15 februari 2015

Gevulde koekrepen met walnotenspijs


Het was september, denk ik, toen we af en toe, na het eten, met de kinderen nog even snel naar een bosje met walnotenbomen fietsten. We leken meestal achter het net te vissen, maar wisten toch gedurende de maand een flinke hoeveelheid noten te rapen. Die lagen vervolgens een paar maanden te drogen, voordat ik mij af moest vragen wat we ermee gingen doen. En net toen Meneer een krentenbrood wilde gaan maken, wist ik het: walnotenspijs.

En Meneer maakte daar een heel goed brood mee:


De spijs is donkerder dan gewone amandelspijs en heeft natuurlijk een heel andere smaak. Volgens Meneer beter dan amandelspijs.

Met de rest van de spijs maakte ik gevulde koeken, maar dan als lange reep. Dat doe ik als ik geen zin heb om al die rondjes te snijden. Gewoon een lange lap uitrollen en dubbel vouwen! Na het bakken snijd je het in repen. Het deegrecept is trouwens een oudje; het komt uit een Margriet of Libelle uit de jaren zestig. Mijn oma had een abonnement en scheurde de recepten eruit; ik heb ze nog steeds.

Nodig voor de walnotenspijs:
150 gr walnoten
150 gr kristalsuiker
1 ei

Maal de walnoten en suiker samen in de keukenmachine tot het de juiste consistentie heeft. Spijs moet niet te fijn worden; het blijft wat korrelig.

Klop het ei los. Meng het ei in beetjes door de spijs. Een klein ei kan er vast helemaal in, maar van een groot ei heb je waarschijnlijk niet alles nodig. De spijs moet, met het ei erdoor gemengd, samen te drukken zijn tot een compacte bal. Bewaar de spijs in een afgesloten bak tot gebruik op een koele en donkere plek.

Verder nodig voor de gevulde koekrepen:
230 gr bloem + extra om te bestuiven
110 gr basterdsuiker (ik gebruik de bruine variant voor de kleur)
zout
150 gr roomboter
1 ei (M)

Kneed bloem, suiker, zout, boter en een half geklopt ei tot een niet plakkend deeg. Niet te lang kneden! Bewaar ook de rest van het ei voor straks.

Bestuif het werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een rechthoekige lap van 0,5 cm dik. Leg het spijs als een platte worst over de lange zijde van het deeg, zodat je het deeg daarna eroverheen dicht kan vouwen. Druk de kanten op elkaar. Bestrijk het deeg met het resterende losgeklopte ei en druk er eventueel wat halve walnoten in.

Bak de koek 30 minuten op 175 graden in de oven. Laat de koek afkoelen en snijd het daarna in brede repen.


Geen opmerkingen: