31 oktober 2011

Kweeperenwodka


Even een heel klein recept tussendoor. Het stelt niets voor, maar het is nu eenmaal kweeperentijd en daar moet ik wat mee doen.

Och, kweeperen… die geur! Ik kreeg een bak kweeperen van een vriendin met een tuin vol fruit en die peren stonden een week in de koelkast te wachten op een bestemming. Maar elke keer als ik de koelkast opendeed, rolde er een kweeperengeur uit, zo lekker, dat het wat mij betreft in het hoekje ‘verse koffie’ of ‘gemaaid gras’ mag. Ik vond het zo lekker dat ik af en toe alleen maar even ging ruiken.
Kijk, en als je dat nu in een drankje weet te vangen… Deze wodka komt een eind en drinkt absoluut lekker weg.

Kweepeerwodka

1 liter wodka
140 gr suiker
2 kweeperen, gewassen, maar mét schil en klokhuis, in kleine stukken gesneden
1 vanillepeul (in de lengte doorgesneden) of 1 kaneelstokje

Doe alsof samen in een afsluitbare bak en zet dit 2 weken weg. Ik zet het graag in de koelkast, maar ik zou eigenlijk niet weten waarom het niet net zo goed op het aanrecht kan staan. Of in een hoekje van de voorraadkast. Of ergens anders waar het niet in de weg staat.
Filter de wodka na twee weken door het door een doek of fijne zeef te gieten. Giet het daarna in een fles.


28 oktober 2011

Zweedse gemberkoekjes


Kennen jullie nog (of weer, zoals ik) die film van Pippi Langkous waarin ze kerst viert? Ze bakt daarin een tafel vol met Zweedse kerstkoekjes (pepparkakor), die ze eerst heeft uitgerold op haar vloer. Overigens maakt zij behoorlijk dikke koeken; de echte horen flinterdun te zijn, maar dat is bij het uitrollen op je houten vloer niet haalbaar en op het aanrecht gaat dat ook nog niet zo soepel. Maar ze zijn prima te eten als ze wat dikker zijn.

Tommy en Annika zijn er wel mee in hun sas:







En weet je wat zo stom is: ik moet altijd huilen aan het einde van deze film. Dat soort dingen zijn gekomen met het moederschap… Pippi zit in de film helemaal alleen achter haar raam en in elk ander huis vieren de families kerst met mooie kado’s, maar niet bij haar. Zij heeft ook kadootjes voor alle kinderen van het dorp, maar niemand komt het halen. Nee, zij zit met haar paard en aapje, en lekkernijen, genoeg voor een weeshuis. Maar haar vader zit op een schip op de Stille Zuidzee en haar moeder is in de hemel en “kijkt op mij neer”. Pippi doet alsof men haar groet en zwaait terug naar de sneeuwvlokken en precies op dat moment zit ik weer in tranen. Met Kleine Chef op schoot. Gelukkig komt het allemaal goed later. Maar toch. Ik vind Pippi erg sympathiek en zo’n meisje verdient het toch niet om alleen te zitten.

Het is nog geen kerst, dat weet ik, maar deze speculaasachtige koekjes passen ook best bij het herfstweer. Maak ze wel flink op smaak; de genoemde hoeveelheden specerijen zijn maar een begin. Proef het deeg aan het einde en voeg meer toe als je dat nodig vindt.  Ze horen afgeladen met smaak te zijn. Ook kan je ze goed versieren met glazuur.

Zweedse recepten noemen vaak hoeveelheden die belachelijk op mij overkomen; het recept hieronder gaat uit van bijna een kilo bloem, om 250 koekjes van te bakken. Rest mij alleen nog de vraag: waarom??? Ik heb van alles een kwart genomen.

Ik gebruikte overigens gewone suiker voor mijn koekjes, maar ik heb hieronder bruine basterdsuiker genoemd. Omdat de koekjes maar kort in de oven hoeven, bakken ze niet bruin en met gewone suiker blijven ze wel erg bleek.


 

Zweedse Pepparkakor
Bron: Bonniers Nya Kokbok – Britt Sandquist-Bolin

75 gr roomboter, op kamertemperatuur
125 gr bruine basterdsuiker
25 ml keukenstroop
50 ml water
½ el gemberpoeder
½ el gemalen kaneel
¼ el gemalen kruidnagel
¼ el gemalen kardemom
eventueel wat zeer fijn geraspte sinaasappelschil
¼ el bakpoeder
280 gr bloem
1 tl zout

Roer de boter, suiker en stroop tot een romig mengsel. Voeg alle andere ingrediënten toe en kneed het samen tot een soepel deeg. Proef het en voeg extra specerijen toe als je dat nodig vindt. Verpak het in folie en laat dit op een koele plaats 24 tot 48 uur rusten.

Verwarm de oven voorop 200 graden (180 graden hetelucht).

Rol het deeg daarna op een bebloemd werkblad uit tot zo dun mogelijk en steek er met een vormpje koekjes uit. Helaas is er een grens aan wat nog uit te steken is met een vormpje, maar hoe dunner, hoe mooier.
Leg de koekjes op een bakplaat bekleed met bakpapier en bak ze kort in de oven. Een minuut of vijf of zes is waarschijnlijk voldoende; als ze licht kleuren aan de hoekjes, zijn ze klaar.


Oordeel van het smaakpanel: koek is koek, dus ze vinden het wel best. Ze zijn helaas nog niet toe aan het samen maken van koekjes. Dat lijkt me erg leuk als ze nog iets ouder zijn. Al is het alleen al voor het uitsteken van de koekjes, wat nog best een klus kan zijn. Je moet er toch niet aan denken dat je daadwerkelijk een kilo deeg moet verwerken…. Daar heb je nu echt drie kinderen voor nodig!






25 oktober 2011

Pasta alla Norma


Noem een top 10 van klassieke pastagerechten en dan staat deze saus er vast bij. Of de saus nu ooit bedacht is door een zekere Norma, of het is vernoemd naar de opera Norma van de Italiaanse componist Bellini, is eigenlijk onbekend, maar feit is dat de kinderen het goed aten. De tijd is hier gekomen dat Kleine Chef argwanend wordt als er groene gerechten op tafel komen. Rood is vaak wel goed en hiermee wordt hij op zijn wenken bediend.

Pasta alla Norma
Recept voor 300 gr pasta

1 grote aubergine
olijfolie
1 tl oregano
2 tenen knoflook, gesnipperd
1 klein scheutje balsamico azijn
1 blik of pak tomaatstukjes (400 ml)
2 handen vol basilicum, in reepjes
zout en peper
geraspte pecorino voor het serveren
300 gr pasta

Snijd de aubergine in kleine blokjes en bak ze in 3 eetlepels olijfolie bruin. Voeg de oregano ook toe. Aubergine zuigt alle olie in een oogwenk op, maar hiermee moet het best lukken.
Als de aubergine gaar is, ook de knoflook toevoegen en 2 minuten meebakken. Voeg dan de tomaat en azijn toe en laat alles 15 minuten zachtjes pruttelen. Ondertussen de pasta gaarkoken.

Als alles klaar is, de basilicum toevoegen aan de saus en doorscheppen. Breng op smaak met zout en peper. Serveer met de pasta en pecorino.

Oordeel van het smaakpanel: ze hadden geen commentaar en vonden het een goede maaltijd.


22 oktober 2011

Vlechtbroodje van bladerdeeg



Er stond vorige week zo’n mooi broodje op het blog van A Cozy Kitchen. Het was kunstig gevlochten en zag eruit alsof men er uren voor in de keuken had gestaan. Nu moet ik toegeven dat het niet in vijf minuten is gemaakt, en je moet zeker twintig minuten een zenmoment van rust en liefde over je heen hebben hangen om die dunne deegreepjes te vlechten, maar dan heb je ook wel wat. Ik vond het er tenminste mooi uit zien.

De vulling van het andere blog (appel en roomkaas) zag ik niet zitten, want wij zijn weer even klaar met appels, nadat verschillende boomgaardeigenaren hun overschot bij ons hadden gebracht (dank jullie wel, echt waar, maar we zijn nu wel voorzien) en ik had visioenen van iets met venkel en paddenstoelen. Naar onze bescheiden mening was het goed. We zullen het zeker nog eens maken.

Het werkt prima met een gewoon plakje bladerdeeg, maar je kunt natuurlijk ook een grotere variant maken door meerdere plakjes te combineren. En ik maakte ze overigens ook nog met deeg voor hartige taart, wat een stuk minder vet is, en dat werkt ook, maar misschien kan je er dan beter gewone flappen van maken, want de vlechten rijzen natuurlijk niet zo mooi als bij bladerdeeg (op de foto staat het broodje van bladerdeeg).

De ricotta is precies goed voor 6 plakjes deeg, maar je zal genoeg vulling hebben voor het dubbele aantal. Je kunt natuurlijk de ricotta verdubbelen en 12 plakken bladerdeeg vullen, maar ik verwerkte het restantje in een omelet van drie eieren en dat ging, met de broodjes, ook bij het spruitjessoepje.

Bladerdeeg-vlechtbroodje
Recept voor 6 stuks

30 gr roomboter
1 kleine ui, gesnipperd
1 teen knoflook, gesnipperd
1 venkel, in kleine stukjes, zonder de harde stukken
150 gr oesterzwammen, in reepjes
4 gedroogde tomaten op olie, in reepjes
zout, peper en tijm naar smaak
6 plakjes bladerdeeg (diepvries)
125 gr ricotta
rasp van een halve citroen
zout en peper

Laat het deeg ontdooien.

Fruit de ui, knoflook en venkel zeker 10 minuten in wat boter. Het mag licht kleuren en het moet gaar zijn. Haal het uit de pan en houdt het apart. Bak de paddenstoelen enkele minuten in dezelfde pan in het restant van de boter op middelhoog vuur. Schep ze bij de venkel en voeg ook de tomaten toe. Breng op smaak met zout, peper en tijm.

Roer de ricotta los met het citroenrasp en ook wat zout en peper.

Snijd nu de hoekjes van een plakje bladerdeeg:


En snijd het schuin in.


Smeer er een lepeltje ricotta op.


En een schepje van de vulling.


Vouw de onderkant en bovenkant om.


Vlecht dan de strookjes deeg om en om. Je kan er een beetje aan trekken om ze wat langer te maken.



De liefhebber kan ze nog insmeren met wat losgeklopt ei, maar ik vergeet dat altijd.


Bak de broodjes in ongeveer 20 – 25 minuten bruin in een oven van 180 graden (160 graden hetelucht).



Oordeel van het smaakpanel: het werd matig ontvangen. Kleine Chef wilde nog wel proeven, maar leverde de plakjes oesterzwam vastbesloten bij mij in. Zus weigert elke vorm van eten, want ze is verkouden, en dochter Zo heeft alles gegeten, inclusief de spruitjessoep.



19 oktober 2011

Chicken Tikka Masala


Ik begrijp het wel dat mensen op vakantie uren kunnen doorbrengen in een supermarkt. Of dat ze in het Zuiden van Litouwen toch weer die kleine buurtsuper ter grootte van twee Hollandse huiskamers in willen, terwijl de rest van de familie weet dat er echt niets meer is te vinden dan in die twintig andere waar ze de afgelopen vijf dagen zijn geweest. Ik snap dat, want ik zou het zelf kunnen zijn. Ik moet elke supermarkt in, groot of klein, want het beste souvenir is iets dat je kan eten, of nog beter, iets waar je eten mee kan maken. Een speciale deegroller, een uitstekertje voor ravioli die je alleen in die regio vindt, een speciaal raspje voor die ene kaas, die je thuis nooit meer zal kunnen vinden.
Inmiddels weet ik dat er iemand is die hetzelfde probleem heeft (hoewel het voor mezelf allerminst een probleem is, laat dat even duidelijk zijn), maar zij staat voortdurend stil bij het vak met marinades. En terwijl de rest van het gezelschap nog maar eens begrip toont en een extra rondje langs de zuivel loopt, staat zij te twijfelen tussen dat flesje met honing of dat potje waarvan ze geen idee heeft wat erin zit. Allebei dan maar… En ik begrijp dat echt helemaal.

Jessica van het blog “Oma Mientje” is de marinadefan en voor het Foodblog Event van deze maand koos zij, inderdaad, voor marinades. Ik doe er zelf eigenlijk maar weinig mee, dus ik moest er eens even voor gaan zitten. En bladeren in mijn magazines. Naast keukengadgets is een van mijn zwaktes buitenlandse foodmagazines en op mijn laatste strooptocht van 3 weken geleden sleepte ik een stapeltje Brits leesvoer mee naar huis. En gek genoeg stond in elk nummer (vier verschillende, echt waar) een recept voor Chicken Tikka Masala. Dat moest wel een teken van boven zijn. Tijd om die kip in een badje van yoghurt te vleien.

Chicken Tikka Masala is een typisch Brits-Indiaas gerecht. Men twijfelt nog, maar waarschijnlijk is het gewoon in Engeland bedacht en is het net zo Indiaas als onze babi pangang Chinees is.


Het specerijenmengsel garam masala kan je gewoon kopen, maar ik kwam er op zondagmiddag achter dat ik dat was vergeten. En dit verkoopt mijn buurtsuper toch echt niet. Gelukkig kan je het prima zelf maken met een goed ingerichte specerijenkast. Wat je overhoudt, kan je goed bewaren tot de volgende keer.

Chicken Tikka Masala
Recept voor 4 personen
Bron: de Britse Delicious. van oktober 2011

Garam masala:
1 volle tl kardemompoeder
2 afgestreken tl gemalen komijn
1 afgestreken tl gemalen korianderzaad
½ tl kruidnagelpoeder
1 volle tl gemalen nootmuskaat
1 opgehoopte tl kaneel

Voor de marinade:
4 grote kipfilets
1 tl gemalen komijn
3 tenen knoflook
stukje verse gember van 5 cm, in stukken
1 tl garam masala
1 tl chilipoeder
zout
150ml milde yoghurt
Sap van een halve citroen

Saus:
2 uien, in stukken
stukje verse gember van 5 cm, in stukken
olie om in te bakken
2 tl garam masala
½ tl kurkuma
6 rijpe tomaten
1 tl bruine suiker
300 ml kippenbouillon
150 ml slagroom
sap van een halve citroen
eventueel vers korianderblad voor het serveren
verder rijst en naanbrood voor het serveren


Voor de garam masala alle poeders door elkaar mengen.

Voor de marinade worden de knoflook en gember tot een pasta vermalen in de keukenmachine. Dit zal vanwege de kleine hoeveelheid beter gaan in een klein apparaat. Ook voor de ingrediënten van de saus geldt dat hoe fijner het mengsel wordt vermalen, hoe mooier het gerecht er straks uitziet. Ik kreeg het zelf in mijn machine ook niet echt tot een pasta gemalen. Een vijzel kan misschien nog helpen.
Voeg de specerijen, wat zout, yoghurt en citroensap toe aan de knoflook en gember.
Snijd de kipfilets overdwars enkele malen diep in, zodat de marinade goed in het vlees kan trekken. Doe ze in een kom en giet de marinade erbij. Laat dit 2 tot 8 uur marineren in de koelkast.

De saus: maal de uien en gember ook tot een pasta. Verhit wat olie in een pan en fruit het mengsel, samen met de kurkuma en garam masala, hier 5 tot 10 minuten in, totdat het wat kleurt.
Vermaal ook de tomaten in de keukenmachine tot zeer fijn. Voeg het toe aan de pan, samen met de suiker. Kook dit 10 minuten op matig vuur.
Voeg dan de bouillon toe en laat dit nog eens 15 minuten verder koken, zodat het weer wat inkookt. Het moet uiteindelijk een wat dikkere saus worden die goed aan een lepel blijft hangen.
Verhit de ovengril tot zeer heet. Haal de kip uit de marinade, leg het op aluminiumfolie en daarna onder de gril totdat ze volledig gegaard zijn. Keer ze halverwege om.
Snijd de kip daarna in stukken en leg ze in de saus. Laat dit nog enkele minuten sudderen.
Voeg de room toe en draai het vuur helemaal laag. Als het kookt, kan de slagroom gaan schiften. Voeg het citroensap toe en strooi er eventueel wat vers korianderblad overheen.

Serveer met naanbrood en basmatirijst.


Oordeel van het smaakpanel: niet geproefd. Ze hadden spruitjes en daar waren ze wisselend enthousiast over. De spruiten gaven voldoende rumoer aan tafel, want Kleine Chef heeft ze het liefste heel en gewoon gekookt (ik lieg het niet), maar vandaag was het interessanter om de spruitjes laag voor laag te ontmantelen, om vervolgens de schillen bij een ander op het bord te leggen (namelijk bij mij). Nu ben ik dol op spruiten, maar niet als een ander ze al in zijn mond heeft gehad. Nee, zelfs niet van mijn bloedeigen zoon. Er zijn grenzen.