30 maart 2020

Citroen sorbetijs (voor een ijsmachine)


Afbeelding van Yousz via Pixabay 

Even een heel kort en simpel recept tussendoor. Met een geheim. Namelijk het geheim van poezelzachte citroensorbet. En dat is simpelweg een stijfgeklopt eiwit dat je er aan het einde doorheen mengt. Dat maakt het ijs goed schepbaar, met die zachte structuur van sorbetijs.

Dit is een heel makkelijk recept, maar je hebt wel een ijsmachine nodig. Ik weet niet of het ook werkt als je het mengsel zelf steeds doorschept tijdens het bevriezen.

Citroen sorbetijs (voor een ijsmachine)

450 ml water
250 gr kristalsuiker
optioneel: de schil van een biologische citroen zonder de witte laag
200 ml vers citroensap
1 eiwit van een groot (L) ei

Doe de suiker, het water en eventueel de citroenschil in een pan. Breng het aan de kook en laat het 2 minuten koken. Laat het afkoelen en voeg daarna het citroensap toe. Zet het daarna in de koelkast om verder af te koelen – hoe kouder, hoe beter.

Draai het mengsel tot ijs in een ijsmachine. Terwijl dat draait, klop je een eiwit tot stijve pieken en dat voeg je toe aan het ijs, als het bijna klaar is: spatel het erdoorheen en laat nog even verder draaien. Dan verder invriezen in een bak in de vriezer.



22 maart 2020

Pasta met daslookpesto, erwten en gevuld ei



Dan nu maar even een echt lenterecept, zo tussen alle virusellende door. Maar je moet wel aan alle ingrediënten kunnen komen... Ik dacht eerst dat de daslook daarin een spelbreker zou zijn, maar die eieren...? Een dochter stelde dus voor om er gevulde eieren bij te maken en dat vond ik een leuk alternatief bij de warme maaltijd, maar bij mijn supermarkten is er inmiddels geen ei meer te krijgen.

Maar goed, voor die pesto moet je dus aan daslook kunnen komen. Bij mij staat het in de tuin en dat is aan te raden. Hoewel het ook in het wild groeit, mag je die dus niet plukken, want het is beschermd. Daslook heeft het namelijk moeilijk in Nederland. Hoe dat komt is mij een raadsel, want als het eenmaal in je tuin staat, kom je er haast niet meer vanaf - het woekert behoorlijk door. (nb. een lezer meldde nav deze blog dat daslook sinds 2017 niet meer beschermd is in Nederland! In België nog wel.) Geen daslook in de buurt? Nou ja, je kunt het vervangen met basilicum + een teen knoflook, maar het is niet hetzelfde. Daslook smaakt grassig of bieslook-achtig met een flinke knoflookgeur. Oh ja, pluk de daslook vóórdat deze in bloei staat, want daarna gaat die knoflooksmaak eraf! Dat is dus over een maand ongeveer.






Pasta met daslookpesto, erwten en gevuld ei

voor de pesto:
60 gr verse daslook
25 gr peterselie (=1 plantje)
30 gr parmezaan, pecorino of een andere harde (vegetarische) kaas (een oude Goudse kan desnoods ook wel)
25 gr pijnboompitjes
50 tot 100 ml olijfolie
Zout naar smaak

verder nodig:
1 a 2 el kappertjes
500 gr doperwten (diepvries)
350 tot 400 gr pasta

En voor de eieren (1,5 tot 2 eieren p.p.) kan je dit recept in de link gebruiken, hoewel het een fluitje van een cent is: eieren in 10 minuten hard koken, laten schrikken, pellen en halveren. Eierdooiers prakken met een flinke lepel mayonaise, likje mosterd en een goede snuf kerriepoeder. Op smaak brengen met zout en met dat mengsel vul je de eitjes weer. Koud bewaren.

Voor de pesto maal je alles fijn met een keukenmachine of staafmixer. Een vijzel kan ook hoor – heel klassiek.

Kook de pasta gaar in heel ruim water en voeg daar in de laatste minuten de doperwten aan toe. Giet dan alles af en meng de pesto en kappertjes erdoor. Serveren met de eieren en wat extra kaas.

Nog meer recepten met daslook nodig? Ik schreef al eens over een salade met limabonen en sperziebonen.




15 maart 2020

Omelet met ui



Ik maak regelmatig dit recept voor een omelet met heel veel ui als bijgerecht bij groente en aardappels. Een vegetarisch alternatief, zodat we niet steeds naar vleesvervangers hoeven te grijpen. Ik heb niets tegen vegetarische hamburgers en dergelijke, maar denk wel dat je het niet te vaak moet eten. Het blijft natuurlijk sterk bewerkt en er zijn betere alternatieven. 

Ik volgde ook al een paar keer Yvette van Boven die laatst zo hoog opgaf in de Volkskrant over dubbelgekookte groente. Ripassata noemde ze het – 'nogmaals langsgaan' (de dubbelgekookte andijvie staat ook op de foto). Ze zei dat je groente als andijvie en witlof tien minuten moest koken in water. Dat laat je dan heel goed uitlekken (en als ik zeg ‘heel goed', dan bedoel ik ‘heel goed’). In een koekenpan giet je een royale scheut olijfolie. Daar fruit je kort 1 a 2 gesnipperde teentjes knoflook in en ook wat chilivlokjes. Een ansjovisje uit blik erin laten smelten mag, hoeft niet, maar doe er dan nog wel straks wat zout bij. Dan dus die zo droog mogelijke groente er weer in en dat bak je nog eens 15 minuten. Niet te hard, maar wel zodanig dat het echt bakt. Nou ja, en dat laatste lukt bij mij dus niet zo goed en ik weet precies waar het probleem zit: ik ben zuinig met de olie, want ik ben een trut. Die baal andijvie (ga gerust uit van een kilo; dat eten wij hier met z’n tweeen op, want er blijft niets van over), die bak je dus niet op in een scheutje olie. Daar moet je echt royaal mee zijn en dat ben ik niet en van echt bakken komt dus niets. Het is wel lekker, hoor. Maar enfin, doet u maar met deze informatie wat u denkt dat goed is… Oh ja, aardappelpuree is er lekker bij.   

Omelet met ui
recept voor 4 personen als bijgerecht

400 gr uien, in halve ringen
70 gr geraspte kaas naar keuze (bv (vegetarische) Goudse oude, parmezaan, pecorino, etc)
2 el olijfolie
6 middelgrote eieren (M)
zout naar smaak
zwarte peper voor wie dat lekker vindt

Bak de uien in de olie, in een pan met anti-aanbaklaag. Houd het vuur laag tot middelhoog en bak de uien bruin. Ik leg zelf een deksel op de pan gedurende de eerste tien minuten om de uien vooral te garen en daarna bak ik ze nog eens vijf minuten zonder deksel en op hoger vuur om ze bruin te bakken.

Kluts de eieren met een vork (en dus niet kloppen met een garde, want dan krijg je schuim) in een kom en breng op smaak met wat zout (en peper als je dat wilt). Voeg de kaas toe en meng het erdoor.

Giet de eieren in de pan met de uien, schep het even heel kort door elkaar zodat het eimengsel goed verdeeld is. Bak het omelet op niet te hoog vuur. Leg er ook een deksel op, dan gaart het sneller. Als de onderkant mooi bruin is leg je een groot bord op de pan en je draait pan en bord om, zodat het omelet op het bord ligt. Laat het omelet dan weer de pan in glijden en bak de andere kant ook bruin.




8 maart 2020

Pasta met gele paprika en pistachenootjes



Ik ben mijn weg door Jamie Oliver’s boek VEG aan het werken en dat bevalt best goed. Na het pastarecept van de vorige keer blijf ik even in het hoofdstuk Pasta. Dit recept is ook simpel en het lijkt wel wat op de paprikasaus die ik zelf ooit maakte, maar de gele kleur zet je tijdens het eten op het verkeerde been. Je verwacht toch een andere smaak als het geel is. De pistachenootjes tillen het ondertussen net even op een wat hoger niveau. Maak er alleen wel een salade ofzo bij, want anders is het te weinig. De saus heeft natuurlijk maar weinig om het lijf en geeft te weinig vulling en te kleine bordjes pasta.  

Pasta met gele paprika en pistachenootjes
Recept voor 2 grote en 2 a 3 kleine mensen, maar maak er een (vullende) salade bij

1 el olijfolie
2 el witte wijnazijn
1 middelgrote ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, in plakjes
300 gr gele (punt)paprika, schoongemaakt, in reepjes
zout naar smaak
50 gr geraspte Parmezaanse kaas of een andere (vegetarische) kaas

verder nodig:
25 gr gepelde pistachenootjes
400 gr pasta naar keuze
extra kaas voor erbij

en ook:
een koeken- of hapjespan met deksel (desnoods kan het ook wel met een gewone kookpan)

Verhit een koeken- of hapjespan en doe hierin de ui, knoflook, azijn en olie. Warm dit door, voeg de paprikastukjes eraan toe en leg een deksel op de pan. Laat dit tien minuten rustig stoven, tot de paprika zacht is. Doe het dan in een kom, voeg de Parmezaan toe en pureer de groente met een staafmixer tot een gladde saus. Breng op smaak met zout.

Ondertussen de pasta gaar koken. Ook de pistachenootjes in een vijzel fijnstampen, of eventueel gewoon fijnhakken, maar dan krijg je het waarschijnlijk niet zo fijn.

Giet de pasta af en doe de saus erbij. Serveren met de pistachenootjes en extra kaas.



1 maart 2020

Bananenbloesem - een soort jackfruit?



In de grote Chinese supermarkt was het afgelopen week ongewoon rustig. Ik was blijkbaar één van de weinigen die er naar binnen durfde. Ik kwam voor een nieuw voorraadje paneer, maar dacht eraan om ook eens een blik jackfruit mee te nemen; het vezelige fruit dat op dit moment zo populair is onder veganisten, omdat je er zulke lekkere stoofpotten mee kunt maken. Zeggen ze. Maar jackfruit op water was niet te vinden, er was alleen maar jackfruit op siroop en dat moet je dus niet hebben. Daarnaast stond wel een blik met bananenbloesem. Nog voor ik kon denken ‘het moet toch niet gekker worden’ zat het al in mijn mandje. 



Eenmaal thuis zag ik dat ook dit product veel wordt gebruikt door veganisten, maar dan om nepvis mee te maken. Als je de bloesem doorsnijdt, zie je namelijk laagjes bloemblaadjes die wel wat doen denken aan de lamellen van gegaarde vis. Je kunt de stukken bloem dus in een bierbeslag onderdompelen en ze frituren als kibbeling. Of je maakt er een Vietnamese salade met pinda's en papaya van. Of… een Indiase droge curry met kokos. Dat laatste heb ik gedaan en ik heb het gegeten, maar ik weet niet goed wat ik ervan vind. Aan de smaak ligt het niet, die heeft wel iets weg van een milde artisjok uit blik en het doet echt niet denken aan banaan. Het was eigenlijk best lekker. Maar ik had de bloemen blijkbaar eerst moeten schoonmaken, want ik vond allerlei ‘graten’ – een soort naaldjes die tussen de bloemblaadjes zaten en die net iets te stevig waren om op te eten. Alleen daarom al zou ik niet snel nog eens kopen. De bloemen zelf zagen er trouwens bijna buitenwerelds uit; romig en met een zachte structuur alsof het bij leven wel oogjes en tentakels had gehad en ooit had gezwommen. Ik geloof niet dat deze tekst kan worden gelezen als een grote aanbeveling, maar och, de echte 'daredevil' moet zelf maar eens zo'n blik meepakken...

Voor de goede orde geef ik hieronder het recept dat ik bewerkte van het origineel en wat je dus een kleine portie oplevert. Je kunt dit gebruiken als bijgerecht voor twee personen en dan maak je er bijvoorbeeld nog rijst of naan bij, en een tweede curry.


Droge Indiase curry van bananenbloesem
bron: SBS

1 of 2 el olie
1/2 tl bruin mosterdzaad
1 middelgrote ui, in dunne, halve ringen
beetje chilivlokjes naar smaak
5 curryblaadjes (die ik verving met limoenblad uit de vriezer)
2 cm gember, fijn gehakt
½ tl kurkuma
1 blik bananenbloesem (uitlekgewicht 260 gr)
30 gr gedroogde kokos
50 - 75 ml kokosmelk (als je de rest van de verpakking niet nodig hebt, kan je ipv een pak kokosmelk misschien ook iets zinnigs doen met wat santen)

Laat de bloesem uitlekken en snijd het in potlood-dikke plakjes.

Verhit de olie in een (hapjes)pan op middelhoog vuur. Doe het mosterdzaad erbij tot het gaat spetteren en voeg dan de uien, chilivlokjes, limoenblaadjes, gember en kurkuma toe. Bak dit tot de uien bruin worden.
Doe dan de bananenbloesem erbij, samen met de geraspte kokos en kokosmelk. Warm dit even door en serveer. Het is dus de bedoeling dat het vrij droog blijft.

Citroencake



Het beste recept voor een gewone cake blijft de ‘quatre-quarts’ – oftewel gelijke gewichten voor eieren, suiker, bloem en boter – en dat maak je natuurlijk met je ogen dicht. Daar kan je allerlei smaken aan toevoegen, maar als je veel vloeistof toevoegt moet je toch de verhoudingen aanpassen en daar pak ik graag een recept bij. Op bakgebied heb ik weinig aangeboren gevoel voor de fijne balans... Het recept hieronder is dus duidelijk niet van mij, maar ik kan het aanraden. Het werd een heerlijke zachte cake met een goede citroensmaak.

Het origineel doet maar liefst de rasp van 6 citroenen in het beslag, maar ik hield het bij 3 grote exemplaren, omdat ik even niets kon aanvangen met al dat sap. Tenslotte pers je de benodigde 100 ml wel uit 2 stuks, dus je houdt sowieso al extra sap over. Ik doe dat zelf graag in een kan, vul dat af met koud water en zet het in de koelkast om later te drinken. Maar je kunt het sap ook gebruiken voor een glazuur: doe een beetje sap bij een kommetje poedersuiker en roer dat tot een lobbig glazuur. Giet dat na het bakken over de afgekoelde cake. Nog meer citroensmaak.

In het originele recept werd ook gezegd dat men de cake wel eens maakt met sinaasappelsap en wat gele rozijnen erbij. Dat zie ik ook wel zitten!

Citroencake
Bron recept: Eating Asia

225 gr zachte roomboter
270 gr suiker
4 middelgrote (M) eieren of 3 grote (L)
320 gr zelfrijzend bakmeel
60 ml melk
snuf zout
100 ml citroensap
fijn geraspte schil van 3 grote citroenen (liefst biologische)

Verhit de oven voor op 180 graden conventioneel (of 160 graden hetelucht). Pak er een bakvorm bij en boter die in of leg er bakpapier in. Ik gebruikte een brownievorm van 22 cm.

Klop de boter en suiker wit en luchtig. Voeg de eieren één voor één toe. Spatel er dan het bakmeel, melk en zout doorheen en tenslotte de rasp en het sap. Giet dit in de vorm en bak de cake gaar in ongeveer 1 uur. Steek er aan het einde een satéprikker in: als die er schoon en droog uitkomt is de cake klaar. Laat het afkoelen en haal dan uit de vorm.