27 juli 2013

Scones met gekarameliseerde banaan


 
En op een dag zat ik opeens aan gebakken banaan te denken. Sinds ik mijn eigen boontjes dop, ben ik nooit meer naar een Chinees (afhaal)restaurant gegaan en dat moet dus wel bij elkaar zo’n twintig jaar zijn. Een heel groot gemis vind ik het niet, hoewel er iets in het bijzonder viel te zeggen voor die gebakken banaan. Op het moment dat je al propvol zat met babi pangang (mijn favoriet toen ik klein was) en bami, kwam er nog een warme banaan in een deegjasje bij. Maar bij de gedachte eraan loopt het water me nog steeds in de mond. Banaan kan wat zacht worden als je het verhit, maar doe er suiker en wat koolhydraten bij en je hebt een match made in heaven. Mijn tarte tatin met banaan bijvoorbeeld heeft vaste liefhebbers op verjaardagen. En in deze scones zijn gekarameliseerde banaanstukjes de smaakmaker. Ik was voor poging nummer 1 even afgeweken van mijn norm en had het vette recept met veel boter gebruikt, zoals Jamie Oliver dat doet, maar ik vind het niets. Geef mij maar de betrekkelijk slanke variant van Mary Berry. Het is luchtiger en meer een cakeje. Ik vind de scones van Jamie te zwaar op de maag liggen. Vandaar dat dit poging twee was:

Scones met gekarameliseerde banaan
recept voor ongeveer 10 scones of 1 grote

2 bananen (gewoon geel - niet te rijp, maar ook niet groen)
1 el suiker
1 el roomboter
450 gr zelfrijzend bakmeel
2 (kleine) tl bakpoeder, niet afgestreken, niet met een kop erop, maar iets ertussenin (niet te veel; de scones krijgen er een zeepsmaak van)
75 gr koude roomboter
50 gr suiker
2 eieren (L)
ongeveer 225 ml melk
 
 
Snijd de bananen in dikke plakjes. Verhit de boter in een koekenpan en voeg de banaan met de suiker toe. Laat het op middelhoog vuur bakken en schud regelmatig om. De banaan is klaar als het bruine plekken krijgt. Zorg dat je de plakjes niet stuk kookt, maar ze zullen wel redelijk zacht worden. Laat het afkoelen.

Verwarm de oven voor op 220 graden (195 graden hetelucht).

Doe de bloem en het bakpoeder in een kom. Voeg de boter er in stukjes aan toe en meng de boter er met je vingers doorheen tot het zeer kleine stukjes zijn of snijd het met 2 messen in stukjes ter grootte van een erwt. Het is belangrijk dat je het niet volledig mengt; er moeten nog stukjes boter zichtbaar zijn. Meng de suiker erbij.

Klop de eieren los en voeg melk toe tot je in totaal 300 ml hebt. Voeg dit met beetjes toe aan de bloem, maar je moet een beetje overhouden. Ik hield zelf nog zo’n 100 ml over. Meng het vlug tot een plakkerig, maar hanteerbaar deeg. Kneed het niet te lang; daar wordt het deeg taai van. Er zullen nog klontjes in het deeg zitten, misschien van de boter, maar dat is goed. Het zorgt voor laagjes in de scones (een beetje hetzelfde effect als bij bladerdeeg). Voeg dan ook de banaan toe en ‘kneed’ het er voorzichtig doorheen.

Druk of rol het deeg dan uit tot een dikke plak van 2 cm en steek er met een vormpje van 5 of 7 cm scones uit. Rol het restant weer opnieuw uit en steek daar ook weer scones uit. Of doe als op de foto (en dat is veel sneller) – vorm er een dikke plak van die straks in punten kan worden gesneden.

Leg de scone(s) op een ingevette bakplaat of bakpapier. Bestrijk de bovenkanten met het overgebleven melkmengsel en bak de scones 10 tot 15 minuten tot ze goed gerezen en bruin zijn. De grote koek mag wel 20 minuten of meer hebben. Laat het afkoelen.

Serveer ze zo vers mogelijk met mascarpone of naturel bij een mok thee.

 

 

Geen opmerkingen: