31 januari 2011

Insalata Caprese

Een klassieker en overbekend, maar als onmisbare salade noem ik het hier toch maar. We aten hem vorige week bij de winterbarbecue.

Er was een tijd dat ik nog niets gewend was en ik weet dan ook nog precies wanneer ik dit voor het eerst at; op een zomeravond met uitzicht op een weiland met paarden aan de ene kant en een moeilijk gezelschap aan de andere kant.  En toen kwam deze salade op tafel. Ik was al 22 jaar oud en diep onder de indruk. De gastheer keek wat ontredderd toen ik hem prees om zijn kookkunsten. Hij had alleen maar wat in plakjes gesneden…

Insalata Caprese     
4 personen
2 bollen (buffel)mozzarella van goede kwaliteit
6 el goede olijfolie
2 el witte balsamico
1/2 el vloeibare honing
1 tl gedroogde oregano
Peper, zout
Verse basilicum (een stuk of 20 mooie blaadjes)
Een stuk of 4 grote tomaten met smaak

Snijd de mozzarella in plakjes. Klop een dressing van de olie, azijn, honing, oregano, peper en zout. Leg de mozzarella op een schaal en giet de dressing eroverheen. Zet dit afgedekt minimaal een paar uur, maar liever een etmaal, in de koelkast.

Snijd de tomaten in niet te dikke plakken en leg ze om en om met de mozzarella en de basilicum op een schaal. Giet de overgebleven dressing er ook overheen.

Oordeel van de kleine chef: hij miste de barbecue, dus ook deze salade. De kaas had hij zo gegeten, maar die tomaat echt niet.

30 januari 2011

Winterbarbecue (Sosaties)


Aangezien Meneer Marsepein in zijn late jeugd een glühweintrauma heeft opgelopen en ikzelf bij chocolademelk verkeerde associaties heb, moesten onze gasten dit helaas missen bij de winterbarbecue. Deze stond eigenlijk al een paar dagen voor de kerst gepland en het is al jaren mijn stille en recalcitrante wens om het als alternatieve kerstdis te plannen, maar door omstandigheden konden we het nu pas regelen. De dagen worden al weer duidelijk langer, dus er was haast bij geboden! Eind januari; kleine chef zou de kolen nog net in het donker hebben kunnen zien gloeien, maar we besloten om eens een keertje zonder chef te eten. De marshmallows lagen weliswaar klaar om te worden geroosterd, maar dat mag hij van de zomer eens gaan proberen. Zo bleef het vrij rustig in Huize Marsepein…

We aten het volgende en de recepten zullen in de komende dagen worden toegevoegd:
Hapje vooraf: Gougères met bieslookroomkaas


Sosaties van Varkenshaas
Frans brood met kruidenboter

Pannacotta met steranijs en yoghurt

Sosaties zijn Zuid-Afrikaanse vleesspiezen. Van origine maak je ze met lamsvlees, maar dat deden we vandaag even niet. Ik sneed varkenshazen in kloeke stukken, maar kip doet het vast ook goed bij de pittige zoetzure marinade van azijn, bruine suiker en abrikozenjam. Voor het recept gebruikte ik Die Volledige Suid-Afrikaanse Kookboek van Magdaleen van Wyk, maar heb die wel een beetje aangepast naar Marsepeinmaatstaven, want meneer ziet het niet zitten als ik hem blokkies skaapvet op een spies serveer. De appelkooskonfyt en huisies knoffel lieten we er wel mooi inzitten.

Sosaties
Voor een stuk of 16 flinke spiezen

Het vlees wacht bij de barbecue

1 kg varkenshaas (of lam of kip) in blokjes van 2,5 cm
3 grote uien
Olie om de uien in te fruiten
75 ml abrikozenjam
2 el bruine suiker
3 tenen knoflook, gesnipperd
2 laurierblaadjes
2 el kerriepoeder
25 ml blanke wijnazijn
1 el zout
1 tl peper
2 ons ontbijtspek in wat dikkere plakken, de rechte variant is handiger dan de opgerolde
250 gr gedroogde abrikozen

Pel de uien en snijd ze in kwarten en dan overlangs nog eens doormidden, zodat je 8 stukken hebt. Haal de laagjes van elkaar los en fruit ze in wat olie totdat ze wat zachter zijn (2 a 3 minuten). Ze hoeven niet te kleuren of volledig gaar te worden.
Voeg dan alle ingrediënten, behalve het spek en de abrikozen, samen in een grote kom en laat het vlees hier 24 uur in marineren in de koelkast.
Als je houten pennen voor de spiezen gebruikt, week deze dan eerst in water. Dit voorkomt dat ze verbranden op de barbecue.
Week de abrikozen een uur in lauw water.
Rijg dan het vlees op de pennen in de volgorde vlees, opgerold plakje spek, ui en abrikoos.
Rooster de spiezen op de barbecue.


De kleine chef mocht dus geen oordeel vellen… Van de zomer laten we het alsnog weten.


27 januari 2011

Risotto met sherry, knolselderij en champignons



Risotto met sherry, knolselderij en champignons
Voor 2 personen en een goed dooretende peuter

300 gr risotto
1 liter hete bouillon van tuinkruidenbouillonblokjes.
Olijfolie
1 ui, gesnipperd
1 teentje knoflook, gesnipperd
1 wijnglas droge sherry
1 knolselderij
1 grote doos champignons, in plakjes
1 tl tijm
Zout, peper naar smaak. Platte peterselie bij de champignons en in de risotto is ook erg fijn.
(voor volwassenen en stoere kinderen kunnen er ook wat chilivlokken in de risotto!)

Maak de knolselderij schoon door met een flink mes de buitenkant eraf te snijden en snijd hem in hele kleine blokjes (1/2 cm). Bak de blokjes zachtjes in wat olijfolie in een koekenpan totdat ze gaar zijn. Bestrooi met tijm, peper en zout. Als het gaar is en de risotto nog niet, kan je het vuur onder de knolselderij uitdraaien.
Voor de risotto: fruit de ui en de knoflook in de olie. Na een paar minuten kan de rijst erbij en deze bak je even mee. Dan de sherry toevoegen en goed roeren. Laat het niet teveel droogkoken, dus ook snel een flinke scheut bouillon erbij. Nu zijn er hele handleidingen over risotto koken en veel dingen vind ik overdreven, maar als je de bouillon er steeds bij blijft gieten en je blijft met liefde roeren, dan komt dat allemaal heus wel goed. Wel erop letten dat je aan het einde niet met teveel vocht in de pan blijft zitten, dus anticiperen op het juiste moment dat de rijst het zelf wel verder afmaakt en dan geen bouillon meer toevoegen. Ook het blijven roeren is belangrijk.
Ondertussen de champignons bruin bakken in boter of olie en aan het eind bestrooien met fijngehakte peterselie.
Als de risotto gaar is na een kleine 20 minuten, voeg je de knolselderij toe aan de risotto en schep je het door elkaar. Serveer met Parmezaan en de champignons.

Oordeel van de kleine chef: zijn bord was leeg. Chocolademousse toe…

24 januari 2011

Crostata


Afgelopen week constateerde ik dat mijn supermarkt niet veel te bieden heeft op het gebied van jams. Er was niet meer keuze dan de top 5 van Nederland: aardbei, kersen, frambozen, viervruchten en abrikozen. Ze hadden wel een kruisbessenjam die me erg aansprak, maar ja, dat doet het weer niet mooi op de foto. Moet je daar ook al op gaan letten…
Binnenkort maar eens zoeken naar lekkere vijgen-, pruimen- of rabarberjam, want de taart is het waard om in het vaste repertoire te staan. Het is in een oogwenk gemaakt en is zelfs uit de voorraadkast te maken in tijden van nood.

Het is van oorsprong een Italiaanse taart uit de losse pols, type rustiek en ambachtelijk. Hij bestaat in vele varianten en kan worden gevuld met room en vers fruit of, zoals hier, met een jam. Een jam met veel stukjes geeft de taart wat houvast, maar een gelei is niet geschikt, omdat dat te dun wordt. Dit recept is vrij naar een variant van David Lebovitz  (http://www.davidlebovitz.com/2008/07/jam-tart/), maar ik ben het niet eens met zijn taartgrootte; ik kreeg dit deeg echt niet naar tevredenheid in een vorm van 24 cm en heb alles opnieuw in een springvorm van 18 cm uitgeduwd.

Eet de taart wel op dezelfde dag op. Na een dag wordt alles wat zompiger; nog steeds niet vies, maar je kan het dan niet meer aan, zeg, je nieuwe schoonouders serveren.


Crostata (Jamtaart)
Voor een bakvorm van 18 cm

100 gr roomboter op kamertemperatuur
100 gr suiker
1 groot ei + 1 eidooier
200 gr bloem
70 gr fijne polenta
½ tl zout
2 tl bakpoeder
½ pot lekkere jam
2 el suiker om te bestrooien


Klop de boter en suiker samen en voeg dan het ei en de eidooier toe. Meng in een andere kom de bloem, polenta, zout en bakpoeder en kneed dit dan in beetjes bij het botermengsel. Het wordt een vrij plakkerig deeg, maar het moet wel tot een bal zijn te vormen.
Pak er dan 1/3 vanaf, rol dit tot een dikke worst en verpak het in folie. Rol ook het resterende deeg in folie en leg allebei in de koelkast. Om het te kunnen uitduwen in de vorm moet het deeg weer opstijven. Door het kneden wordt de boter warm en krijg je van dat onhandelbare plakdeeg.
Als het deeg wat koeler is duw je de grote bal deeg uit in de vorm. Maak een bodem en iets opstaande randen; het moet straks een flinke centimeter jam kunnen bevatten.
Strijk dan ongeveer een halve pot jam uit over de bodem.
Van de deegworst plakjes snijden zo dik als een koekje. Verdeel deze over de jam en laat ze een beetje overlappen. Bestrooi met suiker.
Bak de taart ongeveer 25 minuten in een conventionele oven op 180 graden (een hetelucht oven moet gemiddeld 20 graden lager staan!)


Oordeel van de kleine chef: zonder aarzelen schuift hij aan. Hoe weet hij nou zo zeker dat er geen pastinaak in zat? Hoe zien die kinderen dat??

21 januari 2011

Appelstroop en perenstroop



Deel 4 van Chef Mama vs The Real Thing





Over het hoe en waarom van het koken van producten die je beter en goedkoper in de supermarkt koopt, klik hier voor deel 1.

Och, wat paste dit recept weer mooi in het streven van deze serie. Eerst sjouw je een paar kilo appels naar huis en vervolgens heb je na 2 uur koken een (1!) jampotje stroop, waar je nog niet tevreden over bent ook. En dan weer terug naar die supermarkt voor poging 2…


Pas na het maken van mijn appelstroop ben ik eens gaan kijken wat er nu eigenlijk in echte appelstroop zit, want die van mij werd niet donker, maar rood (tweede foto boven). Heel mooi rood eigenlijk, maar toch niet wat ik verwachtte. En de smaak was ook anders. Ik miste de rinse (friszure) smaak van echte stroop.


Nu blijkt dus dat er verschillende ingrediënten worden gebruikt. In de bekende rinse appelstroop zit voornamelijk suikerbiet (zo’n 70%!), omdat het ongetwijfeld goedkoper is en natuurlijk zoeter. De stroop van het eigen merk van Albert Heijn bevat voornamelijk suikerbietensap (beetwortelsap). Dit maakt de stroop ook zoeter en vast ook zo mooi donker. Dat wil ik nog wel eens proberen, maar dan is het eerst wachten op de volgende verse suikerbieten. Ook kwam ik de tip tegen om het met een deel vlierbessensap te maken. Ook daarvoor moet ik nog even wachten…
Frutesse zet trots op de voorkant van hun potje Maestrichter Fruitstroop (peer, appel en druiven) dat er geen kristalsuiker in zit, maar in de ingrediëntenlijst staat wel glucosestroop. Nee, er zit ook geen zwart geblakerde kipfilet in, maar dat zet je toch ook niet op de voorkant? Dat is weer eens misleiding. Ik zou er zelf trouwens niet zo trots op zijn dat er glucosestroop inzit. Die is tegenwoordig meer in opspraak dan kristalsuiker, omdat het dikmakend zou zijn en diabetes en hartkwalen in de hand zou werken.




Wat de kleur betreft zou het wel eens kunnen dat het sap in de fabriek heel langzaam wordt ingekookt, maar ik zag het niet zitten om mijn litertje sap een half etmaal op het gas te laten staan. Uiteindelijk lukte het overigens wel.

Gebruik voor de stroop zeer rijpe appels, want daar zit minder pectine in. Samen met zuur en suiker zorgt pectine ervoor dat de stroop een gelei zal worden en dat is goed, maar overdrijven is ook weer niet de bedoeling. Een beetje pectine is meer dan zat.
Na mijn eerste poging bedacht ik mij ook dat je net zo goed gewoon appelsap zou kunnen gebruiken. En als je een juicer hebt, zou je de hele appel ook direct kunnen centrifugeren om zo het verse sap in te koken.

Voor de recepten eerst maar eens de traditionele methode:

Appelstroop
Voor ongeveer 400 ml stroop

2,5 kilo zoete, rijpe appels en/of peren
250 ml water
250 gr (of meer bij zure appels) suiker (eventueel donkerbruine basterdsuiker)

Was de appels, snijd ze ongeschild in stukken en doe ze met schil en klokhuizen in een grote pan. Voeg water toe en laat ze gedurende 1 uur afgedekt tot moes koken.


Zet een grote vergiet op een pan en leg hier een kaasdoek of fijn geweven theedoek of laken overheen (liever geen wasmiddelgeurtjes!) en stort de appelmoes hierin. Laat dit onder af en toe roeren uitlekken en als laatste kan je de punten van de doek samennemen en de inhoud voorzichtig uitwringen.
Verhit het sap in de pan weer, voeg de suiker toe en kook het in op middelhoog vuur totdat het stroperig wordt. Als een druppel van een lepel valt moet het een draad trekken. Laat het vooral niet te lang doorkoken, want het zal nog aanzienlijk dikker worden bij het afkoelen. Test een beetje op een koud schoteltje!

Maak ondertussen potjes schoon door ze samen met de deksels een paar minuten te koken in een pan met water. Haal ze met een tang eruit en zet ze op een schone theedoek.
Giet de stroop in de potten, draai het deksel erop en zet de potten 10 minuten op hun kop.

En dan de ‘quick fix’:

Perenstroop
Voor ongeveer 150 ml stroop



1 liter perensap (100% sap, dus geen nectar!)
100 gr donkerbruine basterdsuiker

Ik bedacht mij dat je ook direct met kant-en-klaar sap aan de slag kon gaan en peren blijken zoeter te zijn, dus de keuze viel op een fles perensap. Voor de kleur gokte ik dit keer op donkere basterdsuiker. Het procedé van inkoken werkte hetzelfde als bij de appelstroop.
Op het moment dat ik de suiker toevoegde zag ik dat het qua kleur wel goed zou komen. Maar ook bij het inkoken werd de massa opeens veel donkerder, waarschijnlijk door het karameliseren van de suiker. Blijf er nu wel bij en wacht vooral niet te lang, want dan wordt de stroop bitter. Verder had ik nu ook geen last van geleivorming en de donkerbruine stroop liet zich mooi smeren. Op de foto (met het blauwe kommetje) zie je nog de belletjes op de stroop, maar daaronder zat prachtige dikke, donkere stroop!

Kortom; laat dat gedoe met die appels maar zitten. Met het perensap ging het prima.

Oordeel van de kleine chef: tja, de hagelslag met apenfunnies is het enige dat telt tegenwoordig, maar als baby was hij er dol op.

19 januari 2011

Älpler Magronen


Ik bestelde dit gerecht ooit in een Zwitsers restaurant als voorgerecht en mijn Zwitserse collega’s lagen onder de tafel van het lachen. Wie bestelt dit nou als voorgerecht?? Ze probeerden me te waarschuwen dat het zwaar en vullend zou zijn en dat ik in een keer voldoende zou hebben gegeten. Dat viel reuze mee en zo’n fragiel meisje ben ik ook niet, maar het is waar dat dit gerecht voor mij symbool voor Zwitserland staat, samen met fondue en rösti natuurlijk. In älpler magronen zitten alle ingrediënten waar de Zwitserse keuken zwaar op leunt: kaas, aardappelen, room, ui en spek. Zeg maar de Zwitserse variant van mac ‘n’ cheese. Ik heb hieronder dan ook een iets lichtere variant voorgesteld, want room en spek eet je alleen elke dag ongestraft als je steeds die bergen op en af moet lopen.

In Zwitserland gebruiken ze hier Hörnli voor, een soort dunne buisjespasta, maar dat heb ik in Nederland maar een enkele keer zien liggen. Gebruik er gewone penne rigate voor, of anders wat grotere macaroni dan onze standaard elleboogjespasta. Verder is de appelcompote er een must bij! Het zurige van de appels is briljant bij het romige van de pasta.

Älpler Magronen
Voor 4 personen

400 gr buisjespasta
250 gr vaste aardappelen
2 grote uien, in halve ringen
Boter of olie om in te bakken
3 dl melk (of room voor de dikke versie)
150 gr gekookte hamreepjes (of gebakken of geblancheerde spekreepjes voor de dikke versie)
3 ons geraspte kaas (kan een mengsel van verschillende kazen zijn. Een harde kaas zoals sbrinz (de Zwitserse variant van parmezaan) wordt veel gebruikt, maar ik gebruik gewoon Goudse jong belegen of belegen)
Peper

Schil de aardappel en snijd ze in plakken en daarna in staafjes (formaat Franse frietjes). Breng een grote pan met water aan de kook en kook hier de aardappels en pasta samen in. Mijn pasta had 8 minuten nodig, wat ideaal was voor de aardappels, maar als de pasta langer nodig heeft, moet de aardappel later worden toegevoegd.
Bak de ui ondertussen zachtjes in wat boter of olie bruin.
Breng de melk aan de kook, haal van het vuur en smelt er 1/3 van de kaas in. Breng dit op smaak met peper (zout zal je waarschijnlijk niet nodig hebben met al die kaas) en voeg hier ook de ham aan toe. Houd het warm op een klein vuurtje, maar laat het niet koken, omdat anders de kaas schift.
Als de pasta is afgegoten nog eens 1/3 van de kaas hierdoor mengen.
Giet de melk dan bij de pasta en bestrooi met de laatste 1/3 deel kaas. Verdeel er de uien over. Warm het nog even goed door totdat de kaas gesmolten is en serveer met de appelcompote:

Ankestückli

750 gr zure appels
30 gr boter
1 dl appelsap of witte wijn
1 el suiker

Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in blokjes. Smelt de boter in een pan, voeg de appels en suiker toe en bak ze enkele minuten. Voeg dan ook het sap of de wijn toe en laat dit verder zachtjes koken totdat het een dikke compote is geworden. Je kunt de compote zo maken dat er nog ruimschoots stukjes inzitten, maar eventueel kan je hem ook doorkoken tot appelmoes. Waarschijnlijk moet er nog wat water aan worden toegevoegd als het droog kookt.

Oordeel van de kleine chef: chef is bijzonder Zwitsers ingesteld. Dit lust hij wel.


17 januari 2011

Tapenades en Peppadewspread


Hoera! De kleine chef was gisteren jarig en behaalde de beruchte leeftijd van twee! We hebben onze borst inmiddels natgemaakt en wachten de peuterpuberteit met spanning af…

Het was druk in de keuken; kleine chef kreeg een enorme spekkoek met marsepeinen bekleding, er werden muisjes van brooddeeg en rozijnen gemaakt om uit te delen aan zijn vrienden op het kinderdagverblijf en er moesten hapjes komen voor de grote mensen. Tapenades en een peppadewspread dan maar:



Mijn tapenades haal ik uit het boek De Zuid-Franse Keuken – C.Schinharl/J.Zipprick. Bezuinig niet op de olijven en haal liever verse olijven bij de versafdeling van de supermarkt dan blikken en potten uit het vak. De verse zijn steviger en smaakvoller.

Groene Tapenade

50 gr gepelde amandelen, grof gehakt
½ bosje basilicum (of zo’n klein vers bakje uit de supermarkt)
1 kleine gedroogde of verse tl tijm en 1 kleine tl gedroogde rozemarijn (1 tl vers, gehakt)
50 gr kappertjes, uitgelekt
150 gr goede olijven zonder pit, uitgelekt
8 el olijfolie

Peper, eventueel zout
1 el honing

Maal alles in een keukenmachine of met een blender fijn en breng op smaak met peper, zout en honing. Voorzichtig aan met het zout!


Zwarte Tapenade

150 gr zwarte olijven zonder pit
40 gr kappertjes, uitgelekt
4 ansjovisfilets in olie, uitgelekt
50 gr tonijn uit blik
2 tl tijm
5 el olijfolie
Peper

Maal alles in een keukenmachine of met een blender fijn en breng op smaak met peper.

De spread met peppadewpepers is te simpel voor woorden, maar erg lekker op toastjes of een boterham:

Peppadewspread

1 kuipje Philadelphia roomkaas
1/2 pot Peppadew-pepers (80 gram uitgelekt gewicht)

Snijd de pepers ragfijn en meng met de roomkaas. Ik gebruik zoveel pepers als ongeveer in het lege roomkaasbakje passen. 1 op 1 dus.
Een goede variant is het toevoegen van verkruimelde feta.

Oordeel van de kleine chef: hij heeft het niet gepakt. Was wel druk met de spekkoek, kaasbolletjes en Nibbits. Och, het was tenslotte zijn verjaardag.

15 januari 2011

Makreelsalade met bleekselderij

Dit recept stond eerder in een Allerhande (nr 3/2009) en is weer eens snel, simpel en moddervet. Gelukkig dan wel met ‘goede vetten’, want makreel is een van die vissen die vol zit met omega-3-vetzuren.
Wij aten er deze preisoep bij, want daar kan je dat stokbrood ook weer zo lekker in dopen.


Makreelsalade met bleekselderij op stokbrood
Voor 2 personen en een weigerende peuter

1 gestoomde makreel, gefileerd en ontgraat, het vlees in stukjes
2 stengels bleekselderij, in heel fijne reepjes
3 el (citroen)mayonaise
2 el platte peterselie, fijn gehakt
2 el sinaasappelsap
Zout, (witte) peper

Stokbrood

Meng alles samen voor de salade en serveer met stokbrood. Het is ook lekker om het stokbrood in lange repen te roosteren.

Oordeel van de kleine chef: het stokbrood, ja, dat heeft hij op. De salade? Welnee. Wilde ook niet proeven.

14 januari 2011

Galettes Bretonnes

Oftewel pannenkoeken van boekweitmeel…


Een Franse crêpe van gewone bloem is bedoeld om met een zoet beleg te eten en galettes zijn ervoor om hartige zaken te dragen. Het boekweitmeel (nu eens een meel dat gewoon te koop is in de supermarkt bij de pakken Koopmans) heeft een aparte smaak dat ik lastig te omschrijven vind. Ik zou bijna ‘medicinaal’ zeggen, maar dat klinkt weer zo negatief. Bitter? Gronderig? Het zijn niet de woorden waarmee ik iemand die er onbekend mee is over de streep ga trekken. Maar de kleine chef eet het hier ook, en als híj het lust…

De galette wordt in een galettière of koekenpan gebakken. De ongebakken bovenkant wordt direct belegd en de pannenkoek wordt dus ook niet omgedraaid. Vlak voor het serveren worden de zijkanten iets naar binnen geslagen, zodat je een vierkante koek krijgt. Dit is blijkbaar een handigheidje, want zo vloeiend ging dat hier niet. Gebruik 2 spatels: een zet je op de pannenkoek waar hij moet dubbelvouwen en met de ander klap je hem om. De galette mag een beetje knapperig zijn, dus dan breek je hem gewoon een beetje op het randje.  Het helpt ook om er niet teveel vulling op te scheppen…



Een standaardrecept in Frankrijk is de galette complète, waarbij de pannenkoek wordt belegd met een plak ham, een ei (rauw dus en gebakken op de galette) en geraspte gruyère. Vast niet verkeerd, maar ik zocht iets anders en we hebben de volgende recepten uitgeprobeerd:

Galettebeslag
voor ongeveer 8 galettes

250 gr boekweitmeel
zout
2 eieren
½ liter koud water
40 gr gesmolten boter

Klop van alle ingrediënten een beslag. De boter stolt weer in het beslag en geeft “klontjes”, maar dit maakt niet uit voor het bakken. Ik heb het beslag zowel 2 uur laten rusten (volgens recept) en ik heb het ook direct gebruikt om te bakken, maar ik kon niet echt een noemenswaardig verschil ontdekken. Oh ja, en ik had eerst veel te veel beslag gemaakt:



Galette met champignons en stilton
Voor 4 pannenkoeken

10 gr porcini (gedroogd eekhoorntjesbrood)
1 ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, gesnipperd
½ tl gedroogde rozemarijn of een takje verse, gehakt
1 tl tijm
olie om te bakken
400 gr champignons, in dunne plakjes
150 gr stilton (of ev zachte geitenkaas)

Week de porcini een half uur in heet water en snijd ze daarna in kleine stukjes. Mochten er nog harde stukjes bijzitten, gooi die dan weg.
Fruit de ui en knoflook in een koekenpan voor een paar minuten. Voeg dan champignons, porcini en kruiden toe en bak dit tot de champignons bruin zijn.

In een andere grote koekenpan een beetje boter verhitten en hierin 1 pannenkoek maken. De pannenkoek moet dun zijn, dus draai de pan goed om hem mooi uit te laten vloeien (ik gebruik na de eerste pannenkoek liever gewoon geen vet meer in de pan, want dan kan je het beslag zo mooi rond laten lopen). Beleg direct met ¼ van het champignonmengsel + ¼ van de stilton (in stukjes). Laat de galette garen, de kaas moet net gaan smelten. Vouw de kanten dan naar iets binnen zodat je een vierkant krijgt en laat voorzichtig op een bord glijden.

Galettes Parmesanes (foto boven)
Per galette:
2 plakken parmaham
een handje Parmezaanse kaas

In een grote koekenpan een beetje boter verhitten en hierin 1 pannenkoek maken. De pannenkoek moet dun zijn, dus draai de pan goed om hem mooi uit te laten vloeien. Beleg direct met de ham en kaas. Laat de galette garen, de kaas moet gesmolten zijn. Vouw de kanten dan naar iets binnen zodat je een vierkant krijgt en laat voorzichtig op een bord glijden.

Galettes met walnoten en roquefort
Per galette:
Klein handje walnoten, grof gehakt
Wat stukjes roquefort

Voor de bereiding, zie Galettes Parmesanes


Andere mogelijkheden?
Geitenkaas/walnoten
Ei/ham/spek en gare plakjes aardappel
Gerookte zalm/crème fraiche/basilicum en citroenrasp
Gegaarde savooiekool in reepjes/aardappelschijfjes/kaas
Tonijn uit blik/zwarte olijven/bieslook/tomaatblokjes en kaas
Ham/boursin

Oordeel van de kleine chef: hij krijgt zijn laatste kies en alles doet pijn, maar hij wilde wel wat pannenkoek zonder beleg eten.

10 januari 2011

Couscous-salade


Ik moet wat opbiechten: ik gluur in andermans supermarktkarretjes en trek daar graag conclusies uit als die vol liggen met cola, chips en frituurvet. Nu overkomt het mij ook wel eens dat er meerdere ongezonde dingen in mijn kar liggen (Nibbits voor de kleine chef, dat felbegeerde suikerbrood voor meneer en voor mij 3 pakjes roomboter en anderhalve kilo suiker voor een nieuw experiment) en zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten: ik word vast óók in de gaten gehouden en ben wel zo link om mijn foute aankopen een beetje verdeeld op de kassaband te leggen, zo’n beetje tussen het brood en de appels, want stel je voor dat de caissière denkt dat wij alleen maar leven op vet en suiker. Ik zie haar blik al afglijden naar mijn 3 bloedjes van kinderen…
Maar mijn vermoeden dat ik niet de enige ben die de andere consumenten in de gaten houdt, blijkt te kloppen! Want afgelopen weekend, bij de wekelijkse boodschappen, werd ik opeens geprezen voor de volledig gezonde inhoud van mijn kar. Door de caissière ja! Ik gloeide inwendig van trots dat iemand al die moeite eens opmerkte, maar reageerde uiteraard alsof ik het zelf nog niet had gezien. “Och ja, ik geloof dat je gelijk hebt…” En ik heb haar absoluut niet verteld van die bak Marshmallows van vorige week.
Er stonden inderdaad veel gezonde zaken op het menu deze week en één van de grote aanstichters van de gezonde kar was deze couscous-salade. Voor wie ook eens een wit voetje wil halen bij de caissière:

Couscous-salade
4 personen

Eet het bijvoorbeeld als vegetarisch hoofdgerecht met wat gegrilde groenten erbij. Of anders met Turks brood en olijventapenade, een gebakken kipfilet of wat koude gerookte kip. Die weet je ook nog wel zonder moeite langs de kassa te krijgen.

200 tot 250 gr couscous
4 lente-uitjes, in dunne ringetjes, het donkergroene stuk weggooien
2 a 3 tomaten, in zeer kleine blokjes
1 gele paprika, ook in zeer kleine blokjes
1 bosje koriander en peterselie, gehakt
200 gr feta, in stukjes
1 blik kikkererwten (400 gr), uitgelekt
2 tenen knoflook, geperst
Flinke scheut olijfolie
Sap van 1 citroen
Zout, peper


Wel de couscous volgens de beschrijving op de verpakking en doe de uitgelekte couscous in een grote schaal en voeg alle andere ingrediënten toe. Goed koelen.

Oordeel van de kleine chef: hij rook al onraad toen er niet werd gekookt. Rauwkost en dergelijke hoeft hij niet en hij verkoos een boterham.