Ik
verwachtte dat mijn bezoek met zelfgemaakte appeltaart zou arriveren en ik
wilde een duit in het zakje doen door daar een kaneellabneh bij te maken. Lekker,
dacht ik, puntje appeltaart met een bolletje romige kaneelyoghurt erbij. Maar
het bezoek was geïnfecteerd met het Ottolenghi-virus dat de laatste tijd nogal
hardnekkig om zich heen grijpt en bracht een cake mee, waar al ruimschoots
roomkaasglazuur op was uitgesmeerd. Daar zit je dan met je labnehballen. Zoals
u op de foto ziet heb ik er de volgende dag een armoedig, maar gezond
appeltje bij gesneden.
Labneh
is feitelijk niets anders dan onze hangop, behalve dat hangop van gewone yoghurt
of karnemelk (dat is eigenlijk de originele) wordt gemaakt, en voor labneh
start je al met dikke (en vette!) Griekse yoghurt (die op zichzelf weer niets
anders is dan ingedikte gewone yoghurt). Als je dat laat uitlekken krijg je een
stijve, verse kaas. De hartige variant wordt zelfs in balletjes gerold en op
olie bewaard. Dit is een zoete labneh met nog iets zuur van de yoghurt.
De labneh mag gaan uitlekken
Na 24 uur…
Kaneellabneh
recept
voor 600 ml labneh
1
liter Griekse yoghurt
2
tl kaneel
60
gr poedersuiker
Meng
de yoghurt met de kaneel en suiker. Meer suiker toevoegen voor een zoetere
labneh kan natuurlijk, maar je kunt het achteraf ook nog toevoegen. Gebruik geen
gewone kristalsuiker, want die lost niet goed op.
Bekleed
een vergiet met een kaasdoek of fijn geweven theedoek zonder wasluchtjes en
schep hier de yoghurt in. Vouw de doek dicht en zet de vergiet op een kom of
pan. Zet dit bouwsel 24 uur lang weg in de koelkast. Als het goed is, is het nu
ingedikt tot een stijf mengsel en zit iets minder dan de helft van het vocht in de kom.
Schep het bij een punt appeltaart, schijfjes
appel of serveer het met een goede zelfgemaakte appelcompote met boerenjongens…
Oordeel
van het smaakpanel: 3 maal ‘nee’. Zurige kaneel is een brug te ver.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten