Chutney – maar dan anders
Wat wij chutney noemen is eigenlijk Engelse
chutney; een hartige ‘jam’ met meestal een zuur fruit, veel azijn en nog meer
suiker. Niets mis mee, behalve dat het niet erg gezond is (jaja, alles
met mate. Of om Oscar Wilde te citeren: ”Everything
in moderation, including moderation”). De Engelsen hebben het natuurlijk ontleend
aan de Indiërs, maar die houden er een bredere definitie op na. In India kan
een chutney van alles zijn, van een droog mengsel tot een natte ‘jam’, zoals
mango chutney. Wat het allemaal gemeen heeft is dat je het ergens ‘bij eet’. Zo
simpel is het.
Deze chutney is vrij droog, en doet wel wat
denken aan de Indonesische seroendeng vanwege het hoofdbestanddeel kokos. Maar
de kokos wordt hier vermalen met groene peper, pinda's en verse koriander. En dat is dus
heel lekker! Wij aten het bij de aloo gobi en thepla (platbrood) en ik kan het jullie
allemaal van harte aanbevelen. Maak er dit weekend dus eens een Indiaas avondje
van! Er zijn inmiddels heel wat Indiase recepten te vinden op Eerst Koken - ik heb ze nu allemaal verzameld onder een apart kopje in de index.
Kokoschutney met groene peper en verse koriander
90 gr gedroogde kokos
70 gr (gezouten) pinda’s
2 gewone groene pepers (lomboks), of meer naar smaak
zout naar smaak
handje verse koriander
2 el tamarindepasta (toko)
2 cm verse gember, gesnipperd
Heb je een keukenmachine? Mooi – gewoon alles fijnmalen tot snippers. Geen machine in huis? Dan toch hopelijk wel een
vijzel? In dat geval zou ik alles snipperen en daarna fijn vijzelen.
In India doet men er nog een ‘tadka’ op, maar
dat liet ik achterwege. Het is een extra smaakgevend mengsel van specerijen welke
kort in hete olie wordt gebakken om de geur en smaak vrij te laten komen.
Bijvoorbeeld iets simpels als dit: 2 el neutrale olie verhitten met 1/2 tl mosterdzaad
en 3 of 4 rode chilipepers in ringetjes. Daarna met de olie over de chutney scheppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten