Ik zal het maar eerlijk zeggen. Ik wil met dit recept
vooral even de schorseneren in de spotlights zetten. Want zeg nou zelf; hoe
vaak heb je die in het afgelopen jaar al gegeten? Of eh… hoe vaak heb je ze in je
hele leven gegeten? De kans is groot dat dit niet zo heel erg vaak is als je een beetje mijn leeftijd hebt. Maar dat
is zonde, hoor. Het is een groente met een milde smaak, helemaal niet raar en
eigenlijk erg lekker. En kijk, als instaprecept heb ik er ook nog eens kaassaus
bijgemaakt! Hoewel ze even kort gebakken ook lekker zijn (dan wel alvast gaar en uit een pot).
Soms zie je ze in de winter op de markt liggen. Het zijn dan (heel
erg) lange, zwarte wortels en dat is ook precies wat het zijn: de penwortels van
de plant. Nu noemden ze die dingen vroeger ook wel keukenmeidenverdriet, omdat
het schillen ervan niet altijd simpel is. Maar vrees niet; je koopt ze nu
gewoon in een pot. Geschild en wel; begin daar maar eens mee. Als je toch verse schorseneren wilt schillen, lees dan deze link maar even.
Ze werden vroeger trouwens ook wel armeluis-asperges
genoemd. De smaak is inderdaad minder verfijnd, de structuur is steviger, maar
ik zal op elk moment voor de schorseneren kiezen!
Goed, dan moeten we het ook nog even hebben over die
pannenkoekjes. Ik maakte deze van een aardappelpuree en ze zijn wat delicaat.
Lekker hoor; echt aardappelpuree in pannenkoekvorm, maar je kunt prima
uitwijken naar alternatieven. Kant-en-klare rösti bijvoorbeeld, van die kleine
rondjes die je in de vriezer koopt? Ik bak ze altijd in de oven op een
bakplaat. Of kijk eens naar deze Duitse aardappel-kwark-pannenkoekjes – ook lekker.
Aardappelpannenkoekjes met schorseneren in kaassaus en
gebakken ei
Recept voor 2 grote en 2 a 3 kleine mensen
Eerst maar die pannenkoekjes:
500 tot 600 gr geschilde kruimige aardappels, in
stukken
4 eieren (M)
50 gr bloem
200 ml kookroom (light is prima, zeker die van de Lidl)
of desnoods volle melk
2 tl zout
verse nootmuskaat
zwarte peper naar smaak
roomboter of olie om te bakken (roomboter is nu beslist
lekkerder)
Kook de aardappels in water in zo’n 20 minuten gaar. Giet
af en maak ze fijn: desnoods met een stamper, maar als je het hebt is een
aardappelpers ideaal; mooier wordt het nooit. Je moet in ieder geval een zeer gladde puree
maken. Laat het iets afkoelen en meng er dan de kookroom
en geklopte eieren doorheen. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Als
het goed is heb je nu een vrij slappe puree die iets uitloopt als je hem ergens
opschept. Bak hier vervolgens in de boter pannenkoekjes van. Ik maak ze met een
goed opgehoopte eetlepel beslag; druk dit met de lepel ook direct plat in de
pan. Zo krijg je koekjes van zo’n 10 cm in doorsnede. Bak ze voorzichtig om en
om bruin. Ze bruinen vrij snel!
Je kunt ze eventueel warm houden in een lauwe oven van
100 graden.
Dan de schorseneren: ik gebruik 3 potten
schorseneren met een uitlekgewicht van 205 gram. Doe ze met het vocht in een
pan en verwarm ze.
In een andere kleine kookpan maak je de kaassaus:
50 gr roomboter
50 gr bloem
500 ml melk + eventueel wat meer
100 gr pittige kaas (een oude Goudse bv)
1 teen knoflook, heel fijn gehakt
1 goede tl mosterd
zout en peper naar smaak en eventueel wat peterselie voor
de kleur
Smelt de boter in een kleine kookpan en voeg daarna in
één keer de bloem toe. Roer dit tot een stevig mengsel en laat dit even een
minuut zacht bakken op laag vuur zonder dat het kleurt. Giet er daarna met
scheutjes de melk bij en klop goed met een garde om een gladde saus te krijgen.
Als alle melk erin zit en de saus pruttelt, moet het een dikke saus zijn. Zo
niet, laat het nog even zachtjes pruttelen. Breng lekker op smaak met kaas,
knoflook, mosterd, zout en peper. Er mag misschien zelfs nog wat melk bij,
zodat de saus goed te gieten is.
Giet de schorseneren af en roer ze door de kaassaus.
Bak ondertussen per persoon 1 ei.
En dan dus samen opdienen: de pannenkoekjes met de
schorseneren in kaassaus en een ei erop. Lekker hoor! :)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten