30 december 2013

Populairste recepten van 2013

Gisteren hadden we hier de slechtst scorende recepten van 2013, dus om dat snel te vergeten volgen hier de populairste blogposts! 

Best bekeken recepten van 2013:
 
Nr 10 – Speltcrackers


Een aardigheidje om een pak speltbloem op te maken, maar jullie zijn momenteel allemaal zo in de ban van die voedselzandloper, broodbuiken en andere tarwe-werende diëten, dat zo’n simpel receptje opeens doorkomt. Zowel met tarwemeel als speltmeel een leuk en makkelijk hapje voor bij de borrel. Wel met iets erop natuurlijk. Je moet wel reëel blijven tenslotte…
 


Kwamen jullie nu voor de Hollandse macaroni of de vegetarische variant? Ik moet zeggen dat ik nooit meer macaroni met gehakt maak. De vegetarische voldoet gewoon heel erg goed.



Vorig jaar ons kerstdessert en ook in de aanloop van kerst dit jaar weer een goed bekeken recept. En met recht: het is makkelijk en lekker.



Na een afzeikstukje van mij over het boek van collega-blogger Luisa Weiss (natuurlijk pure kift…) roemde ik wel haar kwarktaart, die slank en snel is, en een verfrissende taart oplevert voor warmere dagen.



Ik was zelf verbaasd: dit recept is echt super!! Dit is gewoon echte Boursin en het is meer dan goed voor je is…



Het schijnt een klassieker van Marcella Hazan te zijn en verdient inderdaad eeuwige roem. Deze saus komt regelmatig terug. Hij is het beste zonder andere ingrediënten. Gewoon pasta met saus, en iets van kaas of vlees erbij.



Dit is het beste mosselrecept ooit. Het is pure weldaad voor de ziel. En dat zeg ik niet vaak van een mossel, want ik heb een tere haat-liefde verhouding met het onooglijke beestje.



Wat verrassend dat dit zo hoog eindigde…! En ik heb Parijs nog wel zo zitten afkatten. Het is een taart die gewoon klopt. Als bakker zonder talent stel ik dat op prijs. Een kind kan de was doen.



Ja, natuurlijk op 2. HET recept voor aardappels uit de oven. Geen enkel commentaar van mij.



Eerst deed het tv-programma De Keuringsdienst van Waarde een uitzending over ossenstaartsoep, waarin een trotse eigenaar van een fabriek voor vleesgruis stukjes vlees verklaarde dat er gegarandeerd 0% ossenstaart in zijn vleesstukjes zaten, welke ondertussen wel werden geleverd aan producenten van ossenstaartsoep. Die avond werd dit recept meteen goed bekeken en in de weken erna bleef dat aanhouden. In de aanloop naar kerst waren jullie duidelijk op zoek naar klassieke recepten en kwam deze soep weer veel naar voren en stond het zelfs dagenlang in de top vijf. 
Ossenstaartsoep is het eerste echte recept in de top 10 van dit jaar. Ik heb inmiddels een beetje spijt van de foto. Wat was precies de reden dat ik er zoiets treurigs van heb gemaakt? Kon ik dat randje soep in de kom niet even wegvegen voor de foto? Of iets doen aan die irritante reflectie? Ik heb het later nog eens opnieuw geprobeerd met een leuk kommetje en wat aankleding, maar een bruine gladde soep is genadeloos. Dat werd ook niets. Denkt u de smaak er dan maar bij: vol, krachtig en warmend.

Tot volgend jaar!

 
 
 

29 december 2013

Minst populaire recepten van 2013

Als afsluiter van het jaar ziet u hier morgen de best bekeken recepten van 2013, maar eerlijk is eerlijk, er waren ook armoedzaaiers bij op dit blog, de recepten waarvan de kijkcijfers ronduit bedroevend waren, het afvoerputje, de risees onder de blogposts ... In een enkel geval hadden jullie gelijk, maar er zaten toch ook echt wel een paar leuke bij. Hadden jullie gelijk of niet?

Statistieken zijn erg mooi (o ja, het is mijn werk ook nog) en de kerststatistieken leverden een plaatje op waar elke marketeer van gaat watertanden, maar de onderkant van de cijfers is ook mooi en leerzaam. Waarom werkten sommige recepten nou niet? Was het de (slechte) foto of het verkeerde moment, of gewoon niet het type gerecht waar jullie op zaten te wachten? Vaak weet ik het ook niet, hoor. Omgekeerd is het vaak ook een verrassing wat jullie nou wel waarderen. Eerst Koken kookt in ieder geval stug door in 2014.

Top 10 slechtst bekeken recepten van 2013:




Het minst populaire recept van 2013! Slechte foto ook, ja, precies wat u zegt. Tja, voor op de barbecue is het toch echt geen verkeerd spiesje. Niet wereldschokkend, maar wel weer eens wat anders, of was dat nou juist het probleem? Willen jullie stiekem niet ‘anders’ als het om spiesjes gaat?



Want deze is dus ook ‘anders’ dan normaal, maar hiermee lopen jullie dus een heerlijk recept mis! Dit is typisch zo’n gerecht om ’s winters lekker mee warm te worden. Na het schaatsen, zalig met zo’n kom romige rijst pasta, op de bank. Je wordt er helemaal warm van.



Een fröbelwerkje voor de zondagmiddag. Ik word blij van dit soort broodjes. Goed van smaak en nog  gezond ook. Een snack voor bij de soep, waar je je niet schuldig over hoeft te voelen. Maar eerlijk gezegd voelde ik voor het plaatsen al aan dat deze het niet goed zou gaan doen. Te veel werk? Niet van het ‘down to earth’ type recepten welke u normaal van mij gewend bent? Ik weet het niet precies.



Jongens, hiermee laten jullie echt iets goeds lopen! Jullie halen er je neus voor op, maar deze saus is a) gezond b) mild van smaak (of zelfs zoet) voor kinderen en c) sneller dan snel. Doe er plakjes rookworst bij die niet geweld, maar gebakken zijn, en je hebt een prima maaltijd die de kinderen bij ons moeiteloos naar binnen lepelden. Deze blijft bij mij op de groene lijst.



Deze leek te simpel, maar heeft door de bliktomaten en gedroogde tomaten toch een aparte smaak en is zeker de moeite waard. Okee, van die ricotta moet je houden, want de structuur is vrij zacht. Ze vonden het hier aan tafel inderdaad niet binnen te houden. Slechts uw verslaggeefster kaande de restanten van de kinderen op bij een bak groene sla.



Krab en mais: niets mis mee. Chipotle erbij: geen goed idee. De peper duwde alle andere smaken uit de salade er met flinke ellebogen uit, waarna je al water drinkend alleen maar heet, heet, heet proeft. Op papier lijkt het wel wat, maar de uitvoering was minder geslaagd.



Dit was een probeerseltje. Ik wilde eens zien hoe het gesteld was met de basiskennis van het stamppot maken. Maar ik ben verheugd te zien dat jullie amper geïnteresseerd zijn.



Chutney, dat is ketchup voor volwassenen. Deze zoete ‘ketchup’ past overal bij (nee, ik bedoel echt óveral bij), maar het is niet perse erg gezond voor je. Het origineel van Marks & Spencer wist er zelfs nog meer suiker in te laten verschuilen. Maar we zijn hier in Nederland niet zo van de chutneys, he?



Zucht. Het recept klopte, maar de foto was wat ongelukkig. Ik had de pepernoten uiteindelijk voor de foto gemaakt met donkerbruine basterdsuiker. Maar op Facebook vroeg iemand waarom ik tegenwoordig ook hondenbrokken maakte, en Meneer dacht dat er gehaktballetjes op het aanrecht stonden. Misschien, heel misschien maak ik ze volgend jaar nog eens in de juiste kleur, want verder is er niets mis mee. Ach, weet je, volgend jaar doe ik ook eens kruidnootjes. Die schijnen toch simpeler te zijn.



Wat de boer niet kent…? In Zweden lopen ze hier mee weg hoor. Sterker nog, hele generaties zijn er mee groot gebracht. Je koopt het daar zelfs als kant en klare mix in de vriezer. Ideaal om restjes vlees mee weg te werken, maar ja, wie heeft er anno 2013 nog restjes vlees? We hebben tenslotte allemaal een afgemeten stukje gepaneerde gehaktschijf op ons bord. Nu moet je er speciaal vlees voor gaan kopen en gaat het hele principe van crisiskoken en restverwerking mank. Jammer hoor. Want ook dit is gewoon comfort food en dat heb ik toevallig hoog in het vaandel. Probeer het toch eens? Lekker met een gebakken of gepocheerd eitje…

Morgen de beste recepten van 2013!






27 december 2013

Champignonballetjes met pastinaak




Bij de kassa begon het meisje natuurlijk te stuntelen met de pastinaken. Wat waren dit nou weer voor een dingen?! Ik zag dat ze nieuw was en verzekerde haar dat ze het na een paar weken vast wel allemaal wist. 
Nou, antwoordde zij, ze hadden hier wel hele rare groentes, hoor! 
Lachend hield ik haar de koolraap voor. “Maar goed dat hier al een sticker op zat!”
“O, maar een knolselderij herken ik wel hoor.”
“Nou… eh…” En ik legde het nog maar eens uit. Vergeefs natuurlijk. Het meisje ging verder met de rest van de boodschappen. 
Twee dames uit de rij naast ons schoten mij aan: “Zeg, wat doe je nou met zo’n pastinaak? Dit is toch zo'n vergeten groente?”
Ik begon wat te mompelen over de vegetarische champignonballetjes die ik die avond wilde proberen, maar nog voor de zin was afgelopen besefte ik wat voor vlees ik in de kuip had. “Stamppot mevrouw!” raadde ik ze toen maar aan. “Pittig zoet, echt een aanrader! Gewoon eens doen!” Die balletjes zijn geloof ik niet voor hen… maar ik vond het wel leuk dat ze het me vroegen.

Maar ze missen wel wat, hoor. Ik blijf namelijk experimenteren met het perfecte vega balletje, maar ondertussen wil ik u het champignonballetje versie 8.3 niet onthouden. Beslist een verbetering op versie 2.1. Deze is sappiger en smaakvoller.

Champignonballetjes met pastinaak
voor ongeveer 25 kleine balletjes

olijfolie
100 gr geschilde pastinaak (1 kleine pastinaak)
250 gr champignons
175 gr wit brood
handje gehakte peterselie
1 a 2 tenen knoflook, gesnipperd
75 gr Goudse belegen, geraspt
50 gr parmezaan, geraspt
1 sjalot, gesnipperd
zout, peper
2 eieren (L)

Rasp de pastinaak grof en stoof het gaar in een klontje boter en eventueel een beetje water, en met het deksel op de pan.

Maak de champignons schoon en hak ze tot flinters in de keukenmachine. Behoorlijk fijn dus. Doe ze in een vergiet en knijp er zoveel mogelijk vocht uit. Het is vast niet veel, maar alle beetjes helpen.

Maal het brood (als de korsten zacht zijn, maal ik die gewoon mee, haal het er anders even af) ook fijn tot kruimels. Meng nu alle ingredienten met de handen door elkaar tot een plakkerig, maar hanteerbaar deeg. Je moet er balletjes van kunnen vormen. Zo niet, voeg nog iets broodkruimels toe. Rol dan kleine balletjes ter grootte van een pingpongbal. Leg ze nog minimaal 30 minuten in de koelkast om iets op te stijven en bak ze daarna in wat boter of olie bruin. Ze blijven iets kwetsbaar tot ze gebakken zijn, dus voorzichtig draaien met bijvoorbeeld twee lepels.

Oordeel van het smaakpanel: het wisselt met die balletjes. Soms eten ze het lekker op en op andere dagen weigeren ze alles. Maar ja, is dat niet met alles zo? Ze hebben bij deze balletjes in vergelijking met vleesvervangers wel beter door dat het geen vlees is. Bij veel vleesvervangers zien ze dat nog niet, en ze zijn wel dol op vlees. Ondertussen bevallen deze balletjes mij en Meneer beter dan een willekeurige Tivall schijf, juist omdat ze gewoon zijn wat ze zijn. Ze pretenderen niet iets na te bootsen. Het zijn gewoon smakelijke balletjes met kaas en knoflook.




25 december 2013

En gelijk heeft ze...

bron: alexxstuart.com

En voor nu: fijne kerstdagen! Succes met het koken!



 
 
 
 

22 december 2013

Zelfgemaakte Tova

Welkom terug in het Eerst Koken Kookboekenmuseum waar Oud & Versleten worden gekoesterd.
  

“Recepten van Flipje het fruitbaasje” was een gratis boekje, uitgegeven in 1935, ter ere van het 50-jarige bestaan van de jamfabriek ‘De Betuwe’ uit Tiel. Flipje (wie kent hem niet, hun reclamefiguurtje gemaakt van een framboos en rode bessen) bestond net twee jaar en zou razend populair worden in de decennia erna. Nu valt er best wat te zeggen over Flipje, maar de schrijfster van de recepten is veel interessanter. Die recepten werden geschreven door Martine Wittop Koning, een zeer bekende kookboekenschrijfster uit die tijd (waarschijnlijk zelfs de meest productieve schrijfster van de 20e eeuw). Maar ze stond bepaald niet bekend om haar exquise gerechten, want ze schreef vooral over de voedende, simpele keuken voor de arbeidersklasse. En dat komt ook weer sterk naar voren in dit werkje. Het is volkomen achterhaald, en daar kan deze dame niets aan doen, maar het kan zelfs toen niet heel erg spannend zijn geweest. En dat was nou precies de bedoeling van mejuffrouw Wittop Koning…

Wittop Koning (1870 – 1963) schreef of vertaalde zo’n 200 publicaties en het is niet moeilijk om tussen oude kookboekjes iets van haar hand tegen te komen. Zo probeerde ik laatst uit te zoeken of je dood gaat aan het eten van beukennootjes (dat soort dingen doe ik tegenwoordig op zaterdagavond bij gebrek aan spannender alternatieven) en in mijn zoektocht stuitte ik op een krantenartikel uit 1943 over de giftigheid van de zaadjes. Het bleek dat Martine in de krant had aangeraden om beukennootjes te verzamelen en daarmee te koken vanwege het hoge vetgehalte. Tenslotte waren de vetrantsoenen in de oorlog karig, en al helemaal voor een tijd waarin men gewend was veel meer vet te gebruiken dan wij nu. Op aanraden van de kokkin bakten de lezers er taart, koekjes en brood mee, om daarna spoorslags af te reizen naar het ziekenhuis. Dood ga je weliswaar niet aan beukennootjes, maar je kunt er flink ziek van worden. Wittop Koning nam haar advies volgens het artikel nooit terug en die reactie, maar ook de recepten, typeren haar.


Dubbel klikken om te vergroten

Ze kwam zelf uit een ontwikkeld ingenieursgezin, maar richtte zich tijdens haar werkzaam leven als huishoudschoollerares vooral op de arbeidersklasse, waar veel eer viel te behalen, want menig gezin leefde nog in erbarmelijke toestanden. Het idee was dat alles op zijn pootjes terecht zou komen zolang je de man van de jenever wist te houden en het gezin werd gevoed met goede, maar goedkope producten. Wittop Koning omarmde het zuinige principe van de huishoudscholen als geen ander. Simpel en eenvoudig waren de kernwoorden. Saai en zuinig waren het ook. Het waren weliswaar andere tijden, met twee wereldoorlogen en een crisis tussendoor, en in dat tijdvlak heeft ze veel gedaan om de lagere klasse kennis bij te brengen over voedingswaardes en het verstandig omgaan met huishoudbudgetten. Maar toch staat ze vooral bekend om haar eenvoudige recepten. En ook om haar pogingen om de bevolking vegetarisch te laten eten. Ik vind haar zelden betuttelend overkomen wanneer ze mensen probeert te bekeren, want ze schreef net zo goed over vlees als over groente, maar een stamppot met peulvruchten erdoor gemengd om zo vlees te kunnen uitsparen was bij haar nooit ver weg. Haar idee was om de mensen ermee bekend te maken en ze dramde nooit door - zo slim was ze wel. Maar toch was het vegetarisme begin 20e eeuw nog erg onbekend en beslist onbemind, en niet geaccepteerd, en ze kwam niet ver bij een maatschappij die vlees op de eerste plek zette. Tel daarbij op dat ze niet alleen geheelonthoudster was, maar alcohol ook openlijk afkeurde, dat ze nooit is getrouwd, en een overtuigd theosofe was. Kortom, een ongewone dame voor die tijd. Lange tijd bleef ze het mikpunt van spot voor zowel de arbeidersklasse die geen betutteling wenste, als haar vakgenoten, die haar zonderling en controversieel vonden. Ook na haar dood werd ze vooral gezien als één van de huishoudschoolleraressen die de Hollandse keuken om zeep hadden geholpen door er elke ‘sjeu’ uit te halen, zodat er slechts een uitgeklede basisvoeding over bleef. Eten om te voeden, en niet om te genieten.

Maar om eerlijk te zijn intrigeert deze dame mij. Ze was zeer zelfverzekerd, kordaat, intelligent en er zat een achterliggende gedachte van feminisme achter alles wat ze deed. In die tijd waren dat bewonderingswaardige eigenschappen. Nb. dat feministische aspect vraagt misschien wat uitleg, want tegenwoordig speelt het volgende geen rol meer: wanneer je als huisvrouw alleen nog maar aardappels en groente hoeft te koken, ben je veel sneller klaar met je werk, dan dat je de hele dag moet smoren, stoven, bouillons trekken, uitbenen, en wat al niet meer. Die besparing op tijd kon de vrouw goed gebruiken om aan haar eigen ontwikkeling te werken. Daarom maakte ze ook zoveel reclame voor kant-en-klare produkten als Maggi en Maizena. Het was makkelijk om te gebruiken en het verlichtte de taken van de huisvrouw.

Kortom, sorry Flipje en sorry mejuffrouw Wittop Koning, maar ik kon niets in het boekje vinden waar de huidige consument nog op zit te wachten. In deze tijden van tiramisu, pannacotta en yoghurt met aardbeien-cheesecake-stukjes wordt men niet meer blij van een rijstberg waar rondom peren uit blik staan gerangschikt, met boven elke vrucht een ‘steeltje’ van groene sukade, afgetopt met een verdikte saus van het sap uit het blik. Ook maïzenapudding met fruit uit blik heeft nog maar weinig (geen?) aantrekkingskracht en wat dacht u van ‘vruchten als avondtractatie’: blikvruchten naar keuze met een toefje slagroom. Leg bij elke portie een wafeltje of een biscuitje. Nou, dat zal smullen worden… Of hè, wat zijn we toch een stel verwende nesten geworden! Moeten we nou perse elke avond tartufo, crème brulee, biologische herfstvla met stoofperen of een bakje banoffee pie met een ganachelaagje? Kijk nou naar 1935; toen waren ze nog oprecht verheugd over een schaaltje warme rijst met abrikozen. Zullen we vanavond weer eens gewoon een toetje met yoghurt doen? Mét een scheutje Tova.




Tova? Oh ja…. Het flesje aardbeiensaus dat vroeger altijd op tafel stond? Nou, het staat blijkbaar nog steeds bij veel mensen op tafel, want het bestaat nog steeds. En om eerlijk te zijn; als iets al zo’n honderd jaar bestaat moet het wel goed zijn, toch? En zo slecht is het ook niet; het is feitelijk fruit met suiker en wat pectine. Dunne jam eigenlijk. Maar ja, dat kunnen we zelf ook wel? Op dit moment verkoopt Hero namelijk maar drie varianten: aardbeien, chocolade en bosvruchten, terwijl ze er vroeger wel twaalf tegelijkertijd hadden. Wat dachten jullie van ananas, boschbessen, citroen, cranberry’s, meikersen, reine claude (jaaaa!) of sinaasappel? Zo wil je wel vaker yoghurt eten. En zo komen we weer terug bij het boekje van Flipje.

Tova door de jaren heen
Bron: Collectie Gelderland
Goed, hoe doen we dat, zo’n flesje homemade Tova? Eerst maar even op een echt flesje Tova kijken. In een verpakking aardbeiensaus uit de fabriek zit het volgende:
30 % aardbeien, water, suiker, nog meer suiker in de vorm van glucose-fructosesiroop, verdikkingsmiddel ( gemodificeerd zetmeel en pectine), citroenzuur, aroma, kaliumsorbaat als conserveringsmiddel en cochenille (een rode kleurstof gemaakt van gestampte luizen – daarmee is het alvast niet vegetarisch).

Een heleboel hiervan hebben wij helemaal niet nodig. Nu is zo’n dessertsaus niets meer dan een simpele coulis, welke we kunnen binden met alleen maïzena, maar Hero doet dat onder andere met pectine, dus dat kan ik ook. Verder houden we het bij fruit, water, suiker en een kneepje citroensap voor het lekker. Ik maakte saus van mandarijnensap en frambozen (uit de diepvries). Allebei echt heerlijk. Helemaal als het net gemaakt is, dus maak gewoon kleine porties per keer. Je kunt feitelijk elk fruit gebruiken, maar wanneer je fruit gebruikt dat zelf pectine bevat (zwarte bessen, appel, druiven en meer), sta ik niet in voor de vloeibaarheid van de saus. Waarschijnlijk krijg je een vaste gelei als je het recept niet aanpast.

Zelfgemaakte Tova
wanneer je fruit gebruikt (ik ga even uit van frambozen):
100 ml water
150 gr geleisuiker (Van Gilse)
100 gr frambozen
1 el vers citroensap

Verhit het water met de suiker tot kokend en laat de suiker oplossen. Voeg de frambozen en het citroensap toe en laat dit in enkele minuten zachtjes kapot koken. Druk de bessen fijn. Laat het iets afkoelen (en op elkaar inwerken) en zeef het warme mengsel dan. Laat het verder afkoelen en roer steeds even zodat er geen vel op komt.
De saus wordt zo dik als stroperige limonadesiroop. Laat hem zo, of voeg een geweekt gelatineblaadje (1,6 gram) toe aan het hete, gezeefde mengsel, om de saus wat lobbiger te maken.

wanneer je sap gebruikt:
Vervang het water en fruit in het bovenstaande recept gewoon met sap, dus gebruik bv 200 ml mandarijnensap (100 gr frambozen staat nagenoeg gelijk aan 100 ml sap).

200 ml mandarijnensap
150 gr geleisuiker (Van Gilse)
1 el vers citroensap

Laat de suiker oplossen in het sap, met het citroensap, en wanneer er schuim op komt, kan je de siroop ook even zeven. Laat het verder afkoelen en roer steeds even zodat er geen vel op komt. De saus wordt zo dik als stroperige limonadesiroop. Laat hem zo, of voeg een geweekt gelatineblaadje (1,6 gram) toe aan het hete, gezeefde mengsel, om de saus wat lobbiger te maken.

En dan nog een recept van niemand minder dan Joop Braakhekke. Die schrijft in ‘Kookschrift van een kookgek 2’ het volgende:

“Eigen Tova maakt ieder naar zijn smaak (en beschikbare restjes). Ik maak hem op basis van sinaasappelsap, staartje witte wijn, slokje Grand Marnier, kruidnageltje, flinke lik honing, wat water erbij, sinaasappelschil kook ik mee en dat laten indampen. Hierdoor gaan de suikers karameliseren. Soms doe ik er een scheutje soja bij. Tip: eigen tova niet te lang laten pruttelen, want dan wordt 'ie bitter.”

~~~~~~~~~~~~~~~~

Tot slot nog een opmerking: van een handje beukennootjes ga je niet dood, maar je moet ze in ieder geval niet rauw eten. In gepofte vorm is het meeste of al het gif verdwenen en zijn ze heerlijk. Een beetje klein, dat wel. Het moet wel oorlog zijn wil je zo ver komen om er 1000 te verzamelen om een brood van te bakken, want voor 100 gram beukennotenmeel raap je al snel 200 nootjes, die stuk voor stuk gepeld moeten worden!


Eerdere kookboeken uit deze serie:

Deel 1 – Pont Neuf patat (1929)

Deel 2 – Drie in de pan (1926)

Deel 3 - Andalusische salade (1905)


19 december 2013

Spaanse cottage pie


Eh, Spaanse Cottage Pie dus... Laat ik daar nou geen foto van hebben, want ik zag het succes ervan even niet aankomen. Trouwens, zo fotogeniek was het nou ook weer niet. Maar wel lekker en daar draait het allemaal om.

Dochter Zo was de laatste in de rij om ziek te worden en ze braadde er direct de boter uit: ‘ik hoef mijn melk niet op te drinken, want ik ben ziek. Ik mag tv kijken, want ik ben ziek.’ Etc, etc. Eigenlijk was het vooral ‘interessant’ om ziek te zijn. Altijd waren het anderen die daardoor privileges kregen, en nu was zij eindelijk eens aan de beurt. Ze had er wel lang op moeten wachten, en ik had haar de week ervoor ook al moeten sussen: ‘stil maar, jij wordt echt ook nog een keertje ziek. Mama belooft het…’

Maar de volgende dag kwamen de blaasjes, vlekjes en nu toch echt hoge koorts en lag ze verdwaasd op de bank, afgewisseld met curieuze oplevingen, waarin een vogeltjesdans van K3 moest worden geoefend. Maar meestal lag ze toch voor Pampus, te klagen over pijn in haar mond, benen, buik, oren en haren, en ze was ook echt zielig.

En Meneer mopperde: de kinderen hadden al dagen niet fatsoenlijk groente gegeten. Ze hadden acuut vitaminetekort! Dat kreeg je er nou van! Ik mokte terug, maar voor de lieve vrede haalde ik alle groente uit de koelkast en prakte er zoveel mogelijk van in 1 pan. Ik vind dat ik nog een heel eind kwam. Ik maakte een variant op de nobele cottage pie die zoveel aanpassingen verdraagt en deed iets heel erg lekkers met paprika en chorizo, met een spitskoolstamppotje er bovenop. Het deed haast een beetje goulashachtig aan eigenlijk. En de kinderen smulden ervan. De jongste niet hoor, die at een bosbessenyoghurtje.

Met onderstaand recept maak je voldoende gehaktsaus voor twee keer eten. Maar eet het restant de volgende dag gewoon door wat pasta, of als saus over een zuurkoolstamppot, of gewoon weer als een snelle cottage pie met een ander stamppotlaagje. Invriezen kan natuurlijk ook.

Spaanse Cottage Pie (Pastel de La Cabaña?)
recept voor 6 personen (of tweemaal avondeten voor 2 volwassenen met kinderen)

olie om te bakken
1 ui
3 a 4 grote wortels
3 stengels bleekselderij
1 teen knoflook
1 rode paprika
300 gr rundergehakt
2 varkenssaucijsjes
250 gr chorizo, van 1 stuk - in heel kleine blokjes
200 ml rode wijn
1 blokje runderbouillon + 1 glas water (zo’n 125 ml)
1 tl tijm en 1 tl rozemarijn (of de naaldjes van een vers klein takje), zwarte peper
140 ml geconcentreerde tomatenpuree (2 miniblikjes)
ongeveer 1,4 kg stamppot (zie onder) - voldoende voor 3 personen dus

Wanneer er een keukenmachine is, kunt u de groente (ui, wortel, bleekselderij, knoflook en paprika) samen verhakselen tot flinters. Zonder keukenmachine moet alles dus ook zo klein mogelijk worden gesneden. Verhit een scheut olie in een grote braadpan en fruit het groentemengsel in ongeveer 10 minuten zacht, met het deksel op de pan.

Haal de worsten uit hun velletje (dat velletje kan weg) en voeg het worstvlees, samen met het gehakt en chorizoblokjes toe aan de pan. Bak dit op hoger vuur rul en bruin. Giet er daarna de wijn, het water en het verkruimelde bouillonblokje bij en voeg de kruiden en iets peper toe. Roer er ook de tomatenpuree door. Laat het daarna 30 tot 45 minuten zonder deksel sudderen. Het wordt een lekker smeuïge, dikke gehaktsaus.

Verwarm de oven voor op 200 graden (180 graden hetelucht).

Ondertussen ook een stamppotje koken: daar kan je echt alle kanten mee op, dus ik laat het bij een idee: gebruik ongeveer gelijke delen groente en aardappel, hoewel dat ook afhangt van de groente. Van koolsoorten (bloemkool, spitskool, boerenkool, etc.) kan ik altijd bijzonder veel wegwerken voordat er tafelvragen over worden gesteld. Wortel gaat ook vrij aardig. Doe jezelf een plezier en kook de groente nu eens niet, maar stoof ze in een klontje boter. Als het nodig is, gaat daar nog een scheutje water (of wijn, of bouillon) bij en wordt het gaar gestoofd met het deksel op de (hapjes)pan. Daarna mag de meeste groente, zoals spitskool of wortel, best ook nog een licht korstje bakken. Ondertussen ook de kruimige aardappels gaarkoken in gezouten water. Voor 1 maaltijd heb je trouwens wel genoeg aan zo’n 1,4 kilo stamppot. De gare aardappels worden vervolgens fijn gestampt met melk tot een smeuïge stamppot en omgeroerd met de groente en wat geraspte kaas.

Schep de helft van de gehaktsaus in een ovenschaal (bewaar de rest voor een ander keer, zie boven) en dek het af met een laag stamppot. Er kan eventueel nog een beetje kaas over de bovenkant worden geraspt. Bak de schotel dan 30 minuten totdat alles goed verhit is. Als je de saus of stamppot hebt laten afkoelen, dan zal je wel 40 minuten nodig hebben om weer op te warmen.

Oordeel van het smaakpanel: alles schoon op.

15 december 2013

Brood- of soepstengels


Weer eens wat anders dan toastjes bij de borrel? Maak eens zelf een bundeltje broodstengels en een schaal guacamole, zelfgemaakte boursin of een pittige koriander-walnotendip! Er is werkelijk niets moeilijks aan en de kinderen kunnen ze ook best rollen. Tenminste, die van u misschien, want hier maakten ze er een rommeltje van. Op de foto ziet u dan ook mijn eigen rustieke handgerolde stengels.

Of geef ze gewoon bij een kom soep…Tenslotte zijn het gewoon veredelde, dikke soepstengels. Wel helemaal knapperig, maar dan lekker dik.

Brood- of soepstengels
ongeveer 20 stuks

500 gr broodmeel
1 zakje gedroogde gist of 20 gr verse gist
3 el olijfolie + extra voor de bakplaat
1 volle tl zout (of 2 tl als ze op het einde niet door wat grof zout worden gerold)
lauw water
2 tl gedroogde rozemarijn
grof zout (fleur de sel heeft een fijne korrelgrootte)


Maak een deeg van alle ingrediënten en gebruik daarbij zoveel water als nodig is om een niet te droog deeg te maken. Natter deeg rijst beter, dus je kunt altijd bij het uitrollen wat meer meel gebruiken om het weer wat hanteerbaarder te maken. Kneed het een minuut of tien door.

Laat het deeg een uur of twee afgedekt en bij kamertemperatuur rijzen, of totdat het in volume verdubbeld is.

Neem van het deeg daarna kleine stukjes af en rol hier deegsliertjes van. Ik maakte ze zo’n 30 cm lang en een krappe centimeter dik. Ze verdubbelen nog in dikte, dus maak ze vooral niet te dik. Doe niet te moeilijk over hoe netjes ze zijn; dat ziet er gewoon ambachtelijk uit!

Leg de slierten op een bakplaat met bakpapier dat je hebt ingesmeerd met wat olijfolie, anders plakken ze alsnog vast. Je kunt ze ook goed even in een beetje olie wentelen. Rol ze ook door wat zout. Niet teveel: twee theelepels grof zout voor alle stengels is genoeg. Dek ze af met folie en laat ze nogmaals 30 minuten tot een uur rijzen. Ik maakte twee bakplaten.

Bak ze met 1 plaat tegelijkertijd in een oven van 190 graden (170 graden hetelucht) totdat ze bruin zijn. Dat duurde bij mij 25 minuten; ze zijn dan helemaal knapperig. Dik uitgevallen stukken zouden dan nog iets broodachtig kunnen aandoen, maar dat moet geen probleem zijn. Bak dunne exemplaren uiteraard iets korter.

Met de kruiden kan je alle kanten uit en aanpassen aan de borrel. Probeer eens knoflook (gesnipperd en 1 minuut zachtjes gebakken) en/of parmezaan door het deeg, fenegriek voor een volwassen kerrie-achtig smaakje, tijm, etc….

De stengels zijn het lekkerste als je ze zo vers mogelijk eet, maar als je ze goed verpakt zijn ze de volgende dag ook nog knapperig.