1 juni 2013

Geroosterde druiven voor bij de borrel



Als mijn receptaantekeningen niet gecodeerd in morse zijn opgeschreven,  dan zijn ze in ieder geval summier te noemen. Het volgende had ik genoteerd om deze druiven op te slaan in het grote archief: Druiven oven - 220 graden, 40 min.

Tja. Nu is er ook echt niet meer aan dan dit. Het idee is dat je de druiven op hoge temperatuur bakt, zodat ze openbarsten en iets indrogen. Daarmee worden het druiven in een soort zoete siroop. Maak ze iets interessanter met rozemarijn of tijm en een drupje olijfolie, en eet ze met zachte of harde kazen: een pecorino gaat er goed bij, maar een rinsige geitenkaas lijkt mij ook een mooie combinatie.

Geroosterde druiven voor bij de borrel

500 gr pitloze blauwe of rode druiven, omgeschept met:
een tl olijfolie (niet teveel; te vet is niet lekker bij de kaas)
krappe 2 tl verse rozemarijnnaaldjes of tijm (hier ook niet te gul met de extra smaken. Hou het subtiel)
zout en peper naar smaak

Leg de druiven in een ovenschaal, in een enkele laag. Bak ze ongeveer 40 minuten op 220 graden (200 graden hetelucht). Ze moeten dan iets kleiner en gerimpeld zijn en in de schaal ligt wat druivensap. Laat ze afkoelen en serveer ze op kamertemperatuur bij de borrel met een stukje kaas.

 
 
 

Geen opmerkingen: