Ik liet mijn oudste dochter een foto zien op mijn telefoon. “Zeg, wil je voor je verjaardag deze ‘varkentjes in de modder-taart’?”
De
bijna vierjarige was op haar hoede. “Is dat echte modder?”
“Nee,
het is eigenlijk chocolade.”
“Maar
dan is het toch ‘varkentjes in de chocolade-taart’?”
“Eh,
ja… Dat is waar.”
“Dan
moeten ze niet zeggen dat het modder is, hè?”
“Nee…”
Er was weinig tegen in te brengen.
“Nou,
dan wil ik die wel.”
Zo
gezegd, zo gedaan. De ‘varkens in de modder’ waren vorig jaar opeens erg
populair op Facebook, nadat ze waren verzonnen door een zekere Fiona. Als je er op googelt, kom je ook nog wel een foto van de originele tegen (naast een waslijst interpretaties ervan). Er zijn een paar recepten van te vinden, maar ik heb toch
maar wat eigen recepten erop los gelaten. Tenslotte ben ik bepaald geen
patissier en qua bakwerk vertrouw ik graag op recepten waarvan ik weet dat ze
werken. En los bekeken is deze taart niets eens gek veel werk. Goed, je moet
een uurtje varkens kleien, maar verder is het een kwestie van cake bakken,
vullen, dammetje eromheen bouwen, en overgieten met ganache. Het is zelfs niet
echt moeilijk.
Het
origineel gebruikt Kitkats voor de rand, maar het lijkt me teveel om naast
zoveel cake en chocolade, er ook nog eens drie multipacks candybars door te jagen.
Lange vingers leken mij iets vriendelijker.
Ik
maakte ook geen normaal kapsel voor de cakelaag, maar week uit naar mijn eigen kwarkcake-recept.
Deze is ook niet te vet (maar iets vetter dan kapsel), maar wel lekker smeuig door de
kwark. Het is iets natter dan kapsel, maar ook wat steviger.
Varkentjes in de
modder-taart
recept voor een springvorm
van 20 cm
Begin
met de varkentjes:
nodig: 1
pakje roze marsepein van 250 gram. Ontwerp naar eigen inzicht J
Onderdelen
kan je aan elkaar vastplakken met een mini-drupje water. Maak de onderkanten
wat platter, zodat je ze straks op de ganache legt, in plaats van ze erin te
drukken.
Voor de kwarkcake:
150
gr roomboter op kamertemperatuur + een beetje om de vorm in te vetten
225
gr suiker
2
zakjes vanillesuiker
1
tl zout
3
eieren (L)
375
gr magere, milde kwark
375
gr bloem (geen zelfrijzend bakmeel; je hebt meer bakpoeder nodig dan wat er in zelfrijzend bakmeel zit)
1,5
afgestreken el bakpoeder
Verwarm
de oven op 180 graden (160 graden voor hetelucht).
Mix
de boter met de suiker, vanillesuiker en zout. Mix de eieren erdoor. Roer
daarna de rest erdoor.
Het
wordt een vrij stevig beslag. Leg een vel bakpapier op de losse bodem van de
springvorm en sluit de ring er weer op. Vet de rand in met een beetje roomboter.
Schep het beslag erin. De vorm zou ongeveer voor driekwart gevuld moeten zijn.
Bak
de cake 60 tot 70 minuten of totdat een satéprikker die je erin steekt er weer
droog uitkomt.
Laat
de cake afkoelen. Je kunt hem prima een dag van tevoren bakken.
Waarschijnlijk
(en hopelijk) is de cake boven de vorm uitgerezen. Gebruik de bovenkant van de
vorm als steun en snijd de top van de cake eraf, zodat de bovenkant overal min
of meer gelijk is. Wanneer je de bol laat zitten, heb je een enorme ophoping
van ganache aan de zijkanten en dat is wat teveel van het goede.
Snijd
de cake dan ook met een groot broodmes in twee helften.
Maak
de vulling:
150
gr gezeefde poedersuiker
50
gr roomboter, op kamertemperatuur
20 gr cacaopoeder
1 1/2 el melk
Klop
de suiker, boter en cacao met een mixer door elkaar. Het zal een droog, kruimelig
mengsel zijn. Voeg de melk eraan toe en klop het met de mixer op tot luchtig.
Smeer dit uit over de onderste helft van de cake. Leg daarna de bovenkant er
weer op.
Dan
de ganache, waarmee je niet alleen
de koekjes op de zijkanten plakt, maar wat ook het modderbad zal vormen: verhit
250 ml slagroom tot net niet kokend en giet dit over 400 gram melkchocolade,
welke je in kleine snippers hebt gehakt. Laat het even staan en roer het dan
tot een egaal mengsel. Laat het iets verder afkoelen. Voordat je het verder
gebruikt, moet het terug koelen tot het de dikte van yoghurt heeft bereikt.
De
koekjesrand: ik gebruikte 1 pak (van
200 gram) van Jeurgens Tiramisu lange vingers. Die zijn iets breder en langer
dan de normale. 1 pak was voldoende; ik hield er drie van over. Omdat
het een tobbe moet voorstellen, had ik ook nog gedacht aan
(chocolade)oublierolletjes, maar die kon ik nergens vinden.
Wanneer
de ganache smeerbaar is, smeer je de zijkant van de taart in met een paletmes
of een taartschep ofzo. Gewoon een flink mes zal ook wel lukken. Zet de koekjes
er tegenaan. Waarschijnlijk plakken ze wel, maar als ze toch wankel staan, zet
ze er dan eerst schuin tegenaan en trek ze daarna recht met een lint dat je
eromheen bindt. Plakken of niet; je hebt dat lint in ieder geval nodig om wat
stevigeheid in te bouwen. Wanneer alles koud is, kan je een plak taart aan het
koekje optillen, maar dat heeft wel wat hulp nodig.
Dan
het lastigste gedeelte: je moet wachten tot de ganache bijna niet meer vloeibaar
is en dat duurt langer dan je zou verwachten... Wanneer je het eerder op de
taart giet, zal het tussen de koek door sijpelen. Wacht dus tot het zeer lobbig
is geworden en giet het dan in ‘de tobbe’. Als het goed is, spreidt het zich
uit tot een egale laag. Zet de taart in de koelkast om op te stijven. Zet er na
een klein uurtje de varkentjes in.
Je hoeft ze slechts heel licht aan te drukken om ze vast te zetten (ik ga ervan
uit dat je de varkensonderdelen die ‘onder water’ liggen er niet bij hebt
gemaakt!). Uiteindelijk heeft de ganache trouwens de dikte van een stevige,
maar smeerbare roomboter. Je ziet bij veel voorbeelden dan men golfjes heeft
gemaakt in de ganache, maar wanneer je daar geen ervaring mee hebt, ziet het er
al snel uit als geklieder. Ik heb het daarom niet gedaan.
Ik ben tijdens de verjaardag even weggeslopen met het restant van de taart, voor een foto van de binnenkant:
En wat de smaak betreft: heerlijk! Een echte verjaardagstaart. Wanneer je de lange vingers gebruikt, wordt de taart wel het beste op de dag zelf opgegeten, omdat de koek na een dag wat zachter wordt. Verder kan er met veel mensen van worden gegeten. De taart is tenslotte hoog en machtig, dus ik sneed plakjes van 1 koekje breed. Dat waren er toch al gauw twintig.
O ja, de andere dochter had ook een taart, hoor. Een slagroomtaart met insecten erop, want zo’n meisje is het. Als je Dochter Zo haar gang laat gaan, zoekt ze ’s morgens nog voor het ontbijt in haar pyjama naar slakken in de tuin. Dus zij had een slak, lieveheersbeestjes, een regenworm en een groene rups.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!
1 opmerking:
Wat een prachtige taarten, en zulke mooie varkens (en insecten). Petje af, hoor!
En nog van harte gefeliciteerd met de dames, natuurlijk. :-)
Groet,
Lia
Een reactie posten