Als
je risotto kan garen in bouillon, kan dat dan ook met een verdunde tomatensaus?
Nou,
dat kan dus. Sterker nog, dat is heel erg lekker!
Risotto met tomatenbouillon,
aubergine en pancetta
recept
voor 3 volwassenen, of 2 met kinderen
olijfolie
om te bakken
1
grote aubergine
150
gr pancetta of ontbijtspek, in reepjes
een
beetje gedroogde tijm
handje
verse, gehakte peterselie
heel
klein scheutje balsamico
1
ui, gesnipperd
2
tenen knoflook, gesnipperd
300
gr risotto
125
ml witte wijn, droge vermouth of droge sherry
800
ml hete runderbouillon
een
pak passata (gezeefde tomaten) van 400 of 500 ml
70
gr vers geraspte Parmezaanse kaas + extra voor aan tafel
Begin
met de aubergine. Snijd hem in kleine blokjes en laat het in een koekenpan met
een scheutje olijfolie rustig bakken tot het bruin en gaar is. Dat kan vrij
lang duren. Voeg halverwege het spek toe en laat het meebakken. Op het einde
ook de tijm, peterselie en een klein scheutje balsamico-azijn toevoegen.
Fruit
ondertussen in een andere (kook)pan de ui en knoflook in wat olie ongeveer 10 minuten
op zacht vuur zonder het laten kleuren.
Vul
de passata aan met bouillon tot je 1200 ml hebt. Verhit deze samen tot net
kokend.
Draai
het vuur onder de ui hoger en doe de rijst in de pan. Laat de rijst 2 minuten
bakken zodat het door en door heet is. Giet de wijn erbij en schep door.
Zodra
de wijn bijna is opgenomen, een scheut tomatenbouillon toevoegen. Blijf de
bouillon met scheutjes toevoegen aan de risotto zodra de vorige scheut is
opgenomen. Veel roeren maakt de risotto romig. Dit duurt in totaal 18 tot 20
minuten en de rijst is dan al dente: zacht, maar nog wel stevig. Mogelijk is
niet alle bouillon nodig.
Goede
risotto blijft op het bord niet liggen waar het is neergelegd: het vloeit uit.
Het mag geen vaste klont zijn, maar het is ook geen pap. Wel is het vrij nat.
Er mag aan het einde van de kooktijd dus nog flink wat vocht in de pan zitten.
Hoeveel? Tja, dat is toch een kwestie van uitproberen. In ieder geval zal het
toevoegen van de kaas helpen bij het romige karakter van de rijst. Voeg de
parmezaan en de aubergine toe en roer door, draai het vuur uit en laat de rijst
nog even staan.
Nu
moet de risotto precies goed van consistentie zijn: romig en “lopend”. Direct
serveren; risotto kan je niet bewaren of opwarmen. Strooi er op het bord nog
wat kaas over.
Oordeel
van het smaakpanel: ja hoor, smullen maar. Met risotto hebben ze toch al nooit
moeite.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten