Met khichdi begon dit hele verhaal dus ooit. Ik vond het altijd zo mooi hoe de Indiase khichdi, Egyptische koshari (of kosheri) en Britse kedgeree verwant zijn, hoewel ze, als je ze onder de loep neemt, niet meer zoveel met elkaar te maken hebben. Zo is de Britse kedgeree een rijstgerecht met gerookte vis, gekookte eieren en kerriepoeder. Britse kolonisten namen het in de tweede helft van de 19e eeuw mee uit India en introduceerden het thuis als ontbijtgerecht, waar de exotische schotel direct populair werd. Maar het recept is op de terugweg wel een beetje zoek geraakt, want in India is khichdi (nb. ongeveer hetzelfde uitgesproken als ‘kedgeree’) een ‘comfort food’, bijna pap, gemaakt met linzen en weinig specerijen. Je geeft het aan je kinderen wanneer ze hun eerste vaste voedsel krijgen, of aan zieken die licht moeten eten. Het is tempelvoedsel, of je eet het tijdens het regenseizoen of festivals. Er zijn simpele recepten te vinden, maar ook heel erg uitgebreide, en er zijn nattere en drogere varianten van khichdi te vinden. Kortom, je kunt er alle kanten mee op. Vooral in Gujarat (in het Noordwesten van India) is het nog steeds populair. Men eet het daar ook wel met kadhi, een soort soep van yoghurt en specerijen, licht gebonden met kikkererwtenmeel. Verder is khichdi een erg oud recept. Het gaat terug tot wel halverwege de 14e eeuw, op welk moment het al werd genoemd in een reisverhaal van Ibn Battuta¹.
bron: holycowvegan.net / khichdi
Het Egyptische gerecht stamt ook uit India. Het werd in
het midden van de 19e eeuw meegenomen door Indiërs, op een moment dat het een
drukte van belang was in Egypte. De aanleg van het Suezkanaal zorgde voor de
aanwas van een diverse groep immigranten. Deze lagere klasse had vooral toegang
tot produkten als rijst, linzen, macaroni (vast een duit in het zakje van de
ruimschoots aanwezige Italianen), kikkererwten, tomaten, uien, knoflook en
olie. Als je dat bij elkaar gooit in een pan kom je uit bij koshari... Zo
simpel zat het waarschijnlijk wel in elkaar. Het werd eerst alleen buiten op
straat verkocht, maar toen het populair werd, werd het ook aangeboden door
restaurants. Nog steeds is koshari bijzonder populair en bepaalde restaurants
hebben zich erin gespecialiseerd. Het enige wat ze aanbieden is dus koshari,
koshari en koshari. Het gerecht is in principe vegetarisch of veganistisch en
wordt niet gegeten met vlees of vis, hoewel een setje köfte (gehaktballetjes)
er niet bij misstaat... Ook platbrood wordt nog wel getolereerd.
mijn eigen kedgeree (link hieronder)
Het recept voor kedgeree (nou ja, een variant daarop) heb
ik al eens geblogd, de khichdi (recept in de link) staat naar mijn idee wel erg
ver af van onze Westerse smaak, dus volgt hieronder de koshari. En welk ander
recept kon ik kiezen dan die van Ottolenghi, die het bij onze buren (en daarna
in andere landen) zo hip wist te maken?
En? Was het wat? Ja! Comfort food! Ik wantrouwde dit
recept het meeste van alle pilafs, waarom weet ik niet… Maar het is een gul,
warm gerecht. Warm door de kaneel en net wat pittig door de rode peper (en ik
was daar erg zuinig mee). Maar nadat laatst de vegetarische paella (komt
nog...) wel erg uitgekleed bleek, gebruikte ik hier toch kippenbouillon en een
gebakken eitje erop, want alleen rijst en saus leek me wat karig. Ook de
kinderen vonden dat een goed idee. Ze aten alles keurig op.
Koshari van Ottolenghi
recept voor 3 personen, of 2 grote en 2 of 3 kleine
mensen
bron: Ottolenghi - The Cookbook
Voor de tomatensaus:
4 el olijfolie
2 tenen knoflook, gesnipperd
2 rode chilipepers, gesnipperd, zonder zaadlijsten (of
naar smaak! Ik gebruik gewoon 1 theelepel sambal oelek vanwege de kinderen…)
8 rijpe tomaten, ontveld en in stukjes (of 2 blikken
tomaatstukjes van 400 ml – waarschijnlijk ook lekkerder)
370 ml water (ik vond dit veel te veel – kijk maar even
hoe dun je het wilt maken. De dikte van ketchup is goed)
4 el (appelcider)azijn
3 tl zout
2 tl komijnpoeder
20 gr vers korianderblad, grof gehakt
Voor de rijst:
200 tot 250 gr gedroogde (groene) linzen (de Puy linzen bv zijn
mooi stevig). Snelle versie? Pak een blik linzen en voeg dat aan het einde toe
200 gr basmati rijst
40 gr roomboter
50 gr vermicelli (korte stukjes)
400 ml kippenbouillon of water
½ tl nootmuskaat
1 ½ tl kaneel
1 ½ zout
½ tl zwarte peper
Voor de topping:
4 el olijfolie
2 grote (witte) uien, gehalveerd en dun gesneden
Begin met de saus: verhit de olie en fruit de rode peper
en knoflook kort (2 minuten) op laag vuur, want anders verbrandt de knoflook. Voeg
dan de andere ingrediënten, behalve de koriander, toe. Laat de saus 20 minuten
pruttelen. Voeg er dan de koriander aan toe en zet het apart. Je kunt het
straks koud of warm bij de rijst serveren.
Voor de koshari: spoel de linzen schoon. Breng een pan
met ruim water aan de kook en kook hierin de linzen voor ongeveer 25 minuten.
Ze moeten gaar zijn, maar niet papperig, dus proef iets eerder of ze al goed
zijn. Laat ze uitlekken en houd ze apart.
Spoel de rijst goed af om het zetmeel eraf te spoelen. Smelt
de boter in een pan. Voeg de rauwe vermicelli eraan toe en bak ze tot ze
goudbruin worden. Voeg de uitgelekte rijst toe en roer zodat alles bedekt is
met boter. Voeg de rest van de ingrediënten toe (maar niet de linzen) en breng
het aan de kook. Laat het 12 minuten pruttelen met het deksel op de pan. Zet
daarna het vuur uit en laat de pan nog eens 5 minuten staan. Als je pan niet
goed afsluit, moet je een theedoek tussen deksel en pan leggen en deze boven
het deksel vastknopen.
Ondertussen de uien bruin bakken in de olie. Het is het
lekkerste om hier uitgebreid te tijd voor te nemen: hoe lager de hitte, hoe
zoeter de uien worden. Witte uien zijn overigens ook zoeter dan gewone gele
uien.
Voeg de linzen en het meeste van de uien bij de rijst en
schep door. Leg het restant van de uien er bovenop. Serveer met de saus.
¹ Ibn Buttata – waarom zijn er altijd zoveel leuke
lijntjes als je gaat graven in geschiedenis? De heer Ibn Buttata was een
Marokkaanse ontdekkingsreiziger (1340 – 1368 of 1369). Zijn volledige naam
luidde Abdullah Mohammed ibn Abdullah ibn Mohammed ibn Ibrahim al-Lawati ibn
Battuta. In 1325 vertrok deze Berber vanuit Tanger, richting Mekka om de Hadj
te volbrengen. Daarna keerde hij echter niet terug naar huis, maar hij bleef
reizen, langs vele landen in Azië (waaronder dus India), het Midden-Oosten,
Afrika, China, etc… Na 25 jaar kwam hij uiteindelijk weer terug in Tanger. Zijn
verhalen werden opgetekend in een boek genaamd Rihla (Reizen). Over khichdi
schreef hij dus ook in dit boek ('munj' zijn de linzen): de munj (Moong) wordt gekookt met rijst, afgemaakt met boter en
gegeten. Dit noemen ze Kishri, en ze eten het elke dag als ontbijt.
Ik heb deze Ottolenghi ook, en op de een of andere manier spreekt koshari me ook niet zo aan. Net zo als jij. Bij mij komt het door de vermicelli die erdoor gaat. Ik ben bang dat dat of heel papperig wordt of te hard blijft. Rijst en linzen door elkaar is lekker, en werkt prima, maar die vermicelli, nee. Maar jij bent overtuigd, dus misschien moet ik het toch eens proberen.
BeantwoordenVerwijderenJa, ik hikte echt tegen deze aan. Maar hij hoorde bij de serie, dus vooruit met de geit... Maar serieus, het is een blijvertje. Dit eet ik beslist vaker.
BeantwoordenVerwijderen