13 april 2014

Risotto met tomatenbouillon, aubergine en pancetta


Als je risotto kan garen in bouillon, kan dat dan ook met een verdunde tomatensaus?

Nou, dat kan dus. Sterker nog, dat is heel erg lekker!

Risotto met tomatenbouillon, aubergine en pancetta
recept voor 3 volwassenen, of 2 met kinderen

olijfolie om te bakken
1 grote aubergine
150 gr pancetta of ontbijtspek, in reepjes
een beetje gedroogde tijm
handje verse, gehakte peterselie
heel klein scheutje balsamico
1 ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, gesnipperd
300 gr risotto
125 ml witte wijn, droge vermouth of droge sherry
800 ml hete runderbouillon
een pak passata (gezeefde tomaten) van 400 of 500 ml
70 gr vers geraspte Parmezaanse kaas + extra voor aan tafel

Begin met de aubergine. Snijd hem in kleine blokjes en laat het in een koekenpan met een scheutje olijfolie rustig bakken tot het bruin en gaar is. Dat kan vrij lang duren. Voeg halverwege het spek toe en laat het meebakken. Op het einde ook de tijm, peterselie en een klein scheutje balsamico-azijn toevoegen.

Fruit ondertussen in een andere (kook)pan de ui en knoflook in wat olie ongeveer 10 minuten op zacht vuur zonder het laten kleuren.

Vul de passata aan met bouillon tot je 1200 ml hebt. Verhit deze samen tot net kokend.

Draai het vuur onder de ui hoger en doe de rijst in de pan. Laat de rijst 2 minuten bakken zodat het door en door heet is. Giet de wijn erbij en schep door.

Zodra de wijn bijna is opgenomen, een scheut tomatenbouillon toevoegen. Blijf de bouillon met scheutjes toevoegen aan de risotto zodra de vorige scheut is opgenomen. Veel roeren maakt de risotto romig. Dit duurt in totaal 18 tot 20 minuten en de rijst is dan al dente: zacht, maar nog wel stevig. Mogelijk is niet alle bouillon nodig.

Goede risotto blijft op het bord niet liggen waar het is neergelegd: het vloeit uit. Het mag geen vaste klont zijn, maar het is ook geen pap. Wel is het vrij nat. Er mag aan het einde van de kooktijd dus nog flink wat vocht in de pan zitten. Hoeveel? Tja, dat is toch een kwestie van uitproberen. In ieder geval zal het toevoegen van de kaas helpen bij het romige karakter van de rijst. Voeg de parmezaan en de aubergine toe en roer door, draai het vuur uit en laat de rijst nog even staan.

Nu moet de risotto precies goed van consistentie zijn: romig en “lopend”. Direct serveren; risotto kan je niet bewaren of opwarmen. Strooi er op het bord nog wat kaas over.

Oordeel van het smaakpanel: ja hoor, smullen maar. Met risotto hebben ze toch al nooit moeite.




Geen opmerkingen: