“Recepten van Flipje het fruitbaasje” was een gratis boekje, uitgegeven in 1935, ter ere van het 50-jarige bestaan van de jamfabriek ‘De Betuwe’ uit Tiel. Flipje (wie kent hem niet, hun reclamefiguurtje gemaakt van een framboos en rode bessen) bestond net twee jaar en zou razend populair worden in de decennia erna. Nu valt er best wat te zeggen over Flipje, maar de schrijfster van de recepten is veel interessanter. Die recepten werden geschreven door Martine Wittop Koning, een zeer bekende kookboekenschrijfster uit die tijd (waarschijnlijk zelfs de meest productieve schrijfster van de 20e eeuw). Maar ze stond bepaald niet bekend om haar exquise gerechten, want ze schreef vooral over de voedende, simpele keuken voor de arbeidersklasse. En dat komt ook weer sterk naar voren in dit werkje. Het is volkomen achterhaald, en daar kan deze dame niets aan doen, maar het kan zelfs toen niet heel erg spannend zijn geweest. En dat was nou precies de bedoeling van mejuffrouw Wittop Koning…
Wittop Koning (1870 – 1963) schreef of vertaalde zo’n 200
publicaties en het is niet moeilijk om tussen oude kookboekjes iets van haar hand
tegen te komen. Zo probeerde ik laatst uit te zoeken of je dood gaat aan het
eten van beukennootjes (dat soort dingen doe ik tegenwoordig op zaterdagavond
bij gebrek aan spannender alternatieven) en in mijn zoektocht stuitte ik op een
krantenartikel uit 1943 over de giftigheid van de zaadjes. Het bleek dat Martine
in de krant had aangeraden om beukennootjes te verzamelen en daarmee te koken
vanwege het hoge vetgehalte. Tenslotte waren de vetrantsoenen in de oorlog
karig, en al helemaal voor een tijd waarin men gewend was veel meer vet te
gebruiken dan wij nu. Op aanraden van de kokkin bakten de lezers er taart,
koekjes en brood mee, om daarna spoorslags af te reizen naar het ziekenhuis.
Dood ga je weliswaar niet aan beukennootjes, maar je kunt er flink ziek van
worden. Wittop Koning nam haar advies volgens het artikel nooit terug en die
reactie, maar ook de recepten, typeren haar.
Ze kwam zelf uit een ontwikkeld ingenieursgezin, maar
richtte zich tijdens haar werkzaam leven als huishoudschoollerares vooral op de
arbeidersklasse, waar veel eer viel te behalen, want menig gezin leefde nog in
erbarmelijke toestanden. Het idee was dat alles op zijn pootjes terecht zou
komen zolang je de man van de jenever wist te houden en het gezin werd gevoed
met goede, maar goedkope producten. Wittop Koning omarmde het zuinige principe
van de huishoudscholen als geen ander. Simpel en eenvoudig waren de
kernwoorden. Saai en zuinig waren het ook. Het waren weliswaar andere
tijden, met twee wereldoorlogen en een crisis tussendoor, en in dat
tijdvlak heeft ze veel gedaan om de lagere klasse kennis bij te brengen over
voedingswaardes en het verstandig omgaan met huishoudbudgetten. Maar toch staat
ze vooral bekend om haar eenvoudige recepten. En ook om haar pogingen om de
bevolking vegetarisch te laten eten. Ik vind haar zelden betuttelend overkomen
wanneer ze mensen probeert te bekeren, want ze schreef net zo goed over vlees
als over groente, maar een stamppot met peulvruchten erdoor gemengd om zo vlees
te kunnen uitsparen was bij haar nooit ver weg. Haar idee was om de mensen
ermee bekend te maken en ze dramde nooit door - zo slim was ze wel. Maar toch
was het vegetarisme begin 20e eeuw nog erg onbekend en beslist
onbemind, en niet geaccepteerd, en ze kwam niet ver bij een maatschappij die
vlees op de eerste plek zette. Tel daarbij op dat ze niet alleen
geheelonthoudster was, maar alcohol ook openlijk afkeurde, dat ze nooit is
getrouwd, en een overtuigd theosofe was. Kortom, een ongewone dame voor die tijd.
Lange tijd bleef ze het mikpunt van spot voor zowel de arbeidersklasse die geen
betutteling wenste, als haar vakgenoten, die haar zonderling en controversieel vonden.
Ook na haar dood werd ze vooral gezien als één van de huishoudschoolleraressen
die de Hollandse keuken om zeep hadden geholpen door er elke ‘sjeu’ uit te
halen, zodat er slechts een uitgeklede basisvoeding over bleef. Eten om te
voeden, en niet om te genieten.
Maar om eerlijk te zijn intrigeert deze dame mij. Ze was zeer zelfverzekerd, kordaat, intelligent en er zat een
achterliggende gedachte van feminisme achter alles wat ze deed. In die tijd
waren dat bewonderingswaardige eigenschappen. Nb. dat feministische aspect
vraagt misschien wat uitleg, want tegenwoordig speelt het volgende geen rol
meer: wanneer je als huisvrouw alleen nog maar aardappels en groente hoeft te
koken, ben je veel sneller klaar met je werk, dan dat je de hele dag moet
smoren, stoven, bouillons trekken, uitbenen, en wat al niet meer. Die besparing
op tijd kon de vrouw goed gebruiken om aan haar eigen ontwikkeling te werken. Daarom maakte ze ook zoveel reclame voor kant-en-klare produkten als Maggi en Maizena. Het was makkelijk om te gebruiken en het verlichtte de taken van de huisvrouw.
Kortom, sorry Flipje en sorry mejuffrouw Wittop Koning,
maar ik kon niets in het boekje vinden waar de huidige consument nog op zit te wachten.
In deze tijden van tiramisu, pannacotta en yoghurt met aardbeien-cheesecake-stukjes
wordt men niet meer blij van een rijstberg waar rondom peren uit blik staan
gerangschikt, met boven elke vrucht een ‘steeltje’ van groene sukade, afgetopt
met een verdikte saus van het sap uit het blik. Ook maïzenapudding met fruit
uit blik heeft nog maar weinig (geen?) aantrekkingskracht en wat dacht u van ‘vruchten als avondtractatie’:
blikvruchten naar keuze met een toefje slagroom. Leg bij elke portie een wafeltje of een biscuitje. Nou, dat zal
smullen worden… Of hè, wat zijn we toch een stel verwende nesten geworden!
Moeten we nou perse elke avond tartufo, crème brulee, biologische herfstvla met
stoofperen of een bakje banoffee pie met een ganachelaagje? Kijk nou naar 1935;
toen waren ze nog oprecht verheugd over een schaaltje warme rijst met abrikozen.
Zullen we vanavond weer eens gewoon een toetje met yoghurt doen? Mét een scheutje
Tova.
Tova? Oh ja…. Het flesje aardbeiensaus dat vroeger altijd op tafel stond? Nou, het staat blijkbaar nog steeds bij veel mensen op tafel, want het bestaat nog steeds. En om eerlijk te zijn; als iets al zo’n honderd jaar bestaat moet het wel goed zijn, toch? En zo slecht is het ook niet; het is feitelijk fruit met suiker en wat pectine. Dunne jam eigenlijk. Maar ja, dat kunnen we zelf ook wel? Op dit moment verkoopt Hero namelijk maar drie varianten: aardbeien, chocolade en bosvruchten, terwijl ze er vroeger wel twaalf tegelijkertijd hadden. Wat dachten jullie van ananas, boschbessen, citroen, cranberry’s, meikersen, reine claude (jaaaa!) of sinaasappel? Zo wil je wel vaker yoghurt eten. En zo komen we weer terug bij het boekje van Flipje.
Goed, hoe doen we dat, zo’n flesje homemade Tova? Eerst maar even op een echt flesje Tova kijken. In
een verpakking aardbeiensaus uit de fabriek zit het volgende:
30 % aardbeien, water, suiker, nog meer suiker in de vorm
van glucose-fructosesiroop, verdikkingsmiddel ( gemodificeerd zetmeel en
pectine), citroenzuur, aroma, kaliumsorbaat als conserveringsmiddel en cochenille
(een rode kleurstof gemaakt van gestampte luizen – daarmee is het alvast niet
vegetarisch).
Een heleboel hiervan hebben wij helemaal niet nodig. Nu
is zo’n dessertsaus niets meer dan een simpele coulis, welke we kunnen binden
met alleen maïzena, maar Hero doet dat onder andere met pectine, dus dat kan ik
ook. Verder houden we het bij fruit, water, suiker en een kneepje citroensap
voor het lekker. Ik maakte saus van mandarijnensap en frambozen (uit de
diepvries). Allebei echt heerlijk. Helemaal als het net gemaakt is, dus maak
gewoon kleine porties per keer. Je kunt feitelijk elk fruit gebruiken, maar wanneer
je fruit gebruikt dat zelf pectine bevat (zwarte bessen, appel, druiven en
meer), sta ik niet in voor de vloeibaarheid van de saus. Waarschijnlijk krijg
je een vaste gelei als je het recept niet aanpast.
Zelfgemaakte Tova
wanneer je fruit gebruikt (ik ga even uit van frambozen):
100 ml water
150 gr geleisuiker (Van Gilse)
100 gr frambozen
1 el vers citroensap
Verhit het water met de suiker tot kokend en laat de
suiker oplossen. Voeg de frambozen en het citroensap toe en laat dit in enkele minuten zachtjes
kapot koken. Druk de bessen fijn. Laat het iets afkoelen (en op elkaar
inwerken) en zeef het warme mengsel dan. Laat het verder afkoelen en roer
steeds even zodat er geen vel op komt.
De saus wordt zo dik als stroperige limonadesiroop. Laat hem zo, of voeg een geweekt gelatineblaadje (1,6 gram) toe aan het hete, gezeefde mengsel, om de saus wat lobbiger te maken.
De saus wordt zo dik als stroperige limonadesiroop. Laat hem zo, of voeg een geweekt gelatineblaadje (1,6 gram) toe aan het hete, gezeefde mengsel, om de saus wat lobbiger te maken.
wanneer je sap gebruikt:
Vervang het water en fruit in het bovenstaande recept gewoon met sap,
dus gebruik bv 200 ml mandarijnensap (100 gr frambozen staat nagenoeg gelijk
aan 100 ml sap).
200 ml mandarijnensap
150 gr geleisuiker (Van Gilse)
1 el vers citroensap
Laat de suiker oplossen in het sap, met het citroensap, en wanneer er schuim op komt, kan je de siroop ook even zeven. Laat het verder afkoelen en roer steeds even zodat er geen vel op komt. De saus wordt zo dik als stroperige limonadesiroop. Laat hem zo, of voeg een geweekt gelatineblaadje (1,6 gram) toe aan het hete, gezeefde mengsel, om de saus wat lobbiger te maken.
En dan nog een recept van niemand minder dan Joop
Braakhekke. Die schrijft in ‘Kookschrift van een kookgek 2’ het volgende:
“Eigen Tova
maakt ieder naar zijn smaak (en beschikbare restjes). Ik maak hem op basis van
sinaasappelsap, staartje witte wijn, slokje Grand Marnier, kruidnageltje,
flinke lik honing, wat water erbij, sinaasappelschil kook ik mee en dat laten
indampen. Hierdoor gaan de suikers karameliseren. Soms doe ik er een scheutje soja bij. Tip: eigen tova niet te lang
laten pruttelen, want dan wordt 'ie bitter.”
~~~~~~~~~~~~~~~~
Tot slot nog een opmerking: van een handje beukennootjes
ga je niet dood, maar je moet ze in ieder geval niet rauw eten. In gepofte vorm
is het meeste of al het gif verdwenen en zijn ze heerlijk. Een beetje klein,
dat wel. Het moet wel oorlog zijn wil je zo ver komen om er 1000 te verzamelen
om een brood van te bakken, want voor 100 gram beukennotenmeel raap je al snel
200 nootjes, die stuk voor stuk gepeld moeten worden!
3 opmerkingen:
Wat een leuk verhaal, ik ben zo oud om deze naam nog te kennen. Na 3 jaar ULO heb ik nog een jaar huishoudschool gedaan en vond vooral de kooklessen erg leuk. Thuis werd hollandse pot gemaakt en daar heb ik nooit van gehouden. Op school leerde ik oa kerriesoep maken herinner ik me nog goed, dat vod ik heerlijk. Tova lust ik echt niet, maar ik hou niet van de gerechten waarbij ze meestal geserveerd werden, zoals griesmeelpudding.
Wat leuk om te horen, Lot! Jij hebt dus nog echt gekookt met haar recepten. Ik ga binnenkort nog iets doen met haar werk.
Hier zijn we verzot op tova. Vandaag nog gemaakt van bramensap. Mijn moeder maakt het met maizena en suiker voor direct gebruik, maar voor de inmaak gebruik ik op 1000 gram bramensap 500 gram geleisuiker 1=1.
Een reactie posten