Een Duitse cake uit Chili? Toch wel… Het ligt niet erg
voor de hand, maar Chili heeft dus een grote groep inwoners waarvan de
voorvaders uit Duitsland kwamen. In de tweede helft van de 19e eeuw emigreerden
zo’n 30.000 Duitsers naar Chili uit onvrede met het politieke klimaat thuis. En
vandaag de dag schijnt er nog steeds een grote groep Chilenen te zijn die zich
identificeert als Chileens-Duits. En dan krijg je dus dit soort cakes.
De cake is een wonderlijk geval, want de appelschijfjes
worden gemengd met slagroom en suiker en dan als lagen tussen het beslag
verwerkt. Dat zorgt voor een wat vochtige cake die hier en daar custard-achtige
stukken heeft. Het origineel maakt men met rum in het beslag, maar bij gebrek
daaraan nam ik een triple sec. Cointreau bijvoorbeeld, hoewel een goedkoper merk
hiervoor prima is. En eigenlijk beviel die zo goed, dat ik de rumversie nog
steeds niet heb gemaakt.
Kuchen Borracho
(Chileense appelcake met rum)
Bron: het boek ‘Warm Bread and Honey Cake’ van Gaitri
Pagrach-Chandra
Ik gebruik een vierkante ovenschaal van zo’n 20 cm
breed, maar onder het recept zet ik ook nog eens de hoeveelheden voor een
26 cm springvorm!
Voor de appelvulling:
700 gr frisse, zurige appels (maar niet zo zuur als
Granny Smith) – bv Jona Gold, Kanzi, Elstar, etc
80 gr suiker
100 gr slagroom
Voor de cake:
150 gr zachte roomboter
200 gr suiker
3 eieren (M)
300 gr zelfrijzend bakmeel + iets om te bestuiven
snuf zout
75 ml rum, of anders triple sec (zoals Cointreau)
75 ml koud water
Maak eerst de appelvulling: Schil de appels en haal de
klokhuizen eruit. Snijd ze dan in kwarten en daarna in smalle plakjes. Meng de
plakjes in een kom met de suiker en room.
En dan het cakebeslag: Verhit de oven voor op 160 graden
(=150 graden hetelucht). Vet een ovenschaal of taartvorm in met boter en
bestuif met wat bloem, of bekleed een vorm met bakpapier (als je dat even nat
maakt onder de kraan, verfrommelt en uitknijpt, kan je het goed in een vorm
plooien.)
Klop de boter en suiker luchtig met een mixer. Voeg een
voor een de eieren toe en mix ze erdoorheen. Voeg dan het zelfrijzend bakmeel en
een snuf zout toe, spatel het erdoor en voeg tenslotte de rum en het water toe
tot je een glad beslag hebt. Niet langer bewerken dan nodig is.
Schep nu 1/3 van het beslag in de ovenschaal. Bedek dat
met de helft van de appelplakjes, maar zorg dat de randen vrij blijven. Bedek
dit weer met 1/3 van het beslag, dan weer de tweede helft appel en tenslotte
het laatste deel beslag. Maak je geen zorgen als de lagen niet goed lukken,
want het dikke beslag laat zich niet heel goed uitspreiden, maar zelfs als het
mengt met de appellaag is er geen man overboord. Strijk de bovenkant glad en bak de cake 1,5 uur
of tot een sateprikker die je erin steekt, er weer schoon uitkomt. Laat hem
even afkoelen voordat je hem aansnijdt. Ik vond hem gewoon afgekoeld erg
lekker, maar je zou het ook warm kunnen eten. Hij is koud wel een stuk
steviger! In warme toestand is het een kwetsbaar gebak, maar eenmaal afgekoeld
kan je het prima snijden.
En dan nog de
hoeveelheden voor een 26 cm springvorm:
(verder gewoon het
recept volgen - de baktijd is waarschijnlijk niet langer. Gebruik wel bakpapier
in een springvorm tegen eventueel lekken)
Voor de appelvulling:
840 gr frisse, zurige appels
100 gr suiker
120 gr slagroom
Voor de cake:
180 gr zachte roomboter
240 gr suiker
3 eieren (L)
360 gr zelfrijzend bakmeel + iets om te bestuiven
snuf zout
90 ml rum of triple sec
90 ml koud water
2 opmerkingen:
De foto, jouw omschrijving, de ingrediëntenlijst... het water loopt me in de mond! Ik ben dol op dit soort zwaar en klef gebak... eigenlijk op alles met custard! Dank voor de tip, hij staat in mijn 'to do' lijstje! Groet, Nicolet
Daar sluit ik me bij aan :) Ik heb ook liever zoiets dan een luchtig schuimgebakje
Een reactie posten