten. Serveer de champignons op een broodje met hamburger.

Hamburger met stilton en gefrituurde uitjes:

Deze is nog simpeler, maar erg lekker. Op de bodem van een broodje doe je wat mayonaise (of dikke yoghurt), daarop een hamburger en daarop wat stilton (of een andere blauwe kaas). Tenslotte top je het af met een eetlepel kant-en-klaar gefrituurde uitjes (van die dingen die je normaal bij je nasi eet).

Lemon curd koekjes

Ik had al 100 jaar een pot lemon curd in de kast staan, dus ik heb een kind opdracht gegeven om deze koekjes te maken en dat ging prima. Ze zijn echt erg makkelijk. De rest van de lemon curd heb ik door een bak Griekse yoghurt (10% vet) geroerd en deze heb ik in ijsvormpjes met stokjes ingevroren. Alle partijen waren blij. De koekjes waren erg lekker, maar je moet ze wel op de dag van het bakken opeten. De ijsjes zijn net zo simpel en lekker fris.

Lemon curd koekjes

recept voor 1 grote bakplaat

100 gr roomboter op kamertemperatuur

50 gr suiker

100 gr lemon curd

150 gr zelfrijzend bakmeel

snuf zout

25 gr poedersuiker

Verwarm de oven op 175 graden (165 graden hetelucht).

Mix de boter en suiker glad en romig. Voeg de lemon curd toe en mix het er doorheen. Voeg dan ook het bakmeel en zout toe. Het wordt een zacht deegje. Met een kleine lepel maak je 15 hoopjes ter grootte van een walnoot. Leg deze op bakpapier op een bakplaat. Bij het bakken lopen ze straks uit, dus geef ze wat ruimte. Bestuif de balletjes met wat poedersuiker en modelleer de koekjes tot een net rond hoopje. Bak ze gedurende ongeveer 12 minuten. Ze zijn dan uitgelopen en bruin aan de randen. Laat ze eerst helemaal afkoelen voor je ze van de bakplaat haalt.

Pizza met bbq-saus, rode ui, kastanjechampignons en oude kaas

Wanneer je veel vegetarisch eet, dan haal je wellicht wat minder snel de barbecue tevoorschijn. Tenminste, zo gaat dat hier. We zijn bepaald geen doorgewinterde bbq-fans en ik ril bij het idee van ‘spekfakkels’ en in zoete saus drijvende spareribs. Maar de fles barbecuesaus van Santa Maria die ik had ontvangen om te proberen lonkte toch naar me. Tja, met whisky. Daar val ik wel weer mee te lijmen…

Even geproefd. De saus was behoorlijk zoet en rokerig, en bevatte inderdaad 2,3% whisky. Wel een echte barbecuesaus zoals je dat zou verwachten. Ik besloot er een pizza mee te maken die ik al vaker op de foldertjes in de brievenbus langs had zien komen. Ik lees die reclame van de pizza-kiloknallers in de buurt altijd graag om enige feeling te houden met een wereld die mij verder volkomen onbekend is. Ik heb namelijk nog nooit een pizza gehaald of laten bezorgen (nee, wacht: 1 keer. Tien jaar geleden toen ik aan het verhuizen was.) Maar goed. De pizza met bbq-saus en kip leek een heuse klassieker te zijn geworden. En zoveel mensen kunnen toch geen ongelijk hebben? Ik heb hem dus ook gemaakt, maar dan wel vegetarisch. Met dun gesneden rode ui, gebakken kastanjechampignons en oude kaas. Ik had ook een hoekje met gerookte scamorza (gerookte, harde mozzarella) toegedekt, maar dat werd geen succes. De variant met oude kaas echter was zeer goed te eten. Een beetje vreemd, maar wel lekker…

Pizza met bbq-saus, rode ui, kastanjechampignons en oude kaas

Ik maak er geen recept van, want een kind kan hier de was doen: begin met de pizzabodem. Die maken wij hier uiteraard zelf, maar een kant-en-klare bodem is verdedigbaar. Beleg deze dun met bbq-saus en ik zeg dus dun, want anders wordt het veel te zoet. Tenslotte zit er in die fles vooral suiker. Leg daar zeer dunne, halve ringen rode ui op en ook (kastanje)champignons in plakjes, welke je eerst in een beetje olie bruin hebt gebakken in de koekenpan (ze laten eerst water los. Laat dat verdampen en bak ze dan alsnog bruin). Afdekken met geraspte, Goudse oude kaas en in een hete oven bruin bakken.

Chinese kippastei, die ook vegetarisch kan

Chinese keukengeuren dreven door het huis, en rolden zo de tuin in. Kleine Chef (inmiddels steeds groter en al 8,5 jaar oud) hield op met schommelen en kwam binnen verhaal halen. Hij is een groot liefhebber van Aziatisch eten en kwam even in de pannen kijken. Het beviel hem goed. Of het al tijd was om te gaan eten, wilde hij weten, maar de pie-vulling moest nog even de oven in.

Ik gebruikte een kant-en-klaar quichedeeg van het merk Tante Fanny, waarvoor ik al eerder het pizza- en flammkuchendeeg probeerde. Over het andere deeg was ik al erg te spreken, en zo ook weer over deze rol. Niets mis mee. Je zou het eigenlijk als hartige taartdeeg moeten gebruiken, maar ik legde het in dit recept dus bovenop een vulling. De rol deeg, opgerold met bakpapier ertussen, is 32 cm in doorsnede, dus het is groot genoeg voor een grote vorm met een rand. Ik moest het randje hier in mijn grootste, ronde vorm omvouwen. Je zou er ook een hele snelle galette mee kunnen maken. Dat is een platte, ronde taart, waarvoor het deeg rechtstreeks op de bakplaat wordt gelegd. Als de vulling erop ligt, worden de randen ruim en rommelig naar binnen gevouwen, zoals bij deze foto (bron foto: Bon Appetit):

Wie deze taart liever vegetarisch maakt, vervangt de kip met 600 gram quornblokjes. Die hoeven niet, zoals de kip, gepocheerd te worden. De verder benodigde 250 ml kippenbouillon vervang je met een tuinkruidenbouillon.

Chinese kippastei

recept van Eerst Koken voor 2 grote + 2 a 3 kleine mensen, met eventueel een salade ernaast

250 gr kastanjechampignons, in plakjes

een scheutje olie om te bakken

8 lente-uitjes, in ringetjes

600 gr kipfilet

750 ml kippenbouillon (van een tablet)

25 gr roomboter

2 opgehoopte el bloem

2 el sojasaus (liefst type Kikkoman)

2 el oestersaus (vega? Er schijnt een vegetarische variant te zijn of gebruik zwarte bonensaus)

2 flinke el hoisinsaus

½ bosje verse koriander, of een bakje van 20 gram uit de supermarkt, zonder de steeltjes, de blaadjes grof gehakt

1 rol Tante Fanny Quiche- & Taartdeeg, of eventueel een ander deeg zoals bladerdeeg

Pocheer de kipfilets in hun geheel in de hete bouillon: houd de bouillon tegen de kook aan en leg de kipfilets daar 15 minuten in tot ze gaar zijn. Giet er dan 250 ml bouillon vanaf en houd dat apart. De rest van de bouillon kan weg. Laat de kip wat afkoelen en snijd het daarna in blokjes.

Verwarm de oven voor op 200 graden (of 180 graden hetelucht).

Bak ondertussen de champignons in een beetje olie bruin. Voeg in de laatste minuten de ringetjes lente-ui toe zodat ze zachter worden. Maak een plekje in de pan vrij en smelt daar de boter in. Schep de bloem erop en meng het door elkaar, om het daarna met de rest van de pan te mengen. Laat dit kort bakken en voeg dan de apart gehouden (250 ml) bouillon toe. Meng dit goed door elkaar, en voeg dan ook de sojasaus, oestersaus en hoisinsaus toe. Als het goed is bindt het tot een dikke saus. Haal het dan van het vuur af. Voeg de koriander toe en ook de blokjes kip. Schep dit in een grote, ronde ovenschaal. Leg het deeg erbovenop en snijd het deeg in het midden met wat sneetjes in, zodat de stoom kan ontsnappen. Bak de pastei gaar en bruin in ongeveer 30 minuten.

Erg goed gelukte vegetarische saucijzenbroodjes

Heel verrassend hoe de structuur van deze vegetarische vulling lijkt op die van echte saucijzenbroodjes. Als je het er niet bij zegt en de vulling stevig op smaak brengt, denk ik dat je de carnivoor kan wijs maken dat het vlees is. Nou ja, dat komt dus ook doordat er in echte saucijzenbroodjes verrassend weinig vlees zit, maar dat geheel terzijde... ;)  
Voor een vegetariër maakt dit natuurlijk allemaal niets uit, maar het is wel fijn dat de vulling wat steviger is en structuur heeft. Vaak zijn vegetarische groente- of kaasvullingen zo zacht. Zo heb ik op dit blog ook een heerlijk saucijzenbroodje met kikkererwten staan, maar dat heeft veel minder 'bite' dan dit broodje.

Je hebt gewone havermout nodig die je in de supermarkt koopt. Bij de bio-winkel kan je ook langkokende havermout kopen die je aanzienlijk langer moet koken (15 minuten), maar die moet je nu niet gebruiken.

Je ziet het op de foto ook goed, maar ik gebruik dus bijna altijd van die diepvries deegvierkantjes voor hartige taart (Koopmans) in plaats van bladerdeeg, omdat het veel minder vet is. Tegenwoordig zijn er ook pizzavierkantjes te koop in dezelfde serie. Die kan je ook gebruiken.

Ik noem hieronder het basisrecept en de smaakmakers apart, want je kunt hier natuurlijk elke smaak op los laten. Ik denk dat je ook goed Indonesische broodjes kan maken met ketjap, gember, korianderzaad, etc.

Vegetarische saucijzenbroodjes

Bron: website Food

Voor het basisdeeg:

200 gr hüttenkäse (cottage cheese)

50 gr pecannoten

2 eieren (M)

1 ui, gesnipperd

1 el ketjap manis

100 gr gewone havermout (Quaker bv)

50 gr paneermeel

15 bladerdeeg-vierkantjes uit de diepvries (of pizzadeeg, of hartige taartdeeg, zie boven)

Maak het verder op smaak met:

een kneep ketchup

1 volle tl mosterd

nootmuskaat

snuf gerookt paprikapoeder

Vermaal de hüttenkäse, pecannoten, eieren, ui en ketjap in een keukenmachine tot een fijn mengsel. Als je nou geen keukenmachine hebt, denk ik dat je de ui en noten met wat geduld ook gewoon heel fijn kan hakken met een groot koksmes. Meng het daarna alsnog door elkaar.

Doe het mengsel in een kom en meng de havermout en paneermeel erdoor. Breng het op smaak met genoemde smaakmakers. Proef het nu even door een klein stukje ervan 10 seconden in de magnetron te verhitten, zodat je de smaak goed kunt beoordelen. Pas de smaak aan waar nodig. Let erop dat het echt stevig op smaak gebracht mag worden.

Ontdooi het deeg en leg het op twee bakplaten. Rol 15 worstjes van de vulling en vouw deze als een saucijzenbroodje in het deeg. Druk het deeg aan de lange kant dicht.

Bak de broodjes gaar en bruin in ongeveer 20 minuten in een oven van 200 graden (180 graden hetelucht).