Bij deze IJslandse pannenkoekjes zie ik een boek voor me.
Ik las het jaren geleden, het boek van Halldór Laxness, dat in het Nederlands
de titel Onafhankelijke Mensen heeft (Sjálfstætt fólk in het IJslands – het is
een fraaie taal). Het is een dik boek dat verhaalt over schapenboer Bjart van
het Zomerhuis, een vertelsel dat qua grootsheid doet denken aan oude sages. Het
speelt zich af in het begin van de 20e eeuw, wat een tijd was van
arme IJslandse keuterboertjes, die in koude bouwseltjes woonden in het lege
IJslandse landschap. Denk nu aan geïsoleerde boerderijtjes in een landschap zó
schraal dat het vijandig wordt, leven dat meestal een kwestie van overleven was,
dramatische familieverhalen, etc… voorwaar opbeurende literatuur. Maar goed,
die pannenkoekjes dus. Met een beetje mazzel aten die mensen vast havermoutpap. En als
je daar wat van overhield, werd het natuurlijk niet weggegooid. Het idee alleen
al! Nee, van die koude pap bakte je weer pannenkoeken.
Lummur heten ze. Het is stevige, opbeurende en gezonde kost
en nog steeds hard nodig in het IJslandse klimaat. Niet dat het nou zo ijskoud
is in IJsland; dat valt nog reuze mee, maar het is er wel fris en het regent er
nog vaker dan in Engeland. Dan moet een mens wel goed ontbijten voordat je de
schapen bij elkaar gaat drijven.
De pannenkoekjes van dit recept zijn net lummur, behalve
dat ik niet eerst pap maak. Wanneer je alles mengt en het even laat staan,
krijg je dezelfde compacte, dikke pannenkoekjes die een goed bodempje leggen in
de maag. Ook heel zinnig voor Hollandse winters. De kinderen (en wij ook) vonden
ze erg lekker met Duitse pruimenmoes. Overigens maakte ik een tijdje geleden
ook andere havermoutpannenkoekjes met banaan, maar daarbij pureerde ik de havermout in het
beslag. Die pannenkoekjes waren veel lichter, subtieler en ik zou bijna ‘delicater’
zeggen, behalve dat havermout en delicaat niet samen gaat. Ik denk dat ik deze
stevige exemplaren hieronder liever heb in de winter.
Havermoutpannenkoekjes
recept voor ongeveer 22 kleine pannenkoekjes
500 ml melk + extra om te verdunnen
3 eieren (L)
zout
1 zakje vanillesuiker
1 tl kaneelpoeder
2 el bruine basterdsuiker
300 gr havermout
160 gr bloem
150 gr blanke rozijnen of 2 appels in kleine stukjes (of
bosbessen? Lijkt me ook lekker)
roomboter om te bakken
Klop de eieren los met de melk, zout, vanillesuiker,
kaneel en basterdsuiker. Voeg daar de bloem aan toe en klop het door zodat er
geen klontjes inzitten. Voeg de havermout en appel (of rozijnen) aan toe. Laat
het mengsel 30 minuten staan. Voeg nu meer melk naar wens toe: het mengsel is
behoorlijk stevig, maar moet goed door te roeren zijn en je moet er gemakkelijk
lepels beslag van kunnen pakken.
Verhit roomboter in een koekenpan en bak kleine
pannenkoekjes. Houd ze desnoods even warm in een oven van 100 graden totdat
alles gebakken is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten