15 december 2013

Brood- of soepstengels


Weer eens wat anders dan toastjes bij de borrel? Maak eens zelf een bundeltje broodstengels en een schaal guacamole, zelfgemaakte boursin of een pittige koriander-walnotendip! Er is werkelijk niets moeilijks aan en de kinderen kunnen ze ook best rollen. Tenminste, die van u misschien, want hier maakten ze er een rommeltje van. Op de foto ziet u dan ook mijn eigen rustieke handgerolde stengels.

Of geef ze gewoon bij een kom soep…Tenslotte zijn het gewoon veredelde, dikke soepstengels. Wel helemaal knapperig, maar dan lekker dik.

Brood- of soepstengels
ongeveer 20 stuks

500 gr broodmeel
1 zakje gedroogde gist of 20 gr verse gist
3 el olijfolie + extra voor de bakplaat
1 volle tl zout (of 2 tl als ze op het einde niet door wat grof zout worden gerold)
lauw water
2 tl gedroogde rozemarijn
grof zout (fleur de sel heeft een fijne korrelgrootte)


Maak een deeg van alle ingrediënten en gebruik daarbij zoveel water als nodig is om een niet te droog deeg te maken. Natter deeg rijst beter, dus je kunt altijd bij het uitrollen wat meer meel gebruiken om het weer wat hanteerbaarder te maken. Kneed het een minuut of tien door.

Laat het deeg een uur of twee afgedekt en bij kamertemperatuur rijzen, of totdat het in volume verdubbeld is.

Neem van het deeg daarna kleine stukjes af en rol hier deegsliertjes van. Ik maakte ze zo’n 30 cm lang en een krappe centimeter dik. Ze verdubbelen nog in dikte, dus maak ze vooral niet te dik. Doe niet te moeilijk over hoe netjes ze zijn; dat ziet er gewoon ambachtelijk uit!

Leg de slierten op een bakplaat met bakpapier dat je hebt ingesmeerd met wat olijfolie, anders plakken ze alsnog vast. Je kunt ze ook goed even in een beetje olie wentelen. Rol ze ook door wat zout. Niet teveel: twee theelepels grof zout voor alle stengels is genoeg. Dek ze af met folie en laat ze nogmaals 30 minuten tot een uur rijzen. Ik maakte twee bakplaten.

Bak ze met 1 plaat tegelijkertijd in een oven van 190 graden (170 graden hetelucht) totdat ze bruin zijn. Dat duurde bij mij 25 minuten; ze zijn dan helemaal knapperig. Dik uitgevallen stukken zouden dan nog iets broodachtig kunnen aandoen, maar dat moet geen probleem zijn. Bak dunne exemplaren uiteraard iets korter.

Met de kruiden kan je alle kanten uit en aanpassen aan de borrel. Probeer eens knoflook (gesnipperd en 1 minuut zachtjes gebakken) en/of parmezaan door het deeg, fenegriek voor een volwassen kerrie-achtig smaakje, tijm, etc….

De stengels zijn het lekkerste als je ze zo vers mogelijk eet, maar als je ze goed verpakt zijn ze de volgende dag ook nog knapperig.

 

 

Geen opmerkingen: