28 mei 2014

Caesar Salad a la Eerst Koken


De originele versie? The one and only? Ach nee, vast niet. Ik maak niet eens de mayonaise zelf. Maar het is wel de versie waarvan Meneer vraagt of we dit alsjeblieft wat vaker kunnen eten. Daar was ik het al een tijdje mee eens, maar ik raak mijn recept steeds kwijt. Dus als het niet voor jullie is, dan is het wel voor mijn eigen archief: mijn definitieve recept voor Caesar Salad!

Caesar Salad a la Eerst Koken
recept voor 4 personen
bron: Eerst Koken

1 grote krop romainesla, gewassen en in reepjes gesneden
4 hardgekookte eieren, in kwarten gesneden
een paar handenvol blokjes goed brood
olijfolie
zout
flinters parmezaan voor op de salade

dressing:
100 gr mayonaise
1 el Worchestershire saus
2 ansjovisfilets uit blik
1 teen knoflook, uit de pers
2 el zeer fijn geraspte parmezaan
1 volle tl scherpe mosterd


Als je er tijd voor hebt, pers de knoflook dan uit in wat olijfolie, die je later gebruikt om de croutons in te bakken. Als je dat even laat marineren, krijg je een subtiele knoflooksmaak aan de olie. Je kunt het brood voor het in blokjes snijden ook inwrijven met wat rauwe knoflook. En tenslotte kan je ook gewoon niets met het brood doen. Ook lekker.

Bak de broodblokjes in een koekenpan krokant in een scheut olie. Bestrooi met wat (grof) zout. Zet apart.

Voor de dressing: snijd de ansjovis klein en wrijf het daarna met de bolle kant van een lepel fijn. Klop een dressing van alle ingrediƫnten.

Zet de salade in elkaar met de sla, eieren, croutons, parmezaan en de dressing.

Gegrilde of gerookte kip erbij is absoluut nieuwerwets, maar kan lekker zijn.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~



Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!



25 mei 2014

Kweek je eigen oesterzwammen


Ik heb een idee voor als u weer eens ergens heen wilt gaan met een flesje wijn, bosje tulpen, of nog erger, een kadobon (met de VVV-bon als dieptepunt). Doe nou eens iets origineels. Het klopt dat zoiets normaliter meer tijd kost om te bedenken dan de geijkte presentjes, maar het voorkomt dat licht gegeneerde gevoel dat u weer niet lang heeft willen nadenken over een aardigheidje. Maar ik weet iets aparts en verrassends. Het is misschien niet voor iedereen geschikt, maar wanneer er een lichte avontuurlijke aanleg bij de ontvanger aanwezig is, dan werkt het al. Het is leuk als vervanging van een presentje dat niet te duur is, maar ook niet te goedkoop – zoals simpele bloemen of een flesje port, maar dan veel leuker. Namelijk een pak gebruikte koffieprut met daarin de belofte van een berg oesterzwammen.



Kijk nou eens hoe mooi ze zijn! Deze weelderige waterval aan zwammetjes kan je in 10 dagen op je aanrecht uit zo’n doosje toveren. En dan ook nog een doosje dat met gevoel voor marketing in elkaar gezet is. Het ziet er mooi uit en daar hoeft alvast geen papiertje meer omheen. Je koopt ze nu voor 12,50 bij de Coffee Company in hun winkels, of in de webshop. Het is dan ook de koffiedik van de Coffee Company zelf, dat een goede basis blijkt te zijn voor oesterzwammen. Je weekt het blok een nacht in water en daarna gaat het bijna vanzelf. Tien dagen later kan je bedenken wat je met de paddenstoelen gaat doen. Eenmaal gebruikt, kan je het pak omdraaien en dan begint het proces weer opnieuw. Daar ben ik op dit moment mee bezig.

Dit is toch veel leuker om mee te nemen naar een etentje? En voor de kinderen was het ook een nuttige natuurles. Het was geweldig om te zien hoe snel de paddenstoelen groeien. De ene dag is er nog haast niets en de volgende dag groeien er opeens hele zwammen uit de doos!

Zo zag het er bij mij uit:

Dag 1: 
lief doosje


Dag 2 - 5:
Het ziet er nog niet smakelijk uit, maar de schimmels komen tot leven.


Dag 6:
Daar komen ze


Dag 7:
Yes, zwammetjes!


Dag 8:
Wow! Kijk nou!
Waar moeten die allemaal gaan groeien? Is dat gat in die doos niet te klein?



Dag 9:
Ik sta echt met open mond te kijken. Ik ga alvast even een geschikte pan zoeken, hoor.




Dag 10:

Mooi!! Ik dacht aan simpele in roomboter gebakken oesterzwammen met ui, bijna rauwe knoflook, wat peterselie en zoutvlokken...




Deze eerste portie woog 150 gram. Je kunt nu dus nog verder met meerdere oogsten. En ik kan je inmiddels vertellen dat er verschil zit in een oesterzwam die je zo van het stammetje snijdt en in de pan mikt, en eentje die uit een plastic schaaltje van de supermarkt komt. Het is veel steviger, veel smaakvoller en bovenal veel droger. Hierbij dan direct een tip voor het bakken van paddenstoelen: voor deze oesterzwammen hoefde het dus niet, maar bij paddenstoelen uit de winkel (champignons!) merk je vast wel eens dat wanneer je ze wilt bakken, ze eerder in de pan in een laag vocht liggen te sudderen, dan dat ze een bruin laagje bakken? De truc is om ze eerst in een DROGE koekenpan, op middelhoog vuur, zonder vet te bakken. Ze zullen vocht loslaten en dat verdampt. Pas wanneer al het vocht verdwenen is, voeg je olie of boter toe en bereid je ze verder zoals het de bedoeling was. Paddenstoelen zijn na het verdampen ook goed in te vriezen; ze zijn nog niet helemaal gaar, maar wel veel droger, en wanneer je ze na het invriezen weer bakt, krijg je een prima paddenstoel. De tip komt uit Noorwegen waar hele families nog op zondag paddenstoelen gaan zoeken en niet weten waar ze ze allemaal moeten laten... Invriezen dus.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!



24 mei 2014

'Peanut Noodles' met groente (uit eigen tuin)


Alles kan ik verdragen
het verdorren van de bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.

Maar jonge sla in september
net geplant, slap nog
In vochtige bedjes, nee.

Rutger Kopland - uit Alles op de fiets, 1970


En dan heb je dus die plantjes uitgezet. Dat was al een prettige, therapeutische bezigheid, want niets is zo rustgevend als tuinieren. Beetje rommelen in de aarde. Blaadjes en grassprietjes wegplukken. Uitkijken naar het moment dat je de sla kan gaan plukken. Je bent tevreden, hebt hard gewerkt en je hebt er een goed gevoel over. En voldaan was je de aarde onder je nagels vandaan.

De dag erna ga je kijken bij dat strak geharkte bedje. En je kijkt nog eens. Waar zijn verdomme die slaplantjes gebleven??! Weg! Alles! Er ligt alleen nog een uitgespuugd steeltje!

Dus.

Kent u de tijgerslak? Dat is een reusachtige naaktslak - groot en met een kittig tijgerstreepje. Hij is mooi, hoor, maar dan wel bij iemand anders in de tuin en niet bij mij. Dit gedrocht vloert een jong spinazieplantje binnen 1 minuut, vreet een heel bed jonge sla binnen 1 nacht op, en wanneer alles kaal gevreten is, gaat ie rustig verder met aardappelplanten, goudsbloemen, knoflook en andere gewassen waar slakken normaliter niet naar omkijken. Samen met zijn normale ongestreepte soortgenoten rukt hij dagelijks in hordes op vanuit het bos waaraan wij wonen.

Ik begrijp Kopland. Ik ga serieus 5 fases van rouw door als ze aan mijn tuinwerk komen:

Ontkenning: “Dit kan niet waar zijn.”
Woede: “Zijn ze helemaal van de ratten besnuffeld!?”
Vechten: “Ik graaf potten met bier in en dan verzuipen ze er maar in!”
Verdriet en depressie: ”Ik geef het op. Alles is zinloos…”
Aanvaarding: “Ik ga wel op het balkon verder met mijn plantjes.”

Nou, en dan doen we nu dus voor het tweede jaar. Je moet natuurlijk wel twee trappen op met een kuub potgrond en ik bewater alles met een gieter, maar verder lukt het vrij aardig. Sperziebonen, schorseneren, aubergines, uitjes, doperwten, aardappels en sla worden vooral voor de lol geteeld, want reusachtige hoeveelheden kunnen het niet zijn. De kinderen hadden een vierkante meter aan vroege spinazie staan, verdeeld in drie vakken, met hun naambordje erbij. Ze waren er erg trots op en hielpen mee met het oogsten van de plantjes die waren doorgegroeid tot ‘wilde spinazie’ met sappige snijbiet-achtige steeltjes. Ik verwerkte alles tot een heerlijke bami, vol groente, en met een soort pinda-woksaus erdoor. Meneer en ik stonden te watertanden bij de pan en hebben gesmuld, maar toen ging er iets mis met de kinderen. Er werd moord en brand geschreeuw over Groene Dingetjes en ‘paprika is VIE-HIE-HIES!! En daar moesten wij weer tegenin:

“Ja, maar, proef nou toch eens: er zit pindakaas in.”
“Maar je mag ook met stokjes eten, hoor” (vinden ze leuk en ze kunnen het ook nog)
“Maar dit heb je vanmiddag zelf geoogst!”
“Dit is je eigen spinazie!”

Maar zodra er eentje klaagt over groente, gooien ze allemaal hun kont tegen de krib. Het was zinloos. Reken maar dat ik toen het bord van Kleine Chef heb leeggegeten. Toch ga ik het nog eens proberen, want ze lusten graag spinazie, ze lusten Ć¼berhaupt veel groente, maar ze willen gewoon even zeuren over het eten, en dat is ook erg teleurstellend als je er wat van wilde maken…



Ik noemde het Peanut Noodles, omdat 'bami met pindasaus' iets anders is in onze Hollandse ogen. En het is dus alleen technisch gezien bami met pindasaus...

Peanut Noodles met groente (uit eigen tuin)

Meng voor de saus de volgende ingrediƫnten door elkaar:
1 el sesamolie (niet weglaten hoor!)
1 teen knoflook, gesnipperd
2 el ketjap manis
2 el zoete chilisaus (van die hete ‘loempiasaus’)
100 gram pindakaas
2 el limoensap

Verder nodig:
300 gr mie-nestjes
scheutje zonnebloem- of arachideolie
1 rode paprika, in smalle reepjes
3 lente-uitjes, in reepjes
500 gram verse (wilde) spinazie, of (iets minder) paksoi of Chinese kool, etc, in reepjes of grof gehakt
sambal oelek of rode peper naar smaak (en naar draagkracht van de kinderen)
125 gram tauge
handje gehakte verse koriander
voor op het bord extra ketjap en sambal naar smaak

Kook de mie gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Wok ondertussen de paprikareepjes kort op hoog vuur in wat olie. Voeg de lente-ui toe en wok een minuut mee. Voeg daarna de spinazie of ander groen toe en wok het tot het geslonken is. Wilde spinazie of de andere stevige groentes zullen iets langer nodig hebben dan gewone spinazieblaadjes.

Voeg wat sambal of rode peper toe en de taugƩ. Wok dit nog eens kort. Voeg dan de mie, de saus en koriander toe en schep het goed door.

Aan tafel kan er voor de volwassenen nog prima wat extra ketjap of sambal door.

Overigens, er zitten ook voordelen aan een tuin aan het bos. Zo hebben wij een bijna tamme specht in de tuin:



Acrobaat-muizen op vrij hangende (vogel)voedersilo's:
  




Een vos in de achtertuin (ze staat bijna elke nacht op de foto bij de buurman die haar Vanity heeft gedoopt):



en een egelduo:



En die zijn verder allemaal heel erg welkom.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!




21 mei 2014

Pasta Puttanesca


Oei, altijd lastig, kinderen en chili… Ik kreeg in deze pasta zonder problemen een theelepel chilivlokken weggewerkt, hoewel die toch ook loeiheet zijn. Nee, dat was het probleem niet. Kleine Chef stuitte op een peterseliestukje. En nog een. En nog een. En besloot er toen maar moord en brand over te schreeuwen. Wat een waanzin… Dat is dus hetzelfde jongetje dat de kale andijvie uit de pan eet. En eigenlijk altijd alles eet, zolang het maar geen sperziebonen zijn. Is dat hun natuur, dat ze af en toe even dwars moeten liggen over het eten?

Deze saus kan snel worden gemaakt, maar als je de tijd hebt, laat hem dan eens lekker een uurtje sudderen, zoals hieronder. En doe er dan ook beslist die klont boter in. Jaha, het is vet, maar vet zorgt ook voor heel veel smaak.  En ach, het recept is voldoende voor vijf personen.

Puttanesca is een klassieker met veel smaak. Beetje heet, beetje vurig. Ik hoef niet meer uit te leggen dat het feitelijk ‘hoerenpasta’ betekent? Dat vertelt tenslotte iedereen al bij deze saus, dat weten we nu wel. Ik weet niet of de naam komt van de dame in kwestie die deze pasta even snel in elkaar draait tussen twee klusjes door, of dat de pasta even heet is als zij. Maar ik weet wel dat deze pasta op je repertoire moet staan! Hij is makkelijk, maar goed genoeg om aan gasten te serveren.


Pasta Puttanesca
recept voor 500 gram pasta

1 middelgrote ui, grof gesnipperd
olijfolie
2 blikken tomaatstukjes (van 400 gram per stuk)
3 teentjes knoflook, gesnipperd
1 tl chilivlokken (of meer naar smaak)
50 gr roomboter
125 ml rode wijn
1 volle tl suiker
½ tl oregano
6 ansjovisfiletjes uit blik
grote hand basilicum, in reepjes
grote hand peterselie, gehakt
130 gr zwarte olijven (de pot met kleine Taggia olijfjes van AH Excellent zijn erg lekker)
eventueel kappertjes of kapperappeltjes erbij
zout en peper (let op, want de ansjovis is ook erg zout)
500 gr pasta (liefst spaghetti of tagliatelle)
parmezaan om erbij te serveren

Fruit de ui in wat olijfolie. Voeg na een minuut of tien toe: tomaatstukjes, knoflook, chili, boter, wijn, suiker en oregano. Roer door en laat dit zonder deksel een uur pruttelen. De saus moet dan wat ingedikt zijn. Pureer de saus met een blender of staafmixer.

Ondertussen in een kleine koekenpan de ansjovis, in stukjes, in een scheutje olijfolie op zeer laag vuur laten ‘smelten’. Ze vallen uit elkaar tot een brei. Schep dat bij de gepureerde saus. Voeg ook de basilicum, peterselie en olijven toe. Breng op smaak als dat nog nodig is. Roer er naar smaak nog wat kappertjes door, of doe er op het bord nog wat op.

Ondertussen is er natuurlijk ook pasta gaar gekookt. Schep de saus erdoor en serveer eventueel met wat parmezaan (het is niet eens echt nodig, maar de kinderen waarderen het hier erg). Ik at er nog gesmoorde snijbonen bij (klontje boter in een pan en de gesneden bonen even kort laten bakken, dan scheutje water, beetje tijm en een scheutje balsamico erbij en met deksel erop 30 minuten op het laagste vuur laten garen).

Oordeel van het smaakpanel: ik heb lange pastasoorten lange tijd geschuwd, omdat ik dacht dat de kinderen het niet zouden lusten, maar ze vinden het fantastisch om lange slierten uit de lucht te happen. Zo gaat het bordje binnen een wip leeg. En ze vonden het gewoon lekker.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!



18 mei 2014

Varkentjes in de modder-taart


Ik liet mijn oudste dochter een foto zien op mijn telefoon. “Zeg, wil je voor je verjaardag deze ‘varkentjes in de modder-taart’?”
De bijna vierjarige was op haar hoede. “Is dat echte modder?”
“Nee, het is eigenlijk chocolade.”
“Maar dan is het toch ‘varkentjes in de chocolade-taart’?”
“Eh, ja… Dat is waar.”
“Dan moeten ze niet zeggen dat het modder is, hĆØ?”
“Nee…” Er was weinig tegen in te brengen.
“Nou, dan wil ik die wel.”

Zo gezegd, zo gedaan. De ‘varkens in de modder’ waren vorig jaar opeens erg populair op Facebook, nadat ze waren verzonnen door een zekere Fiona. Als je er op googelt, kom je ook nog wel een foto van de originele tegen (naast een waslijst interpretaties ervan). Er zijn een paar recepten van te vinden, maar ik heb toch maar wat eigen recepten erop los gelaten. Tenslotte ben ik bepaald geen patissier en qua bakwerk vertrouw ik graag op recepten waarvan ik weet dat ze werken. En los bekeken is deze taart niets eens gek veel werk. Goed, je moet een uurtje varkens kleien, maar verder is het een kwestie van cake bakken, vullen, dammetje eromheen bouwen, en overgieten met ganache. Het is zelfs niet echt moeilijk.



Het origineel gebruikt Kitkats voor de rand, maar het lijkt me teveel om naast zoveel cake en chocolade, er ook nog eens drie multipacks candybars door te jagen. Lange vingers leken mij iets vriendelijker.

Ik maakte ook geen normaal kapsel voor de cakelaag, maar week uit naar mijn eigen kwarkcake-recept. Deze is ook niet te vet (maar iets vetter dan kapsel), maar wel lekker smeuig door de kwark. Het is iets natter dan kapsel, maar ook wat steviger.

Varkentjes in de modder-taart
recept voor een springvorm van 20 cm

Begin met de varkentjes:
nodig: 1 pakje roze marsepein van 250 gram. Ontwerp naar eigen inzicht J
Onderdelen kan je aan elkaar vastplakken met een mini-drupje water. Maak de onderkanten wat platter, zodat je ze straks op de ganache legt, in plaats van ze erin te drukken.





Voor de kwarkcake:
150 gr roomboter op kamertemperatuur + een beetje om de vorm in te vetten
225 gr suiker
2 zakjes vanillesuiker
1 tl zout
3 eieren (L)
375 gr magere, milde kwark
375 gr bloem (geen zelfrijzend bakmeel; je hebt meer bakpoeder nodig dan wat er in zelfrijzend bakmeel zit)
1,5 afgestreken el bakpoeder

Verwarm de oven op 180 graden (160 graden voor hetelucht).

Mix de boter met de suiker, vanillesuiker en zout. Mix de eieren erdoor. Roer daarna de rest erdoor.
Het wordt een vrij stevig beslag. Leg een vel bakpapier op de losse bodem van de springvorm en sluit de ring er weer op. Vet de rand in met een beetje roomboter. Schep het beslag erin. De vorm zou ongeveer voor driekwart gevuld moeten zijn.
Bak de cake 60 tot 70 minuten of totdat een satƩprikker die je erin steekt er weer droog uitkomt.

Laat de cake afkoelen. Je kunt hem prima een dag van tevoren bakken.



Waarschijnlijk (en hopelijk) is de cake boven de vorm uitgerezen. Gebruik de bovenkant van de vorm als steun en snijd de top van de cake eraf, zodat de bovenkant overal min of meer gelijk is. Wanneer je de bol laat zitten, heb je een enorme ophoping van ganache aan de zijkanten en dat is wat teveel van het goede.

Snijd de cake dan ook met een groot broodmes in twee helften.

Maak de vulling:

150 gr gezeefde poedersuiker
50 gr roomboter, op kamertemperatuur
20 gr cacaopoeder
1 1/2 el melk

Klop de suiker, boter en cacao met een mixer door elkaar. Het zal een droog, kruimelig mengsel zijn. Voeg de melk eraan toe en klop het met de mixer op tot luchtig. Smeer dit uit over de onderste helft van de cake. Leg daarna de bovenkant er weer op.



Dan de ganache, waarmee je niet alleen de koekjes op de zijkanten plakt, maar wat ook het modderbad zal vormen: verhit 250 ml slagroom tot net niet kokend en giet dit over 400 gram melkchocolade, welke je in kleine snippers hebt gehakt. Laat het even staan en roer het dan tot een egaal mengsel. Laat het iets verder afkoelen. Voordat je het verder gebruikt, moet het terug koelen tot het de dikte van yoghurt heeft bereikt.

De koekjesrand: ik gebruikte 1 pak (van 200 gram) van Jeurgens Tiramisu lange vingers. Die zijn iets breder en langer dan de normale. 1 pak was voldoende; ik hield er drie van over. Omdat het een tobbe moet voorstellen, had ik ook nog gedacht aan (chocolade)oublierolletjes, maar die kon ik nergens vinden.
Wanneer de ganache smeerbaar is, smeer je de zijkant van de taart in met een paletmes of een taartschep ofzo. Gewoon een flink mes zal ook wel lukken. Zet de koekjes er tegenaan. Waarschijnlijk plakken ze wel, maar als ze toch wankel staan, zet ze er dan eerst schuin tegenaan en trek ze daarna recht met een lint dat je eromheen bindt. Plakken of niet; je hebt dat lint in ieder geval nodig om wat stevigeheid in te bouwen. Wanneer alles koud is, kan je een plak taart aan het koekje optillen, maar dat heeft wel wat hulp nodig.


Dan het lastigste gedeelte: je moet wachten tot de ganache bijna niet meer vloeibaar is en dat duurt langer dan je zou verwachten... Wanneer je het eerder op de taart giet, zal het tussen de koek door sijpelen. Wacht dus tot het zeer lobbig is geworden en giet het dan in ‘de tobbe’. Als het goed is, spreidt het zich uit tot een egale laag. Zet de taart in de koelkast om op te stijven. Zet er na een klein uurtje de varkentjes in. Je hoeft ze slechts heel licht aan te drukken om ze vast te zetten (ik ga ervan uit dat je de varkensonderdelen die ‘onder water’ liggen er niet bij hebt gemaakt!). Uiteindelijk heeft de ganache trouwens de dikte van een stevige, maar smeerbare roomboter. Je ziet bij veel voorbeelden dan men golfjes heeft gemaakt in de ganache, maar wanneer je daar geen ervaring mee hebt, ziet het er al snel uit als geklieder. Ik heb het daarom niet gedaan.







Ik ben tijdens de verjaardag even weggeslopen met het restant van de taart, voor een foto van de binnenkant:



En wat de smaak betreft: heerlijk! Een echte verjaardagstaart. Wanneer je de lange vingers gebruikt, wordt de taart wel het beste op de dag zelf opgegeten, omdat de koek na een dag wat zachter wordt. Verder kan er met veel mensen van worden gegeten. De taart is tenslotte hoog en machtig, dus ik sneed plakjes van 1 koekje breed. Dat waren er toch al gauw twintig.

O ja, de andere dochter had ook een taart, hoor. Een slagroomtaart met insecten erop, want zo’n meisje is het. Als je Dochter Zo haar gang laat gaan, zoekt ze ’s morgens nog voor het ontbijt in haar pyjama naar slakken in de tuin. Dus zij had een slak, lieveheersbeestjes, een regenworm en een groene rups.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Vond je dit bericht leuk? Deel het dan aub op Facebook of Twitter via de knoppen hieronder!