2 februari 2020

Aardappelpannenkoekjes met schorseneren in kaassaus en gebakken ei



Ik zal het maar eerlijk zeggen. Ik wil met dit recept vooral even de schorseneren in de spotlights zetten. Want zeg nou zelf; hoe vaak heb je die in het afgelopen jaar al gegeten? Of eh… hoe vaak heb je ze in je hele leven gegeten? De kans is groot dat dit niet zo heel erg vaak is als je een beetje mijn leeftijd hebt. Maar dat is zonde, hoor. Het is een groente met een milde smaak, helemaal niet raar en eigenlijk erg lekker. En kijk, als instaprecept heb ik er ook nog eens kaassaus bijgemaakt! Hoewel ze even kort gebakken ook lekker zijn (dan wel alvast gaar en uit een pot). 

Soms zie je ze in de winter op de markt liggen. Het zijn dan (heel erg) lange, zwarte wortels en dat is ook precies wat het zijn: de penwortels van de plant. Nu noemden ze die dingen vroeger ook wel keukenmeidenverdriet, omdat het schillen ervan niet altijd simpel is. Maar vrees niet; je koopt ze nu gewoon in een pot. Geschild en wel; begin daar maar eens mee. Als je toch verse schorseneren wilt schillen, lees dan deze link maar even.


Ze werden vroeger trouwens ook wel armeluis-asperges genoemd. De smaak is inderdaad minder verfijnd, de structuur is steviger, maar ik zal op elk moment voor de schorseneren kiezen!

Goed, dan moeten we het ook nog even hebben over die pannenkoekjes. Ik maakte deze van een aardappelpuree en ze zijn wat delicaat. Lekker hoor; echt aardappelpuree in pannenkoekvorm, maar je kunt prima uitwijken naar alternatieven. Kant-en-klare rösti bijvoorbeeld, van die kleine rondjes die je in de vriezer koopt? Ik bak ze altijd in de oven op een bakplaat. Of kijk eens naar deze Duitse aardappel-kwark-pannenkoekjes – ook lekker.

Aardappelpannenkoekjes met schorseneren in kaassaus en gebakken ei
Recept voor 2 grote en 2 a 3 kleine mensen

Eerst maar die pannenkoekjes:
500 tot 600 gr geschilde kruimige aardappels, in stukken
4 eieren (M)
50 gr bloem
200 ml kookroom (light is prima, zeker die van de Lidl) of desnoods volle melk
2 tl zout
verse nootmuskaat
zwarte peper naar smaak
roomboter of olie om te bakken (roomboter is nu beslist lekkerder)

Kook de aardappels in water in zo’n 20 minuten gaar. Giet af en maak ze fijn: desnoods met een stamper, maar als je het hebt is een aardappelpers ideaal; mooier wordt het nooit. Je moet in ieder geval een zeer gladde puree maken. Laat het iets afkoelen en meng er dan de kookroom en geklopte eieren doorheen. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Als het goed is heb je nu een vrij slappe puree die iets uitloopt als je hem ergens opschept. Bak hier vervolgens in de boter pannenkoekjes van. Ik maak ze met een goed opgehoopte eetlepel beslag; druk dit met de lepel ook direct plat in de pan. Zo krijg je koekjes van zo’n 10 cm in doorsnede. Bak ze voorzichtig om en om bruin. Ze bruinen vrij snel!
Je kunt ze eventueel warm houden in een lauwe oven van 100 graden.

Dan de schorseneren: ik gebruik 3 potten schorseneren met een uitlekgewicht van 205 gram. Doe ze met het vocht in een pan en verwarm ze.

In een andere kleine kookpan maak je de kaassaus:
50 gr roomboter
50 gr bloem
500 ml melk + eventueel wat meer
100 gr pittige kaas (een oude Goudse bv)
1 teen knoflook, heel fijn gehakt
1 goede tl mosterd
zout en peper naar smaak en eventueel wat peterselie voor de kleur

Smelt de boter in een kleine kookpan en voeg daarna in één keer de bloem toe. Roer dit tot een stevig mengsel en laat dit even een minuut zacht bakken op laag vuur zonder dat het kleurt. Giet er daarna met scheutjes de melk bij en klop goed met een garde om een gladde saus te krijgen. Als alle melk erin zit en de saus pruttelt, moet het een dikke saus zijn. Zo niet, laat het nog even zachtjes pruttelen. Breng lekker op smaak met kaas, knoflook, mosterd, zout en peper. Er mag misschien zelfs nog wat melk bij, zodat de saus goed te gieten is.
Giet de schorseneren af en roer ze door de kaassaus.

Bak ondertussen per persoon 1 ei.

En dan dus samen opdienen: de pannenkoekjes met de schorseneren in kaassaus en een ei erop. Lekker hoor! :)



Geen opmerkingen: