30 december 2020

Cocktail: Dark 'n Stormy

Even een cocktail tussendoor voor de feestdagen. We hebben hem hard nodig dit jaar.

Royal Club heeft sinds kort naast de ginger ale ook een gingerbeer in het assortiment. Deze frisdrank lijkt wel wat op ginger ale, maar het gaat dan wel om zijn grotere broer die motor rijdt en 's nachts te laat thuis komt. Ik ben al meerdere keren in een hoestbui terecht gekomen nadat ik iets te diep boven mijn glas inademde. En toch... het is zo'n drankje waar je steeds naar teruggaat.

Enfin, nu schijnt het zo te zijn dat de cocktail Dark 'n Stormy de laatste tijd erg populair was. Dat heb ik schijnbaar gemist, maar ik had alle onderdelen nu in huis en het is nog een supersimpel recept ook: 

Begin met een glas met ijsblokjes. Meng daarbij 1 deel bruine rum met 3 delen gingerbeer (of meer of minder naar smaak). Daar kan je ook 1 partje limoen per glas bij doen. 

Er mag een scheutje Angostura bitter bij als je het toch hebt staan. Als deze cocktail naar je smaak is, ben je sowieso een goede kandidaat voor Angostura bitter en moet die wel een vaste plek in de drankkast hebben!  


De rum op de foto (de Ron Abuelo 12 años Gran Reserva) is eigenlijk veel te chic voor een cocktail! Je koopt hem niet bij de grotere ketens, maar wel bij de onafhankelijke sluiter en is zeker de moeite waard. Slobber de rest van de fles maar lekker puur op :) 


29 december 2020

De blanc manger van Holtkamp


Ik merkte dat ik erg gevoelig was voor de marketing van Elke Melk, die melk verkoopt van 1 koe per fles. Dat ik dus wist dat de melk uit die ene fles van een koe kwam die Bleske 34 heette en dat haar melk ‘zoetig’ is, ja, dat appelleerde nogal aan de wens van ‘kleiner leven’, de-globalisering en de groente uit eigen achtertuin halen. We maakten er spontaan een melkproeverij van: we hadden Bleske 34 en Roza 19 staan en daarnaast een pak van de Lidl. En er zit inderdaad smaakverschil in (hoewel de Lidl-melk echt niet slechter smaakte; wel gewoon anders.) Bleske, Roza en hun zusters maken heerlijke melk hoor. Alleen wat prijzig voor mijn grote melkslobberaars (800 ml voor 1,39). Ik zal ook wel niet de doelgroep zijn, want het gaat hier om volle melk. Ik neem aan dat je dat vooral gebruikt als opschuimmelk voor de koffie en dergelijke?

De kinderen mochten niet alles opslobberen; ik besloot er ook nog iets lekkers van te maken. Ik dacht al snel aan een witte melkpudding en op de lijst had ik al jaren een blanc manger staan. Dat is een amandel-melkpudding. Of om preciezer te zijn: de amandelen laat je trekken in warme melk, daarna zeef je het en maak je van de melk een bavarois. Doe daar iets van een zurige fruitsaus bij en je eet je vingers erbij op…

bron foto: Elke Melk


De blanc manger van Holtkamp

Er is op YouTube ook een filmpje van Cees Holtkamp zelf. Dat recept gaat uit van een liter blanc manger voor 8 man en ik besloot om een iets kleinere portie te maken, dat ook uitgaat van 1 beker slagroom. Met het verkleinde recept hieronder maak je nog steeds 6 royale porties.

Nb. De vanillestokjes zijn mij op het moment veel te duur; ik wijk uit naar mijn eigen vanille-extract.

Holtkamp gaat uit van een goede marsepein, waarvan 1 deel amandel is, en 1,5 deel suiker. Maar ik gebruik hele amandelen. Je kunt ook gewoon met amandelmeel starten.

350 ml volle melk
60 gr amandelmeel (eventueel zelf gestampt/gemalen van hele amandelen)
80 gr suiker
250 gr slagroom
een scheutje vanille-extract of een half vanillestokje
7 gr witte gelatine (4 a 5 blaadjes van Dr Oetker - ik heb ze gewogen en kwam uit op 4 blaadjes, maar 1 blaadje zou 1,6 gr moeten wegen, dus dan heb je er toch 5 nodig. Geen grammenweger in huis? Gebruik er dan maar 5)

Doe de melk, het amandelmeel, de suiker en de vanille-extract of het merg uit het vanillestokje in een pan. Roer alles door elkaar en breng aan de kook. Laat het dan een poosje trekken. Vroeger namen ze daar nogal de tijd voor. Ze draaiden hun hand niet om voor een paar uurtjes. Maar zolang kunnen we niet wachten. Laat het in ieder geval 15 minuten staan, met een deksel erop, zonder dat het kookt. Roer wel af en toe.

Laat intussen de gelatineblaadjes 5 minuten weken in koud water. Haal ze dan uit het water en roer ze door de hete melk. Pak er een schone kom bij en giet de melk door een fijne zeef in de kom. Laat deze basis voor de pudding afkoelen. Niet zolang dat het al begint op te stijven, maar je moet wel wachten tot het beslist niet meer warm is. Je kunt het in de koelkast bewaren, maar houdt het in de gaten en roer af en toe om. Het kan wel even duren!

Klop de slagroom stijf (maar niet tot het uiterste) en pak de vorm erbij. Ik koos voor mijn antieke puddingvormpjes, wat als voordeel heeft dat je de pudding niet hoeft te storten. Maar je kunt natuurlijk ook een grote puddingvorm gebruiken. Spoel deze dan om met koud water. Roer met een garde een grote schep slagroom grondig door het puddingmengsel om ze te mengen. Spatel daarna pas de rest van de slagroom er voorzichtig doorheen. Giet of schep de pudding in de vorm en laat het in de koelkast een paar uur opstijven.

Stort de pudding op een schaal (als je voor een grote vorm hebt gekozen) en geef er een fruitsaus bij. Iets van rood fruit is heerlijk. Holtkamp gaat zelf uit van een abrikozensaus.


 

22 december 2020

Kruimeltaartje met rode bessen en pinda’s



Die pinda’s! Die maakten hier beslist het verschil. Ik twijfelde er eerst over, maar het was een onverwachts goede combinatie met de zurige bessen. Wat de bessen betreft; je hebt er amper omkijken naar. Je doet er verder niets mee, maar ze ‘smelten’ dankzij de maïzena, tot een jamlaagje in de taart. Een erg simpel taartje, dat zo gemaakt is, maar met een groot effect.

Kruimeltaartje met aalbessen en pinda’s
Bron: magazine Lecker

voor het deeg:
300 gr bloem
200 gr roomboter
150 gr suiker
snuf zout

voor de vulling:
300 gr rode bessen (aalbessen)
50 gr suiker
1 el maïzena (ik gebruik een maatschepje van 15 ml (=1 el))
100 gr gezouten pinda’s (jawel, dat zout kan best), grof gehakt

Voor het glazuur:
40 gr poedersuiker
beetje citroensap of zoals ik deed: een beetje aardbeiensiroop



Het origineel pakt het wat onconventioneel aan: ze smelten de boter en mengen dat met de bloem, suiker en wat zout. Het werkt prima, maar levert een slap deeg op. Dat valt dan wel weer uitstekend met de hand uit te drukken in de vorm. Wie het deeg liever rolt, zou de boter beter niet smelten. Ik verwacht dat het deeg dan ook wat steviger wordt. Overigens, het originele recept klopt qua ingrediënten niet. De aanvulling is van mijn hand en volgt een simpel korstdeeg.

Hoe dan ook, vorm een deeg en neem daar iets meer dan de helft van af. Druk dat uit in een springvorm of andere taartvorm (ik had een vorm van zo’n 24 cm) waar je ook een vel bakpapier in hebt gelegd. Vorm daarbij een kleine rand van 2 cm.

Maak de bessen schoon en ris ze van de takjes. Meng met suiker en maïzena. Verdeel dit over de taartbodem.
Meng de gehakte pinda’s met het overgebleven deeg en verkruimel dit over de bessenlaag. Als je het slappere deeg hebt gebruikt, dan moet je het gewoon in stukjes plukken. Dat deeg valt niet echt te verkruimelen, tenzij je het hebt gekoeld.

Verhit een oven voor op 180 graden (of 160 hetelucht) en bak de taart gedurende 35 tot 40 minuten. Laat hem eerst helemaal afkoelen.

Maak dan het glazuur. Citroensap lijkt me lekker, maar ik maakte nu een roze glazuur met een beetje aardbeiensiroop. Meng de poedersuiker met een beetje sap of siroop tot een dikkig glazuur. Je hebt maar weinig vocht nodig trouwens. Laat dit in strepen van een lepel lopen, over de taart heen, en laat het nog een poosje uitharden in de koelkast.



 

 

20 december 2020

Gebakken spruitjes met chilisaus en pinda's


De mooiste spruitjes die ik de laatste tijd zag werden deze week aangeboden bij de voordeur, want ik kreeg een kilo opgestuurd van de telersvereniging Van Eigen Bodem. En ik zou ook trots zijn op die spruitjes, want ze waren uitstekend! Ik besloot er iets simpels van te maken in al het decembergedoe. Want de kinderen zijn natuurlijk thuis en ze willen elke dag iets koken, wat gek genoeg nooit neerkomt op een sobere salade, en wel op slagroomtruffels, Belgische wafels, walnotentaart en aalbessentaartjes (daarover meer in het volgende blog), dus u begrijpt; het loopt hier zwaar uit de hand met de calorieën…! Dit avondeten was een welkome, lichte maaltijd.

Ik vraag me af of ik hier een recept voor moet uitschrijven, want daar komen jullie zelf wel uit: maak spruitjes schoon, maar houd ze heel. Ik ga hier even uit van 750 gram spruiten. Bak de spruitjes in een grote hapjespan bruin en gaar in wat olie. Daar heb je zeker tien minuten voor nodig. Ik bak ze eerst halfgaar met een scheutje water erbij en een deksel erop, en daarna bak ik ze verder bruin zonder deksel. Als ze beetgaar zijn draai je het vuur laag. Doe er 1 grote gesnipperde teen knoflook bij. Laat dat heel even meebakken zonder dat het kleurt. Voeg dan 4 a 5 eetlepels zoete chilisaus (van die loempiasaus) en 1 eetlepel ketjap manis toe. Strooi er tenslotte wat cashewnoten of (gezouten) pinda’s over. Misschien nog wat extra zout ook? Wat sambal voor wat extra pit kan ook geen kwaad.

Ik serveerde het met gewone witte rijst en op de foto zie je de vegetarische paprikaburgers van Stegeman, maar dan vóór het bakken in blokjes gesneden. De kinderen schrokken en dachten even dat het tofu was, maar waren blij verrast met deze blokjes.

Wat deed ik met het restant van een kilo spruiten? Een lekker soepje maken! Altijd goed, dit simpele spruitensoepje. Of ook laatst gemaakt: geschaafde, rauwe spruitjes met mijn eigen caesardressing en de verdere Caesar-ingrediënten erbij.




 

16 december 2020

Broccolisalade met rokerige amandelen


Allemaal leuk en aardig, dat vegetarisch eten, maar die uitgebakken spekjes, he…? Het schijnt dat veel mensen juist dát missen in hun vegetarische dieet. Jammer genoeg zijn spekjes ook nog eens amper te vervangen en toch zo lekker. Zo moet ik met enige smart bepaalde gerechten missen. Bijvoorbeeld die goede, oude, super-ouderwetse broccolisalade, die zo populair is in Amerika, en hier best ook wat meer bekendheid mag hebben. Niet omdat hij zo gezond is, maar gewoon omdat hij lekker is. Maar ik vond een vegetarische vervanger, die amandelen gebakken met sojasaus en gerookt paprikapoeder gebruikt. En dat is ook erg fijn.

De broccoli eet je rauw. Voor wie dat niet gewend is: dat gaat prima en het lijkt op koolsalade, maar je moet natuurlijk wel heel kleine roosjes maken. Niemand wil op een stronk broccoli kauwen

Broccolisalade met rokerige amandelen

500 gr broccoli, in heel kleine roosjes (en niet gekookt dus)
1 rode ui, in fijne, halve of kwart ringen
80 gr gedroogde cranberry’s of desnoods rozijnen
een handvol Parmezaanvlokken (met een dunschiller gesneden van het stuk) of gebruik een vegetarische vervanger

dressing:
100 gr mayonaise
1½ el lekkere azijn (witte-wijnazijn of appelciderazijn ofzo)
2 tl scherpe mosterd
1 tl suiker
1 teen knoflook, heel fijn gesnipperd
zout naar smaak

voor de amandelen:
Ik gebruikte 125 gr amandelen, gemengd met pistachenootjes, maar je kunt ook alleen amandel gebruiken, of desnoods de pistachenootjes vervangen met pompoenpitten
1,5 el zoute sojasaus (zoals Kikkoman)
½ tl maple syrup of honing
1/2 tl gerookte (en niets anders) paprikapoeder of meer naar smaak

Begin met de noten: verwarm de oven voor op 160 graden conventioneel (of 150 graden hetelucht). Bekleed een bakplaat met bakpapier. Meng de noten met de sojasaus, stroop/honing en paprikapoeder. Leg de noten op de bakplaat en bak ze gedurende 10 minuten in de oven. De sojasaus droogt dan wat op. Maar houdt ze in de gaten; ze kleuren snel, maar laat het niet gitzwart worden!
Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen. Ze worden dan ook weer wat knapperiger!

De rest is simpel: maak de dressing en meng die met de salade-ingrediënten en de amandelen.


8 december 2020

Hartige frangipanetaart met sperziebonen en kerstomaatjes

Ik heb deze taart ook al in de zomer gemaakt en dan met 250 gr tomaatjes. Dan is het een ideaal zomers gerecht. Maar ik zie dit ook wel in de winter op tafel verschijnen, want je kunt echt alles gebruiken: hier dus met haricots verts (dunne, fijne sperziebonen) en weer met een paar tomaatjes. Maar die tomaten zou je net zo goed kunnen vervangen met lekkere zwarte of groene olijven. Of misschien kort gestoomde of geblancheerde bimi (die lange broccoli-achtige stengels) met halfgedroogde tomaat (niet de gedroogde tomaat uit pot, maar uit de tapasbakjes uit de koeling) en als je dat een beetje mooi neerlegt zie ik het zomaar met de kerst op tafel komen!

Je maakt dit voor 4 personen als hoofdgerecht of zelfs voor 6 personen, als je het als onderdeel van een diner gebruikt en er een salade bij serveert.


Hartige frangipanetaart met sperziebonen en kerstomaatjes
recept voor 4 personen, eventueel met een salade erbij

1 pak roomboter bladerdeeg (ik gebruik de bekende vierkantjes uit de vriezer en dan dus 9 stuks, dat is groter dan een kant-en-klare rol! Maar je zou er daarvan ook twee kunnen samenvoegen en desnoods het recept wat aanpassen?)
125 gr haricots verts (kan uit de vriezer!)
100 gr gele en rode kerstomaatjes
Beetje tijm, vers of gedroogd

Voor de vulling:
130 gr zachte roomboter
3 teentjes knoflook, gesnipperd
3 middelgrote eieren (M) + 1 eierdooier óf gebruik 3 grote eieren (L) en houd 1 dooier daarvan apart
55 gr bloem
100 gr gemalen amandelen (amandelmeel)
75 gr geraspte Parmezaan of een vegetarisch alternatief

zout naar smaak


Verhit de oven voor op 190 graden (of 170 graden hetelucht). Laat de bakplaat er alvast in opwarmen.

Leg het bladerdeeg op een vel bakpapier zodat je een vierkant van 3 bij 3 vierkantjes hebt. Laat het deeg een beetje overlappen: zodra het ontdooit is druk je de naadjes op elkaar. Vouw ook de buitenste randen een beetje naar binnen zodat je een hogere rand krijgt.

Maak dan de frangipane: klop de zachte boter met een garde tot deze wit en luchtig is. Voeg er dan de knoflook en eieren aan toe (de dooier houd je apart voor de randen!), klop het erdoor en voeg dan ook de bloem, amandel, kaas en zout toe en meng het er goed doorheen.

Schep de vulling op het deeg en strijk het glad. Bestrooi met wat tijm en leg de groente erop. Het is mooi als je de bonen allemaal in dezelfde richting legt. Snijd de tomaatjes (in de lengte) doormidden en leg ze tussen de bonen. Meng de eierdooier met een beetje water en bestrijk daarmee de deegranden.

Trek het bakpapier nu op de hete bakplaat en plaats terug in de oven. Bak de taart gedurende 35 tot 40 minuten of tot het mooi bruin en gaar is.

Lekker met een groene salade!


 

3 december 2020

Hongaarse appeltaart (almás pite)



Er komen hier dagelijks twee Hongaarse jongens over de vloer; buurjongens en vriendjes van de kinderen, en dat is heel nuttig. Onze meiden kunnen nu onder andere tot tien tellen in het Hongaars en je weet maar nooit wanneer dat nog eens van pas komt. Natuurlijk vindt er culinair ook rijkelijk kruisbestuiving plaats en ik heb meerdere Hongaarse taarten op de to do-lijst staan, maar we beginnen simpel: een appeltaart. Almás pite. Toen ik het tegen één van de jongens zei, zag ik een miniem lachje voordat ik werd gecorrigeerd: je spreekt het uit als ‘almasj pite’- zie link!


Hongaarse appeltaart (almás pite)
Bron: Zserbo 

voor het deeg:
270 gr zelfrijzend bakmeel
60 gr suiker
1 zakje vanillesuiker
100 gr koude roomboter
1 middelgroot ei (M) (of een groot ei (L), maar houd dan iets apart voor het bestrijken van de bovenkant!)
60 gr yoghurt (ik neem Griekse yoghurt)
snuf zout

voor de vulling:
1,5 kg appels (ik gebruik Jona Gold)
1,5 tl kaneel
60 g suiker
1 el griesmeel (niet in huis; ik heb er een eetlepel havermout in gedaan. De eerste keer was ik het helemaal vergeten en dat kwam ook goed…)

om te bestrijken: 1 ei

Bakvorm: het origineel zegt een dichte vorm van zo’n 32×32 cm, maar ik gebruikte een grote springvorm, bekleed met bakpapier

Maak eerst de appelmoes: schil de appels, haal het klokhuis eruit en rasp de appels op een grove rasp. Doe ze in een kookpan, samen met de suiker en kaneel, en breng aan de kook. Laat het op niet te hoog vuur pruttelen tot de appels zacht is. Daar hoeft dus niet extra vocht bij, het is juist de bedoeling dat het meeste verdampt. Leg dus ook geen deksel op de pan. Het origineel laat je de appelrasp ook nog uitknijpen, maar dat geloofde ik wel. Af en toe roeren, zeker aan het einde als het meeste vocht verdampt is! Ik trek hier wel een half uurtje voor uit. Vijf minuten voor het klaar doe je de eetlepel griesmeel erbij om de puree nog steviger te maken, maar dat doe ik dus met een goede eetlepel havermout. Je moet uiteindelijk een echt dikke appelmoes hebben. Het is de bedoeling dat het straks na het bakken niet uitloopt. Laat het dan afkoelen.

Ondertussen maak je het deeg. Doe het meel, de suiker en vanillesuiker met een snuf zout in een kom. Snijd de koude roomboter er in stukjes doorheen, en/of snijd de boter met twee messen in het meel fijn. Wrijf het dan vlug tot kruimels. Voeg het ei en de yoghurt toe en kneed het nu vlug tot een soepele bal deeg. Niet langer kneden dan nodig is! Bewaar het deeg in de koelkast tot je klaar bent voor het vormen.

Verwarm de oven voor op 180 graden conventioneel (of 170 graden hetelucht).

Verdeel het deeg in 2 stukken en rol er eentje uit op een bebloemd werkvlak. Plaats de lap in de bakvorm (liefst op bakpapier of anders een ingevette vorm). De taart heeft geen zijkant van deeg! Het is echt een bovenkant met onderkant en vulling ertussen. Prik de bodem op een paar plaatsen in met een vork. Leg de afgekoelde appelmoes erop. Rol de twee bal deeg ook uit en plaats deze er ook op. 

Bestrijk de bovenkant met wat geklutst ei. Prik de bovenkant ook nog even in en bak de taart dan in ongeveer 35 minuten gaar en bruin. Je kunt hem lauw eten, maar koud met slagroom erbij is hij ook erg lekker.